N°. 60. Zestiende jaargang. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Vrijdag 27 Augustus. Antidienstvervauging-Bond. Ao. 1875. S Lï IS C H m ff EEKBLAD Dit weekblad verschijnt iederen Vrijdag Prijs per drie maanden 1. Afzonderlijke nommefs 7 cents. Prijs der advertentiënvan 15 régels 60 cent elke regel meer 71/, cent. Groote letters naar het ge tal gewone regels die zij beslaan; Ingezonden Stukken en Blievende Redactie betreffende benevens Advertentiën (uiterlijk des Donderdags avonds 4 ure) eu geivone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten, te bezorgen bij denJtmgever dezes, alles FRANCO. Landgenooten Pas geboren, neemt de Bond ras toe. Bij gelijke der lawine in macht. Maar deze rolt meêdoogenloos neer en onder scheidt niet in haren wassenden val. Niet zoo de onze. Zij is slechts gericht togen ééne diep ingewortelde kwaal. Is de krankte door de wetgeving op den wog van genezing gebracht, de Bond heeft aan zijne roeping voldaan, niet eer. Dc lijsten van deelnemers zijn gemiddeld van honderd. Aan haar nummers, aan haar gehalte, herkent men den groei en de kracht van den Bond. Op 15 Juli waren er 14 loden. Nu is huu tal meur dan 150 maal zoo groot en wordt de stroom hoe langer zoo ster ker, de machtige vloed van 't zedelijk ge voel des volks. Komt op, zeg ik u, als teen man, gij allen die eon hart hebt Voor den geboortegrond, voor do weder geboorte der natie. liet loon is gegronde zolfachting, het héérlijkste wat men zich in een volk voor tstellen ka m De Vijanden van den Bond wonden alle tniddeien aan om ziju gang te stuiten. Doch vergeefs. Eerst hebben ze getracht hem helachlijk te maken. Maar met het vaster Worden van zijn grond in diepte en in vlakte, in het besef der komende macht, Verging hun dé lust. Éene ernstige open haring van het diepe gevoel des volks eerbiedigt zelfs de hartelooze, wien 't enkel om woorden en om zich is te doen, Zij trachten de natie te misleiden door Vooropzetting der levende strijdkrachten. Dit is alles van den Booze en gaat den Bond niet aan. Zijn recht en zijne kïacht put hij uit het zedelijk gevoel van 't volk, diep beleedigd door eeue vernederende, verachtelijke wetgeving, uit het streven der natie naar verheffing van den volks- geost, naar veredeling van haar karakter, in do eerste plaats. Wij moeten ons zei ven helpen wij moeten voor de wereld be tuigen, dat we niet langer willen dulden de rampzalige wetgeving van 1861, die den fleur der natie voortdurend iu ver zoeking brengt den heiligsten plicht jegens het Vaderland te verzaken Eene wet die d i t doet Hoe kan liet zijn Daar ligt de kracht van den Bond. Dien grond kan geen zielvorkoopersofist doen wegzinken. Steun er op, en al het praten over het kleine door leerlingen van Loyola wordt ijdel. Wordt nietig. Maar, is het beginsel voor die opbeu ring eenmaal aangenomen, is het woord vleesch geworden, wie, die een hart heeft, twijfelt voor een oogenblik aan liet gevolg de verbetering van dat edelste orgaan de levende strijdkrachton Bedenkt toch kiezers en gekozenen alle gegoe den zullen huil zoons moeten zenden naar de groote school van orde en van tucht. Zij in wie de macht zetelt, zij welke de macht vormen, zullen in hnn eigen vleesch en bloed dat orgaan achten, lieven, eeren, en dus er wel voor zorgen dat het zoo goed mogelijk ingericht on behandeld worde. Ziet dbir het gevolg. Geheel de natie zal belang stellen in dat orgaanbelang, "i do volkomenste eenheid met het geheel diep geworteld. Er zal geen slagboom meer zijn tusschen volk en leger. Daarin ligt een waarborg hoog verheven boven alle spitsvondigheden der parlementaire strategie, of wilt ge liever van de zielveri oopersofisterij. De Bond heeft niets Hoegenaamd te ma ken met uitvoering. Dié gaat de Regeering aan. De Bond wil alleen aan het Bestuur motieven schaffen oversterk voor spoedige handeling op den trouwen grond der on vervreemdbaarheid van weerrecht, dien der verlossing van den fleur der na tie van den schandelijken incubus van ver laging bij de wet. Het is de roeping van den Bond te strijden tot dat wetgeving