N°. 67.
Zestiende jaargang.
A0. 1875.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH VLAANDEREN.
Vrijdag lij October.
Algemeen overzicht.
SI HI S C H i WEIKBI AD
Dit weekblad verschijnt iederen Vrijdag.
Prijs per drie maanden 1.
Afzonderlijke nommers 7 cents.
Prijs der advertentiën: van 1—5 rego's. 60 cent
elke regel meer 7}/2 cent» Groote letters naar liet ge
tal gewone regels die zij beslaan.
Ingezonden Stukken en Brieven de Redactie betreffende benevens Advertentiën -i
en gewone Berichten of Mededeelingen van CorrespondentSn, te bezorgen bij
uiterlijk des Donderdags avonds 4 ure)
en Uitgever dezes, alles FP.ANCO.
Hoeren geabonneerden in Nederland
gelieven het bedrag over het afgeloo-
pen 3° kwartaal per postwissel aan den
Uitgever toe te zenden, na aftrek van
de daarop vallende kosten.
Reeds lang was er eene spanning tus-
schen onze regeering en het bestuur der
republiek VENEZUELA in Zuid-Arae-
rika, grootendeels veroorzaakt door dat
de tolkantoren la Vela de Coro en Mara-
caïbo, in die republiek gelegen, het eene
vlak tegenover het andere een weinig be
westen ons eiland Curacao, voor don bui-
tenlandschen in-, uit- en doorvoerhandel
gesloten waren. Zoowel de koloniale kas
van Curacao, als de handel en scheepvaart
dier bezitting werden daardoor zeer gedrukt
en de regeering van Venezuela bleef, on
danks alle vertoogen, bij haar besluit. De
president verdedigde hare handelwijze bij
do opening van bet congres dor republiek
op 5 Mei jl. met do verklaring barer nood
zakelijkheid, om «het land togen aanran
dingen van CuraQao te vrijwaren", en om
«niet alleen Venezuela van do aanraking
van zulk een lastigon nabuur te bevrij
den, maar ook den handel en het westelijk
gedeelte van hot kustland te verbeteren
en te bevorderen". Waarop die verklaring
steunt wordt duidelijk, als men weet,
dat het gerucht verbreid is, (waar of on
waar, dit willen wij niet beslissen) dat
bij een in October 1874 te Coco uitgebro
ken opstand, van uit Curasao wapenen
en ammunitie aan de opstandelingen waren
verstrekt, en dat de naar CuraQao uitge
weken politieke overwonnenen van daar
het oorlogsvuur weder aanstookten. De
schoener Midas was-dan ook door de re
geering van Vonezuela verbeurd verklaard
en de bemanning mishandeld geworden.
De gezagvoerder van dien schoener heeft
zich daarover bij onze regeering beklaagd
en er zijn onderhandelingen over een en
ander met de regeering van Venezuela
gevoerd. Ziedaar in liet kort de aanleidende
oorzaak tot den tegenwoordigen toestand.
Men weet, dat het Gouvernement van
Venezuela, op grond van deu bovengemel-
den toevoer van oorlogsbehoeften door in
gezetenen van CuraQao aan do partij, die
den jongsten opstand in Venezuela verwekte,
bet voornemen had opgevat, vergoeding van
de tot demping van dien opstand gemaakte
oorlogskosten van Nederland te oischen.
Deze vordering werd een maand of drie
geleden bij nota tor kennis van onze
Regeering gebracht, die echter weigerdeon-
derhandelingen te openen voordat aan twee
voorwaarden', onzerzijds gesteld, zou zijn
voldaan: lo. uitlevering van het prijs ver
klaarde schip Midas 2o. heropening van
de voor den handel gesloten Venezolaan-
sclie havens.
Van os zijde van Venezuela werd be
zwaar gemaakt. De prijsverklaring van de
Midas had plaats gehad door de Rechter
lijke Macht de sluiting van de havens
was een maatregel, waartoe de Wetgevende
Macht het initiatief Jiad genomen. Boven
dien gold die sluiting niet Nederland alleen,
maar alle andero natiën. Men oordeelde
het alzoo onmogelijk daaromtrent te zwich
ten tvoor de vordering van ééne natie.
