NIEUWS- Ell ADVERTENTIEBLAD SIM WESTELIJK ZEEUWSCH-VLJUNDEKEN. Vrij da" 8 October. Zestiende jaargang. A0. 1875. Algemeen overzicht. Binnenland. No. 66. LIIIS11WEEKBLAD Dn weekblad verschijnt iederen Vrijdag. Prijs der advertentiën: 130 cent Prijs per drie maanden 1. elke regel meer 71/, cent. Groote letters naar het ge« Afzonderlijke nommers 7 cents. tal gewone regels die zij beslaan. Ingezonden Stukken en Brieven de Redactie betreffende benevens Advertentiën (uiterlijk des Donderdags avonds 4 ure) en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten, te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles FRANCO. De Koning van SPANJE heeft bij de ope ning van do Universiteit in de hoofdstad eene rede gehouden, waarin hij getuigenis heeft afgelegd van do goede bedoelingen die hem eigen zijnZ. M. wil het einde van den burgeroorlog, verbetering van het onderwijs en van dc zedelijkheid. De gemeenteraden zullen de kiezerslijsten opmaken, iets wat rnon reeds lang heeft verwacht. De opperbevelhebber van hol Noorderle- ger, generaal Quesada is to Madrid aan- gekomon. De Carlisten verliezen hoe langer hoe meer terrein en manschappen want deze de- sertocron steeds in grooteren getale. Het laatzich bezien dat de burgeroorlog zijn einde nadert. Donna Margarita, vergezeld van hare vier jeugdige kiudcren, doorreist sedert eenige dagen het Carlistisch grondgebied; een laat ste poging om door theatrale tentoonstelling vanden kleinen pseudo-prins van Astururias, die voor zulke gelegenheden gewoonlijk in miniatuur-generaalsuniform (boina incluis) gedoscht wordt, den slinkenden geestdrift aan te wakkoren. De TURKEN zijn van een beschuldiging die hen drukte, bevrijd; do twee Servische officieren zijn uit den doode opgestaan en als boeren verkleed bij de hunnen terugge keerd. Ook van de verdenking, die op hen rustte, als zouden zij een eilandje in do Duna willen bezetten, en klachten bij de Mogend heden over Servies houding hebben inge diend, is do Porte gezuiverd. De Serviërs hebben behalve hun oorlog kwestie nog een andere om den ledigen tijd te vullen, ofschoon er zeker thans niet veel oogenblikkon overschieten, waarop zij niet weten wat zij bepraten zullen. Naast de Turken is Stefanovitz, de afgetreden Minis ter van Binnenlandsche Zaken, hun zonde bok. Een afgevaardigde heeft voorgesteld dezen heer in staat van beschuldiging te stellen, omdat hij zich in do verkiezingen gemengd zouhebben. 't Arme land wordt in- en uitwendig door vijanden van do gerech tigheid bestookt. Ondertusscheu vergeet liet de opstand'elingenniet. Het hoofd dor Griek- sche kerk daar te landespringt voor zijn ver armde en gevluchte geloofsgcnoolen in de bres. Een smeekschrift werd aan mensch- heid en Crislenlieid m. a. w. aan de ge- heele wereld gericht om hulp voor de Bos nische en Herzegowinische kmderon, vrou wen en grijsaards. Nog moet er hevig zijn govochten bij Pra- patriena enKleparinawaarbijde Turken zich een weg baandendooreenkorps insurgenten, doch de laatsten, zoo telegrafeert men uit Ragusa, overwinnaars bleven. Luxemburg. Vanwege de regeering der hoofdstad is fyet volgende stuk uitgevaardigd en alom bekend gemaakt. „PROCLAMATIE. /it „Op 5, 6, en 7 October e. k, zal de bevolking van liet groothertogdom -de 25° verjaring vie ren van den dag, waarop Z. K. H. prins Hen drik der Nederlanden werd benoemd-tot ste dehouder van Z. M. den Koning Groothertog van Luxemburg, „De feesten door de stad Luxemburg op die heugelijke dageu te vieren, zullen op schitte rende wijze een tijdperk van het vierde ge deelte eener eeuw besluiten, gelijk de geschie denis van het Luxomburgsche volk geen tweede kan aanwijzen, hetzij nien zulks beschouwt vau het standpunt zijner staatkundige vrij heid en onafhankelijkheid of van dat zijner- stoffelijke en zedelijke welvaart. „De buitengewoon gelukkige toestand, waar in het land verkeert, is hetgevolg van de trouwe zorg van den edelen vorst; dieonslandregeert; eu zeer veel heeft daartoe bijgedragen debroe- der des Konings, wiens jubilé wij vieren, de hooggeëerde prinsstedehouder, die al zijn krachten heeft gewijd aan de bevordering van de welvaart des volks, dat hij hartelijk bemint. „Dat de bevolking der hoofdstad, doordron gen van dankbaarheid voor het geluk, dat ons land te beurt valt, die heugelijke dagen met geestdrift viere, als den aanvangvan een nieuw tijdperk van voorspoed, dat aan Luxemburg zal zijn beschoren, zoolang Z. K. H. de teugels vau hot bewind blijft voeren. «Een algemeene illuminatie onzer woningen zij een vrijwillige, maar schitterende hulde door ons gebracht aan den beminden Prins- Stedehouder, voor wien wij allen de onge- veindste liefde en hoogachting koesteren. „Leve de Prins-Stedehouder „Leve de Koning! „Leve het Huis van Oranje-Nassau Burg. en Weth. Luxemburg, Ch. Simonis, president. 