Buitenland. Binnenland. Js A o :zp c S>« SP si 22 ©*2 S i Ja 8888 #1888888888888888 8 België. Een ernstig diplomatiek incident heeft zich voorgedaan. Mgr. Vanutelli, nuntius van den paus, heeft m zijn hotel de officie ren der gewezen pauselijke zouaven ont vangen en hun gezegd, dat weldra het oogenblik komen zal om „het zwaard te trekken", dat weldra het bevel, in 1870 hun door den paus gegeven, volgens het welk zij konden gaan rusteu, „veranderd zal worden," enz. In één woord, de nuntius heeft den kruistocht tegen Italië gepredikt, een kruistocht to volbrengen niet meer met den mond en de pen, zooals Pius IX tot de Belgische bedevaartgangers sprak, maar „met den degen en het geweer." OORLOGSBERICHTEN. Nieuws van het oorlogstooneel, zoo in Europa als in Azie, ontbreekt bijna geheel. Zooals men uit onderstaand telegram zal zien, is de Czaar naar het Donau-leger ver trokken. Met de verschillende Mahome- daaasche troepen van gemeld leger schijnt iets bizonders te zijn voorgevallen, of mis schien schijnt bij de aanvoerders do vrees te hebben bestaan, dat zij tegenover den vijand niet pal zouden staan - zooveel althans is zeker, dat allen naar het binnenland van Rusland zijn teruggezonden. Servie zal thans bepaaldelijk neutraal blijven. Vorst Milan gaat den Czaar te Bucharest begroeten. De voornaamste berichten zijn Constaminopel 30 Mei. Een ollicieele aan kondiging der Porte maakt aan de scheep vaart bekend, dat zij voornemens is torpe- dos te leggen op zekere punten der Darda- nellen en 111 de golf van Smyrna. St. Petersburg, 3 Juni, De Czaar, de Grootvorst-troonopvolger en de grootvorst Segius bebben Zars-koe-Selo gisteren avond ten 11 ure verlaten en zijn naar het Donau- leger vertrokken Bucharest, 3 Juni, Uit Tiflis wordt ge meld, dat de herovering van Ardahan door do Turken een verzinsel is. Kolonel Kama- rod', commandant vaii Ardahan, ondernam 30 Mei eone verkenning tot voorbij Peniak en Olti. Turksche cavalerie onder Mussa Pacha werd door de Russische ruiterij bij Bichmachef geslagen en uiteengejaagd; twee bergkanonnen, vier kruidwagens en twee Turksche veldteekens werden buitgemaakt. Aan de Russische zijde bedroegen do verlie zen 1 officier en 0 soldaten dood en 30 man gewond, benevens 51 paarden. De Turken lieten 83 lijken op het slagveld achter. Londen, 3 Juni. Reuters correspondent te Syra seint van 2 dezer Er heerscht groote ontmoediging iu do offieieele Turksche kringen, die tot de over tuiging komen dat Turkije de kracht mist om aan Rusland tegenstand te bieden. Do hoop, dat do inneming van Suchum Kaleh een algemeenen opstand in den Kaukasus zou doen ontvlammen, is vervlogen, daar de Circassiers blijken geven van vrees voor de Russen. Turkije's stoffelijke er moreelo zwakheid openbaart zich door de traagheid der militaire operatien en door de binnen- landsche verdeeldheid tusschen de partijen des oorlogs en des vredes. De kansen, dat de Russisch-Turksche oorlog tot grootere ver wikkelingen aanleiding zou geven, verbete ren naarmate Turkije's zwakheid duidelijker in 't licht treedt. Rusland wenscht den oor log niet tot na den zomer te doen voortduren en Oostenrijk zou bij de eerste gunstige ge legenheid zijne bemiddeling aanbieden. SLUIS, 7 Juni. De gemeenteraad alhier heeft in zijne vergadering van Dinsdag besloten tot het aanbieden aan Z. M. den Koning van een adres vanrouwbeklag wegens het overlijden van Hoogstdeszelfs gemalin. Wij vernemen, dat de onderscheidene Burgemeesters, op last van den Minister van Binnenlandsche Zaken, nader zijn aan geschreven, om te zorgen, dat de klokken, gedurende acht achtereenvolgende dagen, mitsdien tot en met Maandag 11 dezer, en voorts daags vóór- en op den dag van de be grafenis van H. M. de Koningin, worden ge luid; alsmede om te maken, dat er op ge melde dagen geenerlei openbare danspartijen of andere vermakelijkheden plaats hebben. De kermis alhier Is derhalve op grond van dien last andermaal gewijzigd. De werkzaamheden aan de sortie wor den nog steeds voortgezet. Het ingevallen puin is thans zoo verre opgeruimd, dat men vrij gemakkelijk de eene kelder kan be zoeken. Men bevindt zich daar in ruime overwelfde vertrekken, die ons echter nog altijd de vraag in den mond leggen; Waar toe mogen zij toch gediend hebben? Het ware te wenschen, dat een of ander oudheid kundige de lust bekroop om even dit oude bolwerk te onderzoeken en daar over eenig licht te verspreiden, waarnaar thans nog te vergeefs wordt uitgezien. Voorzeker is het wel de moeite waard zelfs voor vreemde lingen deze onderaardsche gangen en kelders met een bezoek te vereeren. Bij het afvoeren van grond achter de Westbatterij (sortie) alhier is een koperen penning gevonden met aan de eene zijde dit opschrift MULTA SUNT MALA IM- PIORUM d. i.Vele zijn de rampen der goddeloozen. Tusschen dit randschrift staat een overste