NIEUWS- El ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH VLAANDEREN. N°. 72. Zestiende jaargang. Ao. 1875. Vrijdag 19 November. Hoe zullen we onze winteravonden doorbrengen Buitenland. S111S C HITOBIAD Dit weekblad verschijnt^iederen Vrijdag. Prijs per drie maanden 1. Afzonderlijke nommers 7 cents. Prijs der advertentiënvan 15 regels 60 cent elke regel meer 7% cent. Groote letters naar liet ge tal gewone regels die zij beslaan. In"ezonden Stukken en Brieven de Redactie betreffende benevens Advertentiën (uiterlijk des Donderdags avonds 4 ure) en "ewone Berichten oi' Mededeelingen van Correspondenten, te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles FRANCO. De ondergeteekende betuigt zijnen harte- lijken dank, voor de vele blijken van goed keuring, die hij in de laatste dagen van verschillende zijden mocht ontvangen, wat hem niet anders dan aanmoedigen kan, om zijn Weekblad zoo veel mogelijk meer en meer aan diezelfde bestemming te doen be antwoorden. Zij die zich daarop nog met lo Januari 1876 mochten willen abonneereu, ontvangen de nommers tot dat tijdstip GRATIS. DE UITGEVER. Dat is een vraag, waarde lezers van liet Sluisch Weekblad, die bij U zeiven ook al eens zal opgekomen zijn, wanneer ge gezel lig aan den kuisselijken haard of in den vriendenkring de ruwheid van do Novem berstormen, die wo dit jaar volop hebben, ontweekten dat is dan ook een /raag die voor ons bewoners van liet platteland van vrij groot gewicht isde gelukkige stedelingen hebben dat bij ons voor dat ze eiken winteravond die vraag op drie of vier wijzen kunnen beantwoorden dat is ten minste het geval bij hem wiens beurs goed gevuld is en die zoowel een heel duur, maar nogniet altijd daarom heel mooi, concert kan bijwonen ais eene lezing, gratis of zoo goed als waar hij het gehoor kan helpen vormen van een min of meer beroemd rede naar maar ook hij die niet zóó goed bij kas is en toch graag goede muziek hoort of het een en ander wat hem in zijn dagelijksch leven tepaskomt en zijn kennis vermeerdert, kan in onzegrooterestedenevengoed terecht. Nu zal ik wel niet behoeven te bewijzen dat dit in de gemeenten van het 4C District heel anders is en dat voornamelijk in Sluis, ieder eerzaam burger, ook al wou hij nog zóó graag anders, steeds koekoek ééngezang hetzelfde antwoord moet geven, als hij zich de moeite nog geeft om de vraag te doen, die ik boven neerschreef. Ik wil niet tekort doen aan wat in vorige winters, ons de Rederijkerskamer en het Tooneelgezelschap te hooren gaven, maar dat waren de zeer enkele uitzonderingen op de lange rei van lange winteravonden waar op niets te doen was; nu dacht mij zóó, we konden dat dezen winter eens heel an ders hebben en al hadden we niet de moeie- lijke taak om op één avond uit drie of vier vermakelijkheden te moeten kiezen, wo zou den toch wel zoover kunnon komen dat we om de acht of 14 dagen, één avond hadden waarvan we zeker wisten dat die gezellig en nuttig werd doorgebracht. Onder de goede nieuwigheden van den laats ten tijd, zijn er twee die ik zóó gaarne ook hier ingaDg zag krijgen, ze hebben-beide één zelfde doel, al zal menigeen misschien lagchen als ik ze in één adem noemin de eerste plaats bedoel ik de vereeniging die zich op de meeste plaatsen, geloof ik, Floralia noemt en die in het voorjaar, stek ken en plantjes van bloemen die niet al te moeielijk te kweeken zijn, verkrijgbaar stelt en dat wel gralis zoodat ieder vrind van bloemen er aan kan, waartegen de be giftigde echter de verplichting opzich neemt, om na eenige maanden, met zijn kweeke- linge weèr zich aantemelden, als wanneer al het uitgereikte tentoongesteld wordt en aan de gelukkigste en trouwste verzorgers, prijzen worden toegekend; niemand zal wel twijfelen, of dit zou hier met hot beste ge volg zijn (e beproeven, als men maar eens nagaat welke flinkgekweekte en fraaie bloemen in onze omgeving soms de klein ste hutjes en kamertjes sieren, eu concur rentie, voorafgegaan door eenige nuttige wenken van een man van 't vak, zou hier zeker ook ten goede werken. Maar, zegt men wellicht, wat doet ge in de kou mei Uw praatjes over