No. 37. Zeventiende jaargang. A". 1876. VAN WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD Vrijdag 1» September. Buitenland. Gent 1576—1870. SLUISEI Dit weekblad verschijnt iederen Vrijdag. Prijs per drie maanden 1. Afzonderlijke nommers 7 cents. Prijs der advertentiënvan 15 regels 60 centj elke regel meer 7 Va cent. Grootc letters naar liet ge tal gewone regels die zij beslaan. Ingezonden Stukken en Brieven de Redactie betreffende benevens Advertentiën (uiterlijk des Donderdags avonds 4 ure.) en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten, te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles FRANCO. België. GENT, 9 September. Aangaande eene mededeeling gedaan aan de dagbladen door het Gemeentebestuur van Gent betreffende de Feesten der Pacifica tie lezen wij o. a. dat er geen mogelijk heid bestaat om den stoet met wagens en costumes in Brussel te laten uitgaan, zooals eenige dagbladen gevraagd heb ben. In de vorige zitting der Commissie van kunst en geschiedenis werd besloten dat zulks niet kon geschieden. Te zelfder tijd werden eenparig en onder luidruchtig handgeklap warme bedankingen aan de dag bladen gestemd voor de krachtige onder steuning, die de Commissie sedert verschei dene maanden en vooral in de laatste da gen in de drukpers gevonden heeft. Aan die belangrijke ondersteuning mag het wei- gelukken van de Feesten der Pacificatie van Gent grootendeels worden toegeschreven. GENT, 13 September. Dinsdag laatstleden is de commissie van kunst en geschiedenis met de hecren afge vaardigden der deelnemende maatschappijen bijeen gekomen en heeft met algemeene stemmen en onder luide toejuichingen den wensch uitgedrukt, dat de historische stoet aanslaantltiii Zondag 17 September eene vierde maal zou uitgaan. Eene geld- omhaling zal ten voordeele van den arme der stad gedaan worden. Ten slotte heeft de heer Schepen Pickaert zijne warme dankbetuigingen aan de afgevaardigden na mens het gemeentebestuur aangeboden. De goede wil en zelfopoffering der deelnemende maatschappijen verdienen ten volle dien welgemeenden lof. 's Anderdaags is de Ge meenteraad van Gent bij dringendheid ver gaderd en heeft besloten dat de stoet voor de laatste maal Zondag om 2 urcu zal uit gaan. De deelnemende maatschappijen zul- leg om half twee ure in het lokaal van St. Agnete vergaderen. Zooals een dagblad heeft doen opmerken, is het door de onder vinding der laatste dagen bewezen, dat, hoe slecht het weder ook 's morgens is de hemel telkens 's namiddags telkens opklaart om den stoet te laten uitgaan. De talrijke per sonen van Belgie en Holland, die de Kaval- kade nog niet gezien hebben, kunnen zich dus gerust op reis begeven. Zie nader h e t nieuw uitge geven aanplakbiljet. Zeggen wij ten slotte, dat er na den uit gang van aanstaanden Zondag om verschei dene redenen geen spraak meer kan zijn van den stoet nogmaals te doen uitgaan noch te Gent noch elders; het is nuttig dat iedereen er wel op voorhand van verwit tigd zij. Bij het vele dat reeds geschreven en ge sproken is over de pacificatie-feesten van Gent, achten wij hot niet overbodig, waar die feesion thans als geëindigd kunnen be schouwd worden, ook nog voor onze lezers een korte beschouwing to geven van den historischen stoet en van het daarmede in verband staande tooneelstuk «de pacificatie van Gent", opzettelijk voor deze gelegenheid vervaardigd door den boer van Goelliem. Dat do saamgevloeido menigte op Zondag den 3n September, do dag waarop do eersto uitgang van den stoet zou plaats hebben, bijna ontelbaar was, zal wel niet behoeven gezegd te worden, maar even groot ook was de teleurstelling dier duizenden, toen door het inhalen van de vlag van het Belfroi het sein werd gegeven, dat de stoet niet uitgaan zou tengevolge van het ongunstige weder. Jammer dat er niet, zooals op den volgenden Zondag, eenigeu tijd met dit besluit is ge draald geworden, daar reeds vroegtijdig het weder zeer gunstig worddan ware ten minste aan sommige vuilbladon het zwijgen opgelegd,waar zij nu durfden beweeren, dat het een liemelsche straf was; dat de zon haar gelaat achter de wolken