28 September 1875. Wetee, secretaris. De ontvangst van den Prins, bij zijnintocht in de versierde hoofdstad, is schitterend ge weest; de geestdrift wasbuitengewoongroot. Duitschland is daar vertegenwoordigd door graaf von Arnim, adjudant dos Keizers; Frankrijk en Bolgie hebben medo afgevaar digden gezonden. Ook do maatschappijen Nederland, Zeeland en de Kon. Ned. Stoom bootmaatschappij hebben zich doen verte genwoordigen door de heeren Ramann, Tak van Poortvliet, Wiehout, Sprenger en A. Lennep. Uit Luxemburg wordt aan de Amst. Ct. getelegrafeerd „Prins Hendrik zal tot erfelijk Groothertog „van Luxemburg worden geproclameerd, ter- «wijl elke, zelfs de persoonlijke band met de nNederlandsche Dynastie geheel ophoudt." Aan het Luxembm-gscho consulaat te Am sterdam was daarvan evenwel nog niets be kend. S I tj i s, 7 October. Was het hier op de haven geruimen tijd stil door de gestremde vaart op Belgie, ten ge volge der vernieuwing der brug hij Damme, nu dat werkten gerieve, ook door verwijding, der scheepvaart voltooid is, mag do handels- be\yteging in de jongste dagen als uiterst levéndig aangegeven worden, en is de kaai werkelijk bijna te klein om alle de schepen, waaronder er zijn van belangrijken inhoud te kunnen bergen. Vooral was die drukte Maandag hoogst belangrijk door de inlading van twee groote schepen met gerst en tarwe, do lossing van verschillende kolenschepen en de belading van suikerpeeën, waarvan de aanvoer echter zeer belemmerd werd, dooi de dagelijksche vele regen, waardoor som mige landerijen en wogen bijna ontoeganke lijk zijn. De twijfel van sommige deskundigen in het midden latende, of de- productie van suiker wel vol te houden is en in het belang van den landbouw bij volgende zaaijingen be schouwd mag worden, is het toch zeker, dat de suikerpeeën bij ruime verdienste voor vele landbouwers, enorm veel werk en voordeel aanbrengen voor de schipperij en voerlui en speciaal voor de werkende klasse die reeds in den zomer door herhaald zuiveren en nu, dat allo veldarbeid ten einde geraakt nog ruime verdiensten geeft, zoodat niemand die werkenslust bezit, hier behoeft ledig te loo- pen ruimschoots werk en behoorlijk loon verdientdit in aanmerking nemende, zullen de kaaibewoners zich dan ook zeker wel het donderende geplof willen getroosten, dat de, in de schepen nederdalende beeten van den vroegen morgen tot den laten avond te weeg brengen. Opmerkelijk is het dat de suikerpeeën meest geteeld worden zoo veel mogelijk in de nabijheid van havens, aangezien het ver verwijderd transport per as in het najaar ver afwonende landbouwers van de ver bouwing der peeën doet afzien en men deze dikwerf hoort aanhalen, „hadden wij maar een het District doorsnijdende spoorlijn naar onze enkele havens enz. enz., men zoude daar millioenen kilogrammen suikerpeeën meer zien aanvoeren, en ook dan alleen zouden wij en de werkende klasse in de vele verdiensten en arbeid aan dien teelt verhonden kunnen deelen, en zouden die havens door ruimen aan- en afvoer, meer en meer aan het doel hunner stichting in het algemeen belang kunnen beantwoor den." Ook is men hier dit jaar aan de zaai van ajuin begonnen, en aanvankelijk met geen kwaad succes. Waren door langdu rige droogte en te veel onkruid in den ge- huurdengrond, de ondernemers mindertegen- gewerkt, dan zouden zij, bij ccnige meerdere stijging dor thans lage prijzen, hunne on derneming meer naar wcnsch hebben zien slagen. Het detachement mariniers, sterk 300 man, dat in Mei 1873 naar Atclun vertrok, zal na een driejarig verblijf in Indie, tegen de helft van bet volgend jaar hier te lande wederkecren.

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1875 | | pagina 1