NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEÜWSCH-VLAANDEREN. N°. 36. Zeventiende jaargang. A". 1876. Vrijdag 1 September. Dit weekblad verschijnt iederen Vrijdag. Prijs per drie maanden 1. Afzonderlijke nommers 7 cents. Prijs der adverlentiënvan 15 regels 60 cent, elke regel meer 7% cent. Groote letters naar het ge- lal gewone regels die zij heslaan. Ingezonden Stukken en Brieven de Redactie betreffende benevens Advertentiën (uiterlijk des Donderdags avonds 4 ur e) en gewone B^ifeliten of Mededeelingen van Correspondenten, te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles FRANCO. BRUSSEL, 28 Augustus. 15e Nederlandsch taal- en letterkundig Congres. Gisteren stroomde ecu ontelbare menigte door do met Nederlandsehe en Belgische vlaggen versierde nieuwslraat naar het noorderstation, om getuige te zijn van de aankomst en tor verwelkoming van de uit Noord-Nederland verwacht wordende congresleden. Bij hunne aankomst, ruim 2 uren, wer den de leden met het spolen van het «Wien Nederlandsch hloed en 't Wilhel mus", door de muziek van het regiment guides onder luide toejuichingen hartelijk verwelkomd door eene commissie uit het be stuur van het 15e congres. De leden vooraf gegaan door bijna alle bestaande Vlaamsche corporation, gilden enz. van Brussel, werden onder het afwisselend spelen van de muziek der guides, naar het stadhuis gebracht waar den Noordschen broeders door den heer Burgemeester Anspach, namens den Ge meenteraad en de bevolking der stad, een hartelijk welkom toegesproken werd, de ver zekering gevende, dat niet alleen hij, maar de gansche bevolking der hoofdstad het, op zeer hoogen prijs stelde gekozen te zijn om h i or dit congres te houden, en dat men zulks hooptetetoonendoor een gastvrije ontvangst gedurende het verblijf der Noordelijke broeders in Belgie's hoofdstad, die daardoor het bewijs wenschte te leveren, dat vroegere velen ook hier uitgewischt zijn. De heer Desiré Delcroix, hoofdambtenaar voor de Vlaamsche taal aan het Ministerie van Binnenlandsehe Zaken, heette alstoen namens de Belgische Regeering de con gresleden van harte welkom en verklaarde, dat het voor hel Belgisch staatsbestuur zeer aangenaam was, de geleerden uit Noord- Nederland hier in zoo grooten getale te mogen ontvangen. Wanneer nu door een talrijke menigte koorzangers eenige toepasselijke welkomst liederen gezongen waren, nam dr. Hanau, Voorzitter van het congres, het woord om ■zoo wel de bevolking der stad Brussel, als den Gemeenteraad en haren waardigou Voorzitter den hartelijk gemeenden dank toetebrengen voor de wijze waarop het congres door aller krachtige medewerking was georganiseerd en voor de gulle en eer volle ontvangst, die den vreemden congres leden was te beurt gevallen. Werd een en ander nu en dan met her haalde donderende toejuiching beantwoord, niet minder was dit het geval toen onze wel sprekende landgenoot, de heer de Jonge van Ellemeet, op zijne gewone luide en kern achtige wijze namens de Noord-Nederl. con gresleden het woord opvatte en in warme taal devorige sprekers beantwoordde en zeide: Gij, waardig hoofd der stad Brussel, behoeft u niet te verontschuldigen dat het u moeie- lijk zoude vallen ons in de taal toe te spreken, die ons hierheen doet komen. Wij beamen wel de spreuk, dat de taal het volk is. maar de taal is echter grootendeels den vorm,en hoeveel wij daaraan ookhechten, veel meer waarde hechten wij evenwel nog aan de uit uw hart gewelde taal, aan uwe ge dachten en aan de oprechtheid der woorden uitgesproken door u, als tolk van den Ge meenteraad van Brussel. Niet onopgemerkt liet de spreker eene toe speling van den heer Delcroix op de schei ding van 18 30; herhalende, dat die vroe gere oneenigheden vergelen zijn. Hooger klom de heer De Jonge van Ellemeet op als hij zeide 1 8 3 0 is slechts een oogen- blik in verhouding toj het verledene en het heden, waarin men hier en elders en ook i k de wapenen tegen elkander opvatte; neenik hrengvoor n weugeest degeschiedenis der 1 6o eeuw. De historische gebeurte nissen en herinneringen van dien tijd heb ben tusschen de twee volken banden gelegd, die door de gebeurtenissen