NIEUWS- El ADVERTENTIEBLAD VAU WESTELIJK ZEEIIWSCH-VL A AIDER EM. De Kermis. N° 4!. Zestiende Jaargang. A0. 1875. Vrii 'ijüag Si WEBMD Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Yrijdag. Prijs per drie maanden voor Let voormalig 4de district Zeeland f 1,15; voor de overige plaatsen des Itijksfranco per post- f 1,30. Afzonderlijke Nummers f 0,05. Prijs Advertentrën -^Üsrboven f 0,1Zet regels die zij beslaan. Yoor den Werkenden stand en Weldadigheid G Ct. per regel. van 1Jregels f 0,75 elke regel Groofe letters naar het getal gewone Ingezonden Stukken en Brieven, de lled-'ctie betreffende, benevens Aclvertentiën en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten, tc bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FItANCO. Gehooid was liet gras en liet koren was Huilen, 1 Ie najaarszon gloorde met feestlijken glans: 't Was kermis in 't dorpen de blonde boerinnen Vertelden de juichende boeren ten dans. En daar 'ginder aan het venster Zat een arme jongeling X)ie de tering haden sedert Kerstmis niet meer uit en ging. En daar bij de linden klonk vedel en trom; Baar draaide en daar zwaaide de vroolijke drom. Baar woelde en krioelde het alles dooreen Aan lijdenaan sterven!! rïaaraan dacht er daar geen. Ik twijfel er niet nart, geachte Lezers cn Lezeressen, of de meesten ,van U, zoo niet allen hebben zich hij de voordracht van deze weinige regelen het geheele dichtstuk herinnerd van den gevoelvollen van Heers, dat zoo algemeen bekend is en den titel draagt van de zieke jongeling. Scherper tegenstelling dan in de regelen, die ik II mededeelde, kan men zich moeilijk voorstellen: Aan de eene zijde de dartele jeugd, zich verrnkeiende met muziek en dans aan de andere een twintigjarig jongeling, die 't vo rig jaar in de eerste rijen niet ontbrak en nu zich zeiven bewust is, dat voor hem het uur van scheiden met rassche schreden na dert. En toch! de tegenstelling zij schril,- zij is gegrepen uit het leven, de dichter is waar in zijne opvatting. Aan de woning, waar de geboorte ran liet kind des rijken met gejuich wordtbe groet, grenst het vertrek, waar de droeve moeder van een talrijk kroost weent bij den dood van haren echtSenoot, den broodwin ner van 't huisgezin. Niet ver van de paleizen der "groolen en machtigen dezer aarde, waar 't helder flikke rend gaslicht weerkaatst wordt door kristal en goud, waar tal van schoonen zich golven voortbewegen op de toonen der weliuidend- ste muziek, waar weelde en goede smaae met kwistige hand hunne schatten verspreid hebben niet ver van daar is de woning der schamele arme, wier kind weenend om lafenis Vraagt, die haar weigert te verleenen.' Het schitterendst licht schaduw; het heerlijkste volkamfeh woestenij; de elobd lichaam naast groen dagen de zwarsle mast eene diepen rouw naast de dagen des gejuichs; de geboor te naast liet jsterlbed; de wieg naast hot graf. Maast naast de doornen ook het roosje; naast de stormen ook de zonneschijn; naast liet scheiden ook het Weerzien;' naast het sterfbed de geboorte,- daarom kloekmoedig gedragen! bÜjhartig genoten! 't Was kermis 111 't dorp en de blonde boe rinnen Verzelden de juichende boeren ten dans. 'I Was kermisWeet gij wel, hebt gij er ten minste wel eens over gedacht, dat dat woord je kermis voor'elk Nederlander een woord is van buitengewone beleekenis? Weet gij wel, dat liet hem dient tot eene soort tijdsbepaling', een punt van uitgang bij vele zijner daden? Weet gij wel, hebt gij wel eens opgemerkt, dat. een groot gedeelte van het jaar bespro ken wordt en in herinnering' blijft als vóór cn na de kermis? Met kermis moet alles opgeruimd zijn: de huizen,, de harten, de klcederen cn na kermis maar in eene andere beleeke nis van liet woord de beurzen. En 't zij rijk of arm, groot of klein, jong of bedaagd, rechtzinnig en modern conservatief en libe raal, afschaffers van sterken drank en voor standers van de afschaffing der kennissen, allen, wie dan ook, ondervinden den invloed, deelen ecnigermale in [de vreugde Van de kermis. Maar er is een zeker soort van mensehen gekomen, die zicli voor de kermis beginnen te schamen; die de kermissen zouden willen plaatsen in een museum van oudheden O, die opruimers! Ze schijnen niet te we ten, dat zij zelf eene oudheid geworden zijn; ze weten niet, dat. die kermis een gedeelte, een ingrijpend gedeelte 'geworden is van ons leven! sBedenkt toch, dut onze buizen moeten opgeschilderd worden vóór kermis; waarmede zal ik den verver dwingen mijn buurman niet eer te helpen dan mij, indien ik hem niet rnet den noodigen klem op 't gemoed weet te drukken, dat liet vóór kermis klaar moet zijn? Bedenkt, toch dat mijne kinderen een nieuw pakje noodig hebben - wanneer hebben kin deren geene' nieuwe pakjes noodig cn dat mijne vrouw ze al een paar maanden getroost heeft met d; beloile, dat zij er met kennis een zullen krijgen; dat zij verheugd over die belofte en overtuigd, dat zij gehouden zal worden, nog zonder pruttelen en zonder kla gen een zondagschen broek hebben aangetrok ken met een lapje op de plaats der zitting en een jurkje, dat onder liet voorschootje een minder verschoten kleur heeft dan op an dere plaatsen. Weet ge Wel, zegt, hebt gij wel ooit be dacht, dat ik zonder de kermis minstens één zondagspakje aan elk kind en ik heb er zes meer kwijt zou zijn, dan nu zij op de kermis hopen? En onze kinderen zeiven? Denkt gij, dat zij anders zijn dan wij dat ze om al die fraaiigheden in den winkel van A, of 13, of C voor de ramen opgesteld, nog een cent ge ven? Ze hebben ze mooi gevonden, dut 's waar, maar 't is daarin met kleine en groote kinderen hetzelfde.' 't nieuwtje is er af en ze' zijn het beu om er langer naar te kijken. Maar zoo'n kermis! 't Is een feit in hun leven. 1o. Hebben ze geen school: eene gebeur tenis, welke eene van die weinige is, waar over schooljongen en schoolmeester zich gelijktijdig verheugen; over welker noodza kelijkheid zij het volkomen eens zijn; en wier nut zij met hand en tand zullen verdedigen. 2o. Hebben zij een nieuw pak en zijn dus minstens een half uur bepaald net jes. En ofschoon i'k overtuigd ben, dat ieder ouder trotsehheid in zijn kind-zal afkeu ren, zien zij toch te graag dat hunne even beelden eens neljes zijn, dan dat zij bij zoo'n gelegenheid niet een beetje jannigheid of nuffigheid door de vingers zouden zien. So. Gaan zij de kramen bekijken. Ver beeldt u niet, dat zij elke kraam thans voor hel eerst zien. Mis hoor! Ze lubben die rondgaande winkels nagegaan in hunne wor ding; ze kennen eiken kramer van 't vorig jaar zijne geschiedenis, zijne huishouding, zijne familiebetrekkingen. De kermis maakt onze jongens en meisjes tot wereldburgers en burgeressen; zij verruimt hun blik; zij doet hen denken aan oorden