bloemen, en het doel van dit mijn schrijven was dan ook om over een andere zaak, iets wat in den laatsten tijd evenzeer op den voorgrond getreden is, te spreken nl. de volksvoorlezingen die in de groote steden aan allen die wat meer weten willen aan gaande allerlei dingen in do maatschappij, waarvan ze wel genot hebben en voordeel, maar waarvan ze toch de inrichting en de werking niet heel best begrijpen, de gele genheid geven om tegen een zeer geringe uitgave of soms gratis, zich daarvan op de hoogte te stellen. Als ik het met een voorbeeld mocht duidelijk maken, zou ik bv. willen dat onze directeur van 't tele graafkantoor ons eens duidelijk maakte hoe de telegraaf werktwaarvan sommigen zeker niet heel veel meer weten als dat er palen staan waar langs een ijzeren draad gespannen is, dat onze doctor ons eens eenige algemeene begrippen gaf van de gezond heidsleer, waartegen wij allen zeker wel dagelijks en vaak onwetend zondigen, dat een ander die er wat van afweet of lezen kan, ons een duidelijk begrip gaf van onzen re- geeringsvorm en zoo ieder in zijn vak eens het een en ander bij elkander bracht om eenige winteravonden nnttig en aangenaam door te brengen en dat wel op zoodanige wijze dat de kleine onkosten van vuur en licht betaald werden door hen die daartoe in staat waren, waardoor ook de minder gelukkigen, die gaarne in plaats van hunne avonduren altijd in kroegen of in straatge- sprekken door te brengen, eens wat dege lijks hooren willen, gratis konden worden toegelaten. Ik geef dit denkbeeld, zooals het bij mij opkwam zonder het eenigzins breeder te willen uitwerken of schrijven, vóór en aleer ik de ervaring heb opgedaan dat zij, die in de toekomst sprekers en gehoor zouden moe ten vormen, lust en opgewektheid hebben om op de aangegeven wijzeonze lange winteravonden te helpen korten waartoe zij zich slechts tot X. te wenden hebben; dit stond echter bij mij vast, dat die avonden voor ieder toegankelijk wezen moeten, en wat daar gesproken wordt, zoodanig dat het niemand in zijne overtuiging slechts eenigzins kwetsen kunneim mers wij hebben de ondervinding van vrij nabij dat de proef tot onderrichting van minder ontwikkelden metgoede bedoelingen gekozen tot niets leidt, eenvoudig omdat men begon met anderer meening in een belachelijk daglicht te stellen onder den schijn van die te eerbiedigen. In voorlezingen als die ik bedoel, kan men zich van alle critiek onthouden, maar zal men zoo bevattelijk en duidelijk moge lijk moeten trachten het onderwerp aat men gekozen heeft, onder de aandacht te brengen van zijne hoorders, opdat ieder hunner een goed besteden avond door- brenge en met het gehoorde zijn voordeel doe. Die uitreiking van planten in den zomer en het laatste besprokene, in den winter, hebben éénzelfde doel d. i. om aan de minder bedeelden in de maatschappij, zóówel wat geldelijke middelen als geestes ontwikkeling aangaat, te toonen dat zij die gelukkiger zijn, hen van de voordeelen daarvan, niet verstoken willen laten, en willen meêdeelen van wat zij meer hebben en van wat zij meer weten. Wie helpt mij daarbij X. Sluis, 14 November 1875. B e 1 g i e. Te Heijst is het water tot over de duinen heengeslagen, en zijn aldaar ver schillende woningen onder water geloopen. Zooals men weet, zijn de duinen tusschen Blankenberghe en Heijst reeds vroeger veel in hunne vroegere breedte afgenomen en nu hebben de jonéste stormen die oever verdediging wederom zoodanig slag geleverd dat op sommige plaatsen meters duin ver loren en door af bressen vele steilten ont staan zijn. Nieupoort bleef mede niet verschoond. Veroorzaakte de hooge vloed binnen de stad veel schade aan sommige woningen en ook door onderloopen van kelders, aan de kracht dadige handelingen van den burgemeester en den ingenieur der bruggen en wegen heeft men het vooral te danken, dat men voor grooter rampen gespaard gebleven is. Intusschen is die echter toch reeds vrij belangrijk aan eenige aldaar in aanbouw zijnde nieuwe sluiswerken en in de nabij heid gelegen kustverdedigingswerken. Al-

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1875 | | pagina 1