te bezorgen. Weest ecliter verzekerd dat ook thans bedilzucht achteraf wel het hare zal aan te merken hebben; dat het zoo en zoo beter zou geweest zijn, doch dit schrikke u voor 'tvervolg niet terug. Mot deze leuze voor ur.doe mei en zie niet o»i", zij de gedachte een goed en belangeloos werk verricht te hebben uwe schoonste zelfvol doening. Te Sint Anna ter Muiden heeft zich een geval van typhus voorgedaan. Naar we vernemen zal door het Herv. Diaconie-armbestuur dezer gemeente dezen winter geen bedeeling in aardappelen maar in andere voedingsartikelen worden gedaan. De liooge prijzen en de slechte qualiteit der aardappelen zou hiervan de oorzaak zijn. De Stoombootmaatschappij «Zeeland" beeft eene leening uitgeschreven van ,320,000 gld. in 3200 aandeelen, rentende 4"i pet. 's jaars, af te lossen k pari in 30 jaar door jaarlijkscho uitlotingen. Deze leening is rechtstreeks gewaarborgd voor rente en aflossing door Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden. De Minister van Binnenlandscho Zaken heeft aan de ambtenaren van den waterstaat den last verstrekt om in hunne officicolo stukken de oude spelling, te behouden, even als dit door do Regoering geschiedt. Naar de N. Rolt. Ct. meldt, is van wege de Regeering aan de exploitatie-maat schappij kennis gegeven, dut de verbinding van don Staatsspoorwog met den Holland- schen spoorweg door Rotterdam mot 1 Maart e. k. gereed zal zijn om geëxploiteerd te worden. Voormalig 4c district. Dagelijks en vrij algemeen hoort men hier klaagtoonen aanheffen over den zoo hoogon als schadelij ken waterstand bmnen verschillende Polders, zoodat reeduiven en grachten niet alleen voi staan, maar vele derzelve overloopen en het water op de landen stroomt. Is de oorzaak daarvan vooral te zoeken in de groöte hoe veellroid dagelijks vallende regen en de hierdoor overvol van vocht zijnde gronden( die bijna niets meer kunnen opnemen, toch schrijft men dien zoo schadelijken water stand ook hier en daar voornamelijk toe aan te hoog liggende en te smal zijnde sluizen, heulen, duikers en waterleidingen, waardoor toe- en afvoer van het water veelal niet vlug genoeg kan plaats hebben wat men on der anderen geloofd, dat in den Prins-Wil- lemspolders het geval is. Doch niet alleen daar, maar ook in vele der polders deel makende van het Waterschap der Sluis aan de Wielingen, staat het opperwater op te hoog en schadelijk peil, vooral op te merken, in die polders welke door den zijtak uitlozen, waar de voorspelde te geringe capaciteit der kunst werken en grachten, thans voor wie zien en opmerken wil wel overtuigend bewezen zijn zal. De vrees van sommigen is dan ook, dat veel van het uitgezaaide koren, nat en vochtig gezaaid on dagelijks sterk bevochtigd achterblijven en dus een dunnen akker op leveren zal en slechts een drooge flinke vorst aan do zware kleigronden een meer vrucht baar vooruitzicht geven kan. Door geen to ruime hoeveelheid ingeoogst stroo on het reeds in dezen droogen zomer grootendeels opgevoederd hooi, is hij vele landlieden weinig voorraad van voeder aan wezig en ziet men dan ook dezen het vee nog dagelijks uit de stallen drijven, hoewel de weilanden nagenoeg niets anders meer ople veren dan modder en slijk, doch genoeg, men spaart or mede, misschien echter toch niet te wachten ongestelde magen en de gevolgen van uit gevatte koude te ontstane kwalen, doch de contra-bedenking van schaarschheid en hierdoor veroorzaakte duurte van het veevoeder zijn argumenten die ook moeielijk te weerleggen zijn. Zuitlzaude, 5 Dec. Algemeen waren gis teren en heden de gesprekken van de vele Cadzandsche landbouwers, die