had verborgen als om, dien ketterschen optocht niet te aan schouwen. Was dit dan een kettcrsche op tocht De geschiedenis immers leert bet ons anders, evenals ook het tooneelstuk dat we straks met een enkel woord wenschen te be spreken. De pacificatie was oen onder ling verbond tusschen roomschen enonroom- sehen om, met terzijdestelling van alle gods dienstige kwestieu en behoudens de eerbie diging van ieders godsdienstige overtuiging goeden bloed veil te hebbou voor de eer van het Vaderland en voor de vrijheid van 't ge weten. Maar keeren wij tot do feesten terug. Na het door het bestuur genomen noodlot tig besluit werd aan hot volk bekend ge maakt, dat de stoet den volgenden dag ('s maandags) zou uitgaan. Aleer dit echter des maandags gebeurdegreep er op het stadhuis eene plechtigheid plaats; daar werd het monument, of liever de wit marme ren gedenksteen in een muur bevestigd, ter herinnering aan datgene, waarvoor thans niet alleen de stad Gent, maar geheel Belgie en Nederland dankbaar feest heeft gevierd. Op dien steen is het volgende gegraveerd; Ben 8 November 1576 Werd in dit stadhuis de Pacificatie van Gent gesloten. Waarbij de verschillige provinciën der Ne derlanden beloofden Ongeveynsdelick onde in goeden trouwe te onderhouden eene vaste ende onverbreeckelyke vriendschap ende vrede en de elckanderen 't allen tvde by te slane met .raadt ende daadt, goedt ende bloedt, en waarby Keizer Karei en Alva's bloedplak katen uitstuk van de heresie werden geschorst. Den 3 September 1876 heeft de gemeenteraad van Gent dezen steeu als eene herinnering aan de 300 verjaring van dit verdrag doen plaatsen. Burgemeester Graaf de Kerckhove de üenterghem; schepenen Wage- ner, Levisox, Pickaert, Verhandel. Gemeentesecretaris De Vijlder. Intusschen had de menigte zich overal langs de straten geplaatst, waarde stoet zou doortrekken. Tegen één uur is alles zwart van meiischen, in de straten, voor do vensters wij zouden haast zeggen tot op do daken. Allen blijven in stille, doch gespan nen verwachting het oogenblik tegemoet zien, waarop hot sein zal gegeven worden om voort te gaan. Eensklaps weerklinken de toonen der muziek; het is de stoet die zich in bewoging stelt. Nogenticn rijk gecostu- meerde edelen, voorafgegaan door vijf en twintig ruiters der 16e eeuwsche burger wacht, zes vaandrigs te paard en zes wapen boden te voet, gaan voor een prachtigen wagen, waarop de gebeurtenis wordt voor gesteld, die plaats vond in het jaar 1566; die gebeurtenis, waaraan de geuzen hunnen naam te danken hebben tengevolge van dit losweg gesproken woord door den graaf van Iiarlaymont tol de hertogin van Parma«Ce ne sont que de gneux"(hot zijn maar bedelaarsOp den achtergrond zit, rijk getooid, Margaretha van Parma on der een verhemelte, omringd door de leden van don raad van State, n. 1. Oranje, Eg- mond, Hoornc, Vyglius en Barlaymont. Bredorode, de aanvoerder der edelen, treedt vooruit en geeft het bekende compromis of smeekschrift over, waarin bij de hertogin op verzachting der plakkaten wordt aange drongen De groep, die thans volgt, is geheel ver schillend van den voorgaandeu. We hooren niets dan treurmarsehenen het oog ontwaart meteen zekeren afkeer bijna niets dan Span jaarden en onder hen,als ruiters te paard ge zeten, de hertog van Alva, zijn zoon don Froderik, Juliaan do Romero en Jeronimo de Salinas, benevens verschillende lans knechten en soldaten, die den tweeden wa gen voorafgaan. Deze wagen vertoont ons den Bloedraad, die het doodvonnis uitspreekt over de graven van Egmond en Hoorne. Op den achter grond ziet men de drie afschuwelijkste rechters van dezen raad voorgesteld, n. 1. de Vargas, del Rio en Hessels; voor hen staat de griffier het vonnis der graven aflezende. Vóór op den wagen staat de beul in het rood gekleed en achter dezen bevinden zich de beide doorluchtige 'slachtoffers van den Spaanschen bloedhond, met het gezicht naar den raad gekeerd. Boezemt het aanschouwen van dezen groep een zekeren indruk in de harten der toeschouwers, een killehuivering, eenkoude

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1876 | | pagina 1