De Commissaris des Konings van Gro ningen heeft aan de burgemeesters van de gemeenten in die provincie, die door de jongste overstrooming hebben goleden, me degedeeld, dat hij door den Minister van Binnenlandsche Zaken gemachtigd is, zich rechtstreeks te wenden tot de'administrateu- ren van het watersnoodfonds, indien er be- lioofte mocht zijn aan dadelijke hulp voor noodlijdenden. Hij noodigt hen daarom uit hem, ingeval van werkelijk bestaando be hoefte, met den meest mogolijken spoed to willen opgeven, waarin ze bestaat en wolk het bedrag is, waardoor ze aanvankelijk re delijkerwijs geldelijk zou kunnen worden bestreden. Het uitbreken der veeziekte in Duitsch- land is een ware ramp voor de stoomboot maatschappij Zeeland, daar het veetransport op Engeland al mooi over hare lijn begon te komen. Eenige dagen geleden was reeds eene bezending van 5000 stuks vee aange meld, die echter door de in Engeland uitge vaardigde bepalingen niet kan doorgaan. Het is te hopen, dat spoedig de toestand ton guuste zal koeren, want ongetwijfeld begint het publiek de lijn Vlissingen—Queenboro' te waardeeren, daar goederen- en personen verkeer steeds vooruitgaan. Met droefheid zal onze geëerbiedigde Koning 't besluit hebben geteekend, waar- bijzijn oudste zoon, de Kroonprins, op diens verzoek van de militaire functie, die hij tot nu toe vervulde, is ontheven. Alleen uit de Wet tot vaststelling der Staatsbe- grooting over 1877, volgens welke het in komen van den Prins van Oranje f 100,000 bedraagt, weet de natie nog officieel dat er een troonopvolger is. Eerbied voor 't Ko ninklijk Huis doet ons over zulk een fatalen toestand het stilzwijgen bewaren. Men weet dat do Prins voortdurend te Parijs zijn verblijf houdt onder het pseu doniem van den heer Shortland. (W. W.) overige infanterie, artillerie, vivres en am munitie. Dit debarkement ging, door de sterke branding, met veel bezwaar gepaard. De te Koerong-Radja gedebarkeerde ko- lonne rukte des namiddags op langs Ladoeng om zich met de andere kolonne te vereeni- geu. Door deze laatste werd het terrein ver der verkend; bij die verkenning sneuvelde 1 man en werden 5 gewond. De bij Koerong-Radja gedebarkeerde kolonne trok zonder tegenstand te onder vinden, over het gebergte dat tusschen genoemden riviermond en Kwala Loe tot aan zee uitloopt, en vereenigde zich in den morgen van den 28 Januari met de kolonne van kolonel van der Heyden. De reeds bij den vijand ontstane paniek werd daardoor aanmerkelijk vermeerderd. Geheel Lamnga werd den 28n Januari verlaten gevonden en daarop bezet. Den 20n werd opgerukt naar Lambada, de voornaamste versterking van Toekoe Paija, waar vroeger het 8e bat. het hoofd stootte. Deze versterking werd na hevigen tegenstand genomen en bezet, waarbij 12 stukken geschut veroverd werden. Van onze zijde telde men 4 gesneuvelden en 10 gewonden.- De gezondheidstoestand was gunstig. Een bij het Dep. van Kol. ontvangen telegram van den Gouv.-Gen. van Ned. Indie bevat het bericht, dat de gen.-maj. Diemont den 31 Jan. naar Kotta-Radja is teruggekeerd, aangezien de bezettingvan Kwalla-LoeLamn ga en Lambada de verlangde kustlijn in onze macht was gekomen. Drie schoeners, 22 stuk keu geschut, 14 vaten patronen, eenige zak ken kruit en verschillende wapens van den vijand waren buit gemaakt. Nog wordt gemeld dat de luitenant Roest van Limburg den 2S Jan. een schampschot aan het hoofd bekwam, en dat de kapit. van bet Britsch-Indisehe leger Lockhardt (die met vergunning van den Gouv.