hunne granen naar Sluis gescheept hadden, over denlioogcn waterstand en over den ellendigsten toe stand der naar de haven aldaar leidende grindwegen, die vooral nabij de huisjes in deze gemeente en in den Zwinpolder spoedig wederom als het ware ondoorkomeüjk drei gen te worden. Hoezeer niet mag ontkend worden, dat doorde gebrekkige hulpmiddelen, inwerking van puin en grond, de putten en gaten zooveel mogelijk gevuld en opgelapt worden, is dit echter niets afdoende, men betreurt het in deze streken vrij algemeen, .dat er zoo lang getalmd wordt met dezen hoofd weg in ons District op niet meer afdoende wijze te herstellen, door eene trapsgewijze bestrating van de slechtste gedeelten. Velen vreezen, dat het laissez aller, laissez faire, ons eindelijk den toegang finaal zal doen ontvallen eener scheepsgelegenheid, waarheen onze meeste granen en andere veldproducten thans heengevoerd en brand en bouwstoffen vandaar gehaald worden. ST ATEN-GENEBAAL. TWEEDE KAMER. In do zitting van 5 dezer zijn de alge- meene discussien over hoofdstuk «Justitie" voortgezet. Do heer Van dor Koaij heeft breedvoerig den toestand der hervormde kerk en het beheer der kerkelijke goederen besproken. Onderscheidene andere punten van wetgeving zijn door andere sprekers be handeld, waaronder de vervalsching van le vensmiddelen en aandrang op wettelijke voorziening door den beer Van der Hoeven, en de quaestie der processien door den heer Arnoldts. Voorts werd het doel en de werk kring van bet Nederlandsch werkliedenver bond verdedigd door de heeren Bredius en Van Eek tegenover 't aangevoerde door de heeren Corver Hooft en Heijpenrijck. KOLONIËN. Het is (onder anderen uit de koloniale verslagen) bekend, dat terwijl de meesto staatjes ter oostkust van Atchin reeds sedert lang het oppergezag hebben erkend, de rad ja's van Simpang Olim (Toekoo Moeda Nja Malim) en van Tandjong Semantoh (Toekoe Paija) steeds in hunne vijandige gezindheid jegens ons zijn blijven volharden. Meerma len is de wensclielijkheid in overweging ge nomen om dio beido fadjals de kracht onzer wapenen te doen gevoelen, maar do omstan digheden werden daartoe tot voor korten tijd niet gunstig geacht. Onlangs is echter besloten om offensief tegen beido landschappen op te treden. Aan Toekoe Madoo Angkasa van Pasei (eveneons uit de koloniale verslagen bekend), is ver gund on zijn tevens voor zooveel noodig de middelen verstrekt om Tandjong Semantoh dat vroeger grootendeels aan hem Hoeft toebehoord (onder don naam van Merbau) doch hem door Toekoe Paija afhandig werd gemaakt to beoorlogen cn in die onder neming is hij gesteund door onze troepen en maritieme middelen. Hot plan was om na Tandjong Semantoh ook Simpang Olim aan te vallen. Thans is hot navolgende telographisch bo- richt van den Gouverneur-Generaal bij hot Departement van Koloniën ontvangen Tandjong Semantoh is door ToekoeMoeila Angkassa en onze troepen genomen en door eerstgenoemde bezet. Vervolgens zijn onze troepen naar Simpang Olim opgerukt. De radja heeft toon onvoorwaardelijk zijne on derwerping aangeboden, waarop Simpang Olim bezeten een terrein vooreonc vestiging uitgekozen is. Do radja gaat met een oorlog schip naar Groot Atchin, om zich in persoon bij den militairen en civielen bevelhebber te onderworpen. Verliezen aan onze zijde bij het vermeesteren van eene sterke benting op den rechteroever der Arakoendoer-rivier, 1 doodo en 6 gewondon; bij de verdere opera tien 2 dooden en 7 gewonden, allen Amboi- neezon. Het telegram bericht voorts dat in Pedir de verhouding zeer gunstig is. De gezond heidstoestand in Groot-Atchiu wordt ongun stig genoemd. (St.