Naar men wil, moet Vonezuela zich niet
ongeneigd hebben betoond de zaak aan
scheidsrechterlijke uitspraak te onderwer
pen
Onzerzijds werd gewezen op het feit,
dat President Guzman Bianco in zijne
presidiale boodschap de sluiting van de
havens had voorgesteld als een maatregel
van represaille, bepaaldelijk tegen CuraQao
genomen.
Laatstelijk heeft Venezuela zich bereid
verklaard, ofschoon zich daartoe niet ver
verplicht achtende, maar uit condescendance
tegenover Nederland, aan deneiseh tot uit
levering van de Midas toe te geven. Daar
entegen verlangde het intrekking van den
eisch betreffende de openstelling der havens.
Hiervan is officieel door den gezant van
Venezuela aan onze Regeering aanzegging
gedaan bij een nota, die Woensdagochtend
te 10'A ure aan het Departement van Bui-
tenlaudsche Zakon is ingeleverd en waarbij
een termijn van driemaal 24 uren werd
gesteld voor de intrekking van den bedoel
den eisch, onder te keunengeving dat, in
geval hieraan binnen dien termijn niet
mocht zijn gehoor gegeven, de vriendschap
pelijke betrekkingen tusschen de beide Gou
vernementen als afgebroken zouden worden
beschouwd.
Eu werkelijk heeft de zaak deze laatste
uitkomst gehad.
De diplomatieke en politieke relation
Venezuela zijn jl. Zaturdag officieel afgebro
ken en de Venezolaanse!)e gezant, dr. Josh
U. Rojas heeft, in gezelschap van zijn
secretaris, dr. a Paria Bolivar, omstreeks
M jrrejj. 's Hage verlaten
G. C.
Als aanvulling van de gister door den
Minister van Buitenlandscho Zaken gegeven
inlichtingen, betrekkelijk de verwikkelingen
met Veneuzlea, zijn wij in staat gesteld nog
het volgende mee te deelen.
De Venezolaansche gezant'had in zijn nota
van Woensdag jl. te kennen gegeven, dat,
indien aan den daarin gestelden eisch niet
mogt worden voldaan, liem' zijn paspoorten
moesten worden toegezonden. In antwoord
hierop heeft de Minister, in zijn nota van
Vrijdag, in herinnering gebracht, dat de ge
zant bij zijn jongste afwezigheid met verlof
een pas had ontvangen, geldig voor een ge
heel jaar, en dat hij daarvan gebruik kon
maken.
Er zijn alzoo geen definitieve paspoorten
verstrekt.
De heer dr. José M. Rojas, gevolmagtigd
Minister en buitengewoon gezant van Ve
nezuela bij hot Nederlandsche Hof, is Za
terdag-middag ten 5 ui-Q te Brussel aange
komen, en heeft, na met een aantal leden
van het corps diplomatique aldaar lang
durige confcrentiën te hebben gehad, in den
namiddag van Zondag de reis naar Parijs
voortgezet.
De heer Rojas vertrekt binnen weinige
dagen naar Spanje, tot het aanbieden zij
ner geloofsbrieven als gevolmagtigd Minis
ter bij liet Spaansche Hof.
De SPAANSCHE Regeering blijkt in den
laatsten tijd meer zorg te wijden aan Cuba;
vrij belangrijke versterkingen worden der
waarts gezonden.
Generaal Martinez Campos vervolgt da
Carlisten in de provincie Gerona en heeft
tot dat doel zijn korps verdeeld in ver
schillende kleine kolonnen een daarvan
is slaags geraakt met de Carlistische bende
onder Gamundi, die daarbij verloor 130
dooden en gekwetsten en 75 gevangenen.
De krijgsraad te Madrid heeft uitspraak
gedaan in de zaak van de officieren, die
beschuldigd zijn bij het gevecht bij Lacar,
eenige maanden geleden, hun plicht niet
te hebben gedaan en daardoor de nederlaag
ledengeneraal Viergeol is veroordeeld
tot verlies van zijn rang en een aantal
officieren tot opsluiting in een vesting.