van 1 S 30 slechts tijdelijk gestoord zijn geworden, want sedert dien tijd zijn beide volken, ofschoon onder afzonderlijke regeeringen, immers wederom broederlijk tot elkander genaderd, en niet alleen hier, maar binnen kort ook te Gent zullen de Pacificatiefeesten kunnen aantoonon hoe krachtig en welgemeend onze gevoelens van eensgezindheid zijn. Ook aan de Belg. Staatsregeling on aan Leopold II werden door den spreker warme woorden van hulde toegebracht. Na onder herhaalde en luide toejuichin gen door den Burgemeester bedankt te zijn en de uitnoodiging aan de congresleden om des 's avonds 9 uren deel te nemen aan een raout (kransje) aangeboden door den Bur gemeester in de overschoone gotliische zaal van het stadhuis, ging de menigte hoogst te vreden over het onthaal en gehoorde uiteen. Des 's avonds 9 uren verzamelden zich op nieuw bijna alle congresleden in de prach tige gothischeenandere zalen vanhet schoone Brusselsche stadhuis, waar zij op de meest loyale en gastvrije wijze onthaald werden op keur van spijzen en wijnen; velen bleven tot zeer laat gezellig bijeen. Heden 10 uren vergaderden de congres leden in de groote zaal van de «Vrije Iloogeschool", waar, na opening der Ver- gaderiug door den tijdelijken Voorzitter dr. Hanaus, de Voorzitter, onder-Voorzitters (waaronder de heer De Jonge van Ellemeet) en secretarissen bij acclamatie voor de vier af- deelingen benoemd werden. Daarna werd lezing gedaan van eenige ingekomen brieven, als lo. Namens Z. M. den Koning dor Belgen luidende «Mijnheer de Voorzitter «De Koning, zeer gevoelig aan do uitnoo- diging, die gij hem den 18n dezer maand iu naam der regelings-commissie van het XA'o Nederlandsch taal- en letterkundig Congres, gedaan hebt, gelast mij u te berichten, dat hij met groot vermaak het feest zal bijwo nen dat den 28 Augustus, te 3 ure namiddag in het «Palais Ducal" zal plaats hebben. «Ik neem deze gelegenheid waar, mijn heer de Voorzitter, om u de verzekering mijner hoogachting aau te bieden. «Do overste van het Kabinet des Konings (get.) «Jules Devaux." 2o. Van den Nederl. Minister van Bin nenlandsehe Zaken de heer Heemskerk, ken nis gevende, dat hij door te late uitnoodi ging tot hijwoning van het congres, buiten de gelegenheid was, hetzelve te komen bij wonen. 3e. Van denBelg. Minister van Binnenl. Zaken de heer Delcour, mededeelende dat hij eenige dor bijeenkomsten van het congres hoopte hij te wonen. 4o. Van don oud-Minister Van den Pee-; reboom, berichtende dat hij tot zijn leed wezen door ongesteldheid verhinderd was bij het congres tegenwoordig te zijn. Nadat nogeeuige mededeelingen gedaan en rapporten uitgebracht waren omtrent op het 14e congres behandelde zaken, als lc een aandrang bij de Nedeil. regeering tot in standhouding om de historische waarde van het «Slot lo Muiden", waarop nog geen ant woord ingekomen was 2o. het zooveel mogelijk overal bespelen der carillons met vaderiandsche liederen; 3o. de aan de Belgische regeering aanbe volen aanstelling van meer archivaris sen en iu het algemeen het houden van meer toezicht op de bewaring in de gemeenten van oude archieven, haddon er nog eenige samen- sprekingen plaats, waarna de leden nitge- noodigd werden zich naar de afdeelingen to begeven, alwaar zij tot 2 uren bijeenhleven, om zich van daar naar het (Hertogelijk pa leis) te begeven, waar in tegenwoordigheid van den Koning en de Koningin twee gele genheidsliederen door 300 h 400 heeren en dames op voortreffelijke wijze gezongen werden, onder de leiding van het orkest van den koninklijken Muntschouwburg. Solist mevrouw Valentine de Give-Lede- lier mezzo soprano; Blauwaert baryton; J. van Cauteren tenor en 't geheel onder de lei ding van den heer Henry Warnots. Des avonds te 9 ure was er een Vlaamsch feest in het Lucashuis, Hertogelijke straat no. 22 bis, welbekend om het daar nog bestaande ameublement, alles van do 16e eeuw. Dit verslag mogen wij niet besluiten zonder de mededeeling, dat de Nederlandsehe met de Belgische vlaggen niet alleen van den stadhuisloren waaiden, maar ook dat zoo wel

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1876 | | pagina 1