-Ct.) Van den 18n October wordt uit Kotta- Radja het volgende gemold aan hot Algom. Dagbl. van Ned. Indie Op hot oogenblik is alles hier weder tot zijne vorige kalmte en rust teruggekeerd, en zijn wij weder eene kleine strook in het vijandelijk gebied rijker geworden. Den 4n October jl. keerde do opperbevel hebber te Kolta-Radja terug met dezelfde krijgsmacht, waarmede hij eene maand vroe ger uitgerukt was; bet 8c bat. dat echter ge durende hot ageeren zicli bij de uitrukkings- kolonnes gevoegd had, is in de nieuw ge vormde N. 0. linie, on wel le Tjadé in zijn geheel in een kampement (dat later van bout vervaardigd zal worden, doch nu voor loopig uit pinang, katjangmatten cn atap samengesteld is) achtergeblev'on, terwijl een peloton van genoemd bataljon de op ccnige honderden passen van Tjadé gelegeno mis- sigit Kliang bezet heeft; do overige nieuw opgerichte bentings van die linie zijn bezet door het rechter half 9e; do nu overtollig ge worden posten Kota, Pahama, Moesapó, Tiban, Lamara on Langkroek, zijn ingerukt en den majoor Van Teijn is voorloopig het koinmando van de linie opgedragen. Omtrent de daad van zelfopoffering van den fuselier Ke.ukenbrink op 6 Sopt. schrijft men uit Atchin aan de Soorab. Courant. «Bij gelegenheid dat de kapt. Nuijsink gewond word, heeft een Europeesch fuselier zich bijzonder kranig gehouden. Een luit. struikelde en viel op den grond, het was zeer glibberig terrein, dadelijk vielon een stuk of drie Atchineezen op den govallene aan. De fuselier had zijn geweer afgescho ten, maar geen tijd het te herladen, zoodat hij baan met zijn kolf maakte. Hierdoor kwam de luitenant weder op de boenen, sloeg een van zijn aanvallers neder, maai bij hetpareeren van een slag naar zijn hoofd, werd hij in deii arm geraakt, struikelde nog eens, en word opnieuw door den fuselier ontzet, waarbij deze echter een zestal kle- wanghouwen kreeg, wel niet bijzonder ern stig, maar aangenaam zijn die schramqn toch niet, en met die wondenoverdekt, beeft hij toch nog geholpen den kapt, Nuijsink weg te dragen. KERKELIJKE ZAKEN, ONDERWIJS ENZ. Beroepen te Oostburg ds. Clinge Dooren bas, te Rijssen, vroeger pred. te Hoofdplaat, op een tractement van f 1300. GEMENGDE BERICHTEN. Do «Werker" een dagblad van Ant werpen is, tengevolge van een artikoi be trekkelijk den optocht tijdens de Pacificatie, aangeklaagd wegens laster on eerrooving door de achttien fabriekmeisjes, die op den wagen, voorstollende do vorecnigde provin ciën, hebben gefigureerd. Een zelfde aan klacht is gericht tegen de uitgevers van de «Bien public" cn de «Patrio" van Brugge wegens overname en verspreiding van bot artikel uit den «Werkor". Do achttien fabriekmeisjes vragen aan da drié dagbladen solidair ieder afzonderlijk twee duizend francs schadevergoeding cn do plaatsing van het vonnis in twee dagbladen door baar te bepalen. Hoewel de «Werkor" in Antwerpen wordt uitgegeven, is het procos ingespannen voor het tribunaal van Gent. (Jouni. de Bruges".) Wij lezen in oen Belgisch blad de vol gende jeremiade «Sedert do Belgische centen door Holland uit den handel en uit hot land gedroven wor den, zijn de Belgische handelaars zoodanig met die pasmunt gekweld, dat menigeen zich afvraagt waar en wanneer zal die centen- plaag ophouden. Wij achten het niet onnoo- dig hier te doen opmerken dat in de uitgifte van pasmunt door de wet van 20 December 1860 is voorzien, en dat ingevolge artikoi 7 dier wel, niemand gehouden is moer in betaling te ontvangen dan 5 fr. in nickel, cn moer dan 2 fr. in koperen munt".

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1876 | | pagina 2