-Gen. de krijgsver richtingen medemaakte), bij Lambada door een matten kogel aan het scheenbeen gekwetst werd. KERKELIJKE ZAKEN, ONDERWIJS ENZ. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. De Kamer heeft hare werkzaamheden her vat. Behalve de reeds bekende wetsontwer pen is ingekomen een ontwerp tot vervan ging van de koperen door bronzen pas munt van 2V>, 1 en 'A cent. De Regeering acht niet wenscbelijk die invoering en de daarmede verbonden bepaling omtrent wee ring van vreemde koperen bronzen en nic- kelmunten uittestellen tot nadere regeling der andere deolen van het muntstelsel. -Daar na zijn de al'deelingen samengesteld. MARINE EN LEGER. Jl. Donderdag vertrokken door Utrecht 'naar Harderwijk, om daar hunne afreke ning te ontvangen, een detachement kolo niale troepen sterk p. m. 60 manschappen die te Vlissingeo uit Batavia waren aange bracht; nagenoeg allen hadden den oorlog in Atoliin medegemaakt en waren daarbij gekwetst; velen hunner liepen op kruk ken. KOLONIËN. Blijkens een bij het Departement van Ko loniën ontvaugon tolegram van den gouver neur-generaal van Nederl. Indie is den 29 Jan. h.et volgendo uit Kotta-Radja bericht Den 26 Januari debarkeerde eene kolonne fe Koerong-Radja en een te Kvvala-Loe. Beide punten werden zonder tegenstand be zet. Laatstbedoelde kolonne, onder bevel wan den kolonel Van don Heijden, betrok een half uiir landwaarts in het bivouac. Het omliggond terrein werd verkend, en do kampong Lamnga sterk bezet gevonden. Te Koerong-Rad ja werd geen punt gevon den, geschikt voor eene vestiging, welke aan het dool beantwoordde. Den 27 Januari werd voorlgegaan met het debarkement bij Kwala-Loe van do De oprichting der kweekschool voor onderwijzers te Doetinchem, als een ge- denkteeken ter nagedachtenis van mr. Groen van .Prinsterer, is door de ontvangen hij- dragen verzekerd. Men heeft plan 1 Maart a. s. met hot bouwen te beginnen. |Intus- scben worden meer giften gevraagd voor de voltooiing van bet werk, dat men wenscht te doen komen ten voordeele van het chris telijk onderwijs, niet alleen hier te lande, maar ook in Iudie. LANDBOUW. Den 29 Jan. 11. werd in het hotel «Ie Roy" alhier door den heer Vorstermau vau Oijen van Aardenburg een voordracht gehouden over den landbouw, welke rede met veel belangstelling door het aanwezige publiek (voor het meerendecl uit landbouwers be staande) werd aangehoord. In liet eerste deel werd door ZEd. gesproken over de samengestelde maag der herkauwende dieren, waarvan de werking werd duide lijk gemaakt door eene leekening. op het zwarte bord. Hij wees vervolgeus op de nauwe betrekking waarin de maag tot het hart staat en op de noodzakelijkheid om vooral toe te zien, zoowel op de wijze van voeding als op de voedingsmiddelen zelve, ter vorming van zuiver voedend bloed. Spreker vond telkens gelegenheid om er met aandrang op neêr te komen, dat de natuur meer in de hand moest gewerkt en ter hulp gekomen worden, terwijl daarentegen door onoplettendheid of uit verkeerd winstbejag, dat eigenlijk op den langen weg schadelijk werkt, maar al te vaak de natuur tegenwerkt en verkracht wordt. Hier sprak hij voor namelijk met hetoog op de aankweeking van rundvee. Het kalf wordt zijn natuur lijk voedsel, de moedermelk, ontnomen en nu moet in dat gebrek voorzien, do natuur moet geholpen worden, maar daar nu moeder de boerin in den regel gaarne zooveel melk, liever boter, verkoopt als mogelijk