op die basis verkregen is. Bondgenooten! vrienden van den Bond bekommert u dus in het minste niet over strikvragen van detail. De geest brengt de details van zelf aan de orde. De zedelijke verbetering van het geheel, waarvan de krijgsmacht eene afscheiding is, moet in beginsel voorgaan. Zij is de hoofdzaak der hoofdzaken, het doel van den Bond. Sommigen hebben getracht tebetoogen dat de Grondwet de zuivering verbiedt. Wacht u voor dat middel: Uiterst ge vaarlijk is hot. Tracht veeleer te toonen, dat althans deze groote verbetering on der onze tegenwoordige hoogste wet ver kregen kan worden. Doe dit met al de kracht die in u is. Wat toch ware een Grondwet, die het volk belette zolfachting te bereiken, eene Grondwet, die zou dwin gen tot aanmoediging bij de wet van het «sauve qui peut," tot verlaging en ver drukking van den volksgeest? Dat kan ik, wil ik niet gelooven van de wet van 1848. De Bond begrijpt reeds één voornaam lid van de Eerste Kamer (1)en eenige leden van de Tweede Kamer. (2) Zij, die op 30 Juni 1873 voor het beginsel stem den, behoorden allo in don Bond te treden, en die anderen ook, wier overtuiging zich sinds naar den tijdgeest zette. Immers hoe machtiger de Bond is aan zulke hooge (1) Jonkheer C. Hartsen. (2) Jonkheer de Casembroot, Dr. Kuiper. Kien, Fransen van de Putte, Geertsema, Lenting en 01- denhuis Gratama, elementen, zoo spoediger cn gemakkelijker komt de keer waarvoor wij strijden. De weinige twijfelaars, die ik om toe treding verzocht, keken me aan als of ik Mephisto zelf ware, schudden beden- delijk het hoofd, en zeiden«dat kan immers niet we moeten vrij blijven." Hoe vreemdals of er bij geloovigen voor een oogenblik quaestie kon zijn van vrijheid Als of zij het Land ooit beter zouden kunnen dienon dan door overal en bij iedere gelegenheid al het gewicht van hun invloed te werpen in de rechte schaal Doet het nog de natie zal u dankbaar zijn- In vervulling van een zeer aangenamen plicht, betuig ik, als tolk van den Bond en voor mij zeiven, aan de heeren van de Dagbladpers den hartelijksten dank voor hunne behandeling van onze grootste sociale en militaire quaestie van den dag. Do meeste hoofdorganen hebben het edele beginsel met kracht en met welsprekend heid verdedigd, en, de tegenstanders, op enkele uitzonderingen na, droegen hun detailbezwaren onder humane vormen voor. De Bond mag zich verheugen in het lid maatschap van heeren van de Pers. Zoo, om enkelen te noemen zijn die allen van Het Vaderland, do hoofdredacteur van Het Nieuws van den Dag, de redacteur van de Kamper Courant enz. leden van don Bond. Wat gaf mij de be voegheid zóó tot u te spreken? Was het overtuiging? neen: die had ik sinds lang. Vertrouwen op het volk? evenmin: dat vertrouwen is oud. Wat was het dan? Ik zal 't u zeggen. Door de tallooze brieven van adhaesie, viel mij liet onschatbare voorrecht ten deel een blik te worpen in het hart dos volks, en van dat hart zal ik ten minste nooit meer anders kunnen spreken dan met diepen eerbied en innige liefde. Welnu: die woorden van zoovelen wa ren het, welke overtuiging in zekerheid veranderden, en mij de kracht gaven van ons hoogste goed, onze eer, tot u te spreken. Wegens al die schoone blijken van een diep gevoel, welke klaar doen zien, dat de veredeling van den volksgeest in het gemoed der natie verre de hoogste plaats bekleedt, breng ik u de hulde van het hart. (1) (1) Ik heb geene speciale notitie genomen van de kinderproef, wijl ze inderdaad al te kinderachtig is. Maar dit kan ik verzekeren: Onder de 2100 en meer leden van den Bond zijn er edele mannen bij de vleet met zoons, die weerplichtig worden, en velen hebben op die omstandigheid gewezen. Ik breng eene wel verdiende hulde aan hunne hoogere vaderlandsliefde. Maar, als zij, die geen kinderen hebben, afstand moesten doen van hun recht om meê te werken ten algemeenen nutte het zou er al heel slecht uitzien. Misschien komt de tijd eenmaal, zoo de bondge nooten het veroorlooven, voor publiekmaking aer bewijzen^

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1875 | | pagina 1