aan wiens zijden in zittende houding zijn geplaatst de dood en een arme en daaronder staat het jaartal 1587. Het is hekend dat in 'tjaar 1587 in de Vlaanderens een erge hongersnood heeft geheerscht, het zal derhalve wel niet on waarschijnlijk zijn, dat dit muntstuk des tijds als een gedenkpenning is geslagen. Aan de keerzijde leest men QUI DNO (moet zijn DEO) FIDIT BONITATE EIUS CIRCUM DABITUE 't geen beteekentDie op God vertrouwt, di&i omringt Hij met zijn weldaden. Daar tusschen vindt men een hoorn des overvloeds. Beide zijden geven alzoo eene treffende tegenstelling. Uilslag der op 4 dezer Ie Brugge gehouden veiling, van de tot het Domein van Belgio behoorende ingedijkte schorren, in den Willem-Loopoldpolder. H WD ÖD WDT3 ÖD 2 '3 2 22^ 22 e O u t* C O s §b® J g sp 3k 22 t_ rri v: 15 22 O i Q 2 r- rf '■2 c 5 e H o H3 O O O o a D O O O W W CS 0 s IJSS WD w w w WWW LO r—GO O O O O O O 3 g 7? of o" »-* Cvf cvf riOiGoV CO IO rf CO iO -aüOoOOOQOQOOOOOOO co qwqw o jo" cT co oq o co" co oT oï ic oo" -h io" co cm o <n HHcq oco r- io cocq oco CO co" co" co" co" co co" CO of Cv* CQ O}" of of of 1 M m in o t- oo o M co -t jc Per bulletin van Zondagmiddag een ure hebben we den geabonneerden medegedeeld dat H. M. des voormiddags half twaalf is overleden. Met een zekere hardnekkigheid liep reeds sedert Vrijdag jl.zoowel te 's Hage als elders in den lande, het gerucht van het afsterven van H. M. do Koningin. Dereden daarvan vinden wij heden; Vrijdag och tend ten 4 ure nam H. M. afscheid van HH. KK. HH. Prins Frederik en Prinses Maria von Wied en na beiden de hand te hebben gedrukt, overviel Haar een hevige hartaan- doening en flauwte, die Haar in onmiddelijk levensgevaar bracht en zoo geruimen tijd aanhield dat de handen der Vorstin reeds verstijfd en koud werden. Z. K. H. de Prins van Oranje spoedde zich echter naar dr. Blom Coster, wien 't gelukken mocht, de levens geesten toen nog, helaas! voor korten tijd, op te wekken. De tijding van het overlijden had zich echter intusschen reeds door het paleis en naar buiten verspreid. Zoodra de tijding van den verergerden 'toestand Z. M. den Koning bereikte, aan vaardde dëse ijlings de reis naar de residen tie om daar weldra aan te komen. Na door Z. K. H. Prins Frederik te zijn ontvangen, werd Z. M. door HDs. oudsten Zoon nader omtrent den toestand der Zieke ingelicht, om zich daarna, gelijk, met Z. K. H. den Prins van Oranje naar 't ziekbed te begeven. Vreugde blonk toen op het gelaat der- Stervende en met de woorden: «Ziedaar mijn beide Willems", vatte Zij hun beider hand in de Hare ineen. De doodstrijd was zonder zware benauwd heid of merkbaar lijden, en op hetzelfde oogenblik, dat duizende gebeden voor Haar opstegen, ontvlood de ziel het lichaam. Dadelijk na zijn aankomst op het Huis ten Bosch aanvaardde Z. K. H. de Prins van Oranje met evenveel humaniteit als fermi- teit het bestier der zaken aldaar en nam alle zoodanige maatregelen, waardoor rust en kalmte op allerlei terrein de Lijderes om ringden. Er zou besloten zijo, het stoffelijk over schot van H. M. de Koningin niet op het praalbed neder te leggen. De Oppercoremoniemeester maakt bekend, dat, tengevolge de bevelen des Konings, het Hof den rouw zal aannemen wegens het overlijden van Hare Majesteit de Koningin, voor den tijd van achttien weken, te weten 6 weken groote, 6 weken halve en 6 we ken lichte rouw; ingegaan den 4 dezer. De dag, waarop de plechtige ter aardebe- stelling van wijlen H. M. zal plaats hebben, is nog niet met zekerheid bepaald; waar schijnlijk op 20 Juni aanstaande. Naar wij vernemen zal het lijk van H. M. de Koningin, op verlangen van de Overle dene, niet worden gebalsemd. In kruiden zal het in een looden kist worden nedergelegd, die aan de binnenwanden metmatrassen van zwaar wit satijn is bekleed en door middel van soldeering hermetisch zal gesloten wor den. Om deze kist zal een kist van zwaar eikenhout sluiten, die op haar beurt zal om sloten worden door een kist van het prach tigst gepolijst mahoniehout, geheel met zil veren garnituren. Dit garnituur bestaat uit twaalf massief zilveren handvatsels, voorzien van het zin nebeeld des doods, en even zooveel zilveren sluitschroeven in den vorm van doodshoof den. Op het deksel wordt een prachtige zil verenplaat bevestigd, waarop gegraveerd is: „Sophia Frédérique Mathilde Koningin der Nederlanden Prinses van Wurtemburg, geboren te Stuttgart 17 Junij 1818, overleden Huis ten Bosch nabij 's Gravenhage 3 Junij 1877." Z. K. H. prins Alexander is, naar men met genoegen verneemt, in zoover hersteld, dat hij het Huis ten Bosch heeft verlaten en zijn paleis in de stad heeft betrokken. De gezondheid van Z. K. H. de Prins van Oranje is zeer geschokt door den slag die hem heeft getroffen, zegt het Vaderland.

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1877 | | pagina 2