ARMOEDE. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Verpachting ONDERHANDSCH N°. 1. Zeventiende jaargang. Au. 1876. Vrijdag 7 Januari. TE KOOP: SI IS C H SWBEOLAB Dit weekblad verschijnt iederen Vrijdag. Prijs per drie maanden f 1. Afzonderlijke nommers 7 cents. Prijs der advertentiënvan 15 regels 60 cent elke regel meer 7% cent. Groote letters naar het ge tal gewone regels die zij beslaan. Ingezonden Stukken en Brieven de Redactie betreffende benevens Ailvertentiëu (uiterlijk des Donderdags avonds 4 ure) en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten, te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles FRANCO. Bij den aanvang van 1876 brengt de on- dergeteekende aan zijne abonnés en lezers zijne beste wensclien. jDE UITGEVER. Sluis, 1 Januari 1876. OP VRIJDAG 14 JANUARIJ 1876, des voormiddags ten 9 lire, znllen BUR GEMEESTER en WETHOUDERS van Sluis in bet openbaar verpachten a. 32 perceelen Wal, vcrlamlc Vest en Weide in die gemeente, waarvan sommige om te scheuren l). een perceei Moveaiiergu'OMd bij het Pas c. den in 12 ge deelten d. het voormalig Msiis, (thans bergplaats) in dien Tuin e. het WooBïIüBBisje, grenzende aan de Zuidpoort f. hetGa»as van de Zijkanten van den Straatweg van Sluis naar de Kruis- schans, (Heille,) in drie gedeelten en ghet vSscfiiwaites*, genaamd liet Sint Donasche gat. De verpachting geschiedt van eenige per ceelen voor één jaar, van de overige voor 3, 5 of 7 jaren. Van de kaart der te verpachten eigen dommen, zoo wel als van de voorwaarden van werpachting, kan op de werkdagen, in den voormiddag, ter Secretarie inzage wor den genomen. Burgemeester en Wethouders ran Sluis, HENNEQUIN, Burgemeester J. BEKAAR, Secretaris. 7 hoogstammige ©Imicfoooiiien, van 1.98 tot 2.29 meter in de koord, staande op den Zuiddijk te Sluis. Schriftelijke aanbiedingen van prijs in te leveren bij den Burgemeester van Sluis vóór of op 14 Januarij 1876. De meeste der natuurlijke oorzaken van armoede, waarover we in een vorig nummer spraken, werken slechts tijdelijk of plaatse lijk, zelden hebben zij eou' langdurigen in vloed op het lot der volken en zeer merk waardig is het om na te gaan hoe bv. de gevolgen van zware oorlogen, overstroo- mingen enz. al werken ze tijdelijk aller- noodlottigst in de landstreken die er door worden geteisterd, veel korter worden ge voeld en spoediger zijn vergeten als men ooit zou kunnen vermoeden. Wat de oorzaken der.armoede betreft, waar die voortspruit uit eigen schuld en toedoen der armen, hier is voor ieder onzer de mogelijkheid geopend om die te zoeken, te leeren kennen en te bestrijden. Beschavingen verlichting, lust tot streven naar vooruitgang op elk gebied, moeten wij brengen aan de lagere klassen onzer maat schappij wij moeten de zodon onzer armen veredelen, hun reine en ware godsvrucht leeren, wij moeten hunne oogen openen voor hunne ware belangen, hun tastbaar en duidelijk doen gevoelen, dat spaar zaamheid, orde en vlijt hen kunnen op heffen uit hunne ellonde en brengen tot een' zekoren welstand. Men zegt dat er een streven in deze richting in onze maatschappij plaats heeft en niet zonder vruchtmen beweert dat het algemeen peil der armoede in onze hedendaagsche zamenleving dalende is gaarne zouden wc zonder eenigo aarzeling die stellingen onderschrijven, maar 't valt niet gemakkelijk, waar we onder onze oogen, en liet platteland zal zeker nog wel van heter conditie zijn in dezen als onze groote steden, nog zooveel armoede waar nomen Na over armoede alzoo een en ander te hebben meegedeeld, wensch ik te he sluiten met eenige regelen te wijden aan den algemeenen naam voor de bestrijding dier maatschappelijke kwaal, aaDtar- menwrg Zoolang er armen op de wereld zijn, zoo lang ook bestaat reeds de edele aandrift van beterhedeelden om aan die ongeiukkigen lafenis te bezorgen in hun lijden en hun lot te