is, wordt het kalf te kort ge daan en gevolgelijk kan er onmogelijk, in den tijd dat zulks zou mooten ge schieden, uit het kalf een flinke koe op groeien. Vervolgens werd door hem als een goed voedingsmiddel voor het vee, dat niet genoeg kan aangeprezen worden, genoemd de mais en wel voornamelijk daarom, dewijl in den tijd dat dit gewas, het krachtigst (immers bij bet vormen der bloem) tot groen voeder geschikt is, er aan allo groen voeder volslagen gebrek is. Maar ook dit voedsel, hoe goed ook, moet geregeld door ander voêr worden afgewisseld, ten einde de eetlust te bevor deren. Niet dagen on weken slroo met stroo, noch aardappelen met aardappelen, noch mais met mais, noch klavers met klavers, maar eene geregelde afwisseling moet bij do voedering in acht genomen worden In de tweede afdeeling werd gesproken over de zaden. Hiertoe vond spreker gereede aanleiding door het verhandelde over de mais. Dit zaad, de zoogenaamde paardentand, moet jaarlijks uit het Zuiden naar hier worden overgebracht, omdat de plant niet te vlug mag opgroeieneveneens moet het vlas zaad telken jare uit het Noorden worden gehaald, omdat de vlasplanten een vlug gen en gelijken opgang en een gelijk tijd igen bloei moeten hebben. Geen der beide planten mag hier worden geacclima tiseerd. Wat de aardappel betreft, zou volgens hem de zoogevreesde ziekte zoo veel nadeel niet doen, wanneer men, door het verbouwen van vroege soorten, en deze vroegtijdig geplant, zorgde, dat de aard appels konden rijp zijn vóór de regens1- welke gewoonlijk op het eind van Juli of in het begin .van Aug. vallen. Daartoe dan ook moet het plantzaad uit het Noor den worden genomen, omdat dit in onze streken vlugger zal opgroeien, dan onze geacclimatiseerde aardappelen. Ten op zichte var. het plantzaad werd door hem aangeraden, geen kleine of halve poters te gebruiken, maar een fikschen knol, want alleen een goed zaad kan een goede plant en een stevigeu wortel vormen. Onder de voordracht vond spreker gele genheid om eenige opmerkingen te maken aangaande de vervolgingswoede, waaraan do zoogonaamde schadelijke dieren, dikwijls blootstaan. Eerst noemde hij onze huismuscb, die door Frederik den gruoten met betaling van 3 groscheu per st.uk uit Pruissen werden verdreven, omdat zij eenige zijner kersen hadden gesnoept, maar welke vogels al spoedig daarna voor 6 grosschen per stuk weder iu Pruisen werden gebracht, om het onrustbarend toenemen der insecten van allerlei aard, die als 't ware 's Konings hoo rnen verslonden. Hij wees er op hoe onbarmhartig deze weldoeners even als de meezen, vinken enz. vervolgd en in het voorjaar van hunne eitjes beroofd worden. Iu ons land, zeide hij, is men daarin ten achter bij andere landen, ook bij het na burige Belgie, waar deze diertjes door do wet in bescherming worden genomen. Ver volgens noemde hij den egel, (hier bekend onder don naam van stekelvarken) dien zoo- ge naam den uitzuiger der koeien, dio in 't minst geen kwaad, maar eigenlijk niets dan nut doet; de pad. die vuurspuwer, nota benemaar die toch onze saladekrop pen van slakken zuivert enz. enz. Gaarne hadden wij hem ook een woord hooren spreken ten voordeele der vleder- muizen en nachtuilen, die toch zoo vreese- lijk vervolgd worden en echter wezenlijk niets dan goed doen. De vleermuizenbah, die vliegen u in.'t haar, zegt men, en men kan ze er onmogelijk uitkrijgen! 0, on-

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1877 | | pagina 2