verbeteren; zóó vinden we in den Bijbel zeer belangrijke bepalingen omtrent armenzorg; de Israëlitische Staatsordening steunende op bet beginsel dat in de eerste plaats alle eigendom aan God behoort, geeft ook den arme een vast aangewezen aandeel in het land en het roerend goed. In het Mohammedaansche recht ontmoe ten wij de aalmoezen als zoenoffers voor bedreven zonden. Het oude Athene kende in den bloeitijd geene armen en had dus geen behoefte aan armenzorg, maar in Rome werd de zorg voor de armen, een middel in de hand van politieke raddraaiers om zich vooruittewerken, mendenke slechts aan de koornuitdeelingen en aan die bladzijde uit de geschiedenis van Rome toen de Gracchen hunne plannen smeedden. In de middeleeuwen kwam het Chris tendom te voorschijn en met dat Chris tendom eene krachtige opwekking tot het uitoefenen van de meest milde weldadig heid de Kerk ging voor met op de ruimste wijze hare giften uittedeelen en spoorde alle hare belijders aan om dat voorbeeld te vol gen,maar helaas met geen ander gevolg dan dat de armoede en het getal der armen schrikbarend toenam en spoedig de krachten der Kerk tekort schoten, dc Staat wel te hulp moest komen en zoodoende den last der armenverzorgingop de Gemeenten kwam te drukken. Ons bestek gedoogt niet om den toestand van hut armwezen in de middeleeuwen uit- tewerken, een onderwerp zóó belangrijken zóó rijk als er weinige zijn aan te wijzen. We herinneren slechts aan den invloed van het gildewezen de trouwe afspiegeling van het leven der burgermaatschappij in de Middeneeuwen, de intéressante en karakte ristieke wetgeving op dit punt in Engeland, het voor zijn tijd uitnemend stelsel van ar menverzorging in do Scatidinavischo rijken, als enkele hoofdpunten bij de beschouwing van een strijd reeds gestreden in de grijze middeneeuwen en in onze dagen zeker nog lang niet volstreden. Wanneer we nu het oog slaan op de ge schiedenis der armenzorg in onze eeuw, dan vinden we een drietal stelsels die alle hunnen oorsprong hehben in godsvrucht en mede lijdende liefde, de edelste aandoeningen van het menschelijke hart en alle het doel om niet alleen den arme tijdelijk te helpen, maar tevens door verstandige zamenwer- king van krachten en middelen, met over leg en oordeel, de armoede te bestrijden. Het eerste stelsel is dat «van geheel vrije regellooze, bijzondere liefdadigheid Het tweede wil vrijwillige armenzorg door vereeniging van krachten en middelen naar vaste beginselen en regelen"; bij dit stelsel treedt de bedeoling door de Kark vooral op den voorgrond. Het derde eindelijk eischt „dat de Staat als een tak van het Staatsbestuur zelf, de veelomvattende Staatsarmenzorg op zich neme"; de wet zal dan de verantwoorde lijkheid naauwkeurig moeten omschrijven en de regering zal al de haar ten dienste staande middelen aanwenden moeten naar mate van de bestaande behoeften. Elk dezer stelsels hooft zijne voorstanders en bestrijders en uit de samenvoeging dezer drie is een vierde stelsel voortgekomen, een gemengd stelsel, waarover later.Wanneer op vaste dagen in de week, een gansche stoet van armen onze deuren afloopt en wij een zeker weinig afdoend middel tot leniging der armoedein den vorm van een aalmoes uitreiken, dan verklaren we ons voorstan ders van het eerste der zoo ovengenoemde systemen; als we het verdedigen moesten, zouden we niet veel anders kunnen zeggen, dan dat dit ten minste hetmeest, zuiver het beginsel bewaart dat de armenzorg het werk der liefde is; maar wanneer men ons tegenwierp dat dit aalmoezen-stelsel geheel onvoldoende is en gebrekkig, omdat we zon der onderzoek en oordeel geven, ons door oogenblikkelijk medelijden laten bewegen om aan den een te veel, den ander te weinig te geven, somsookomvan brutaloen lastig aandringende vragers ontslagen te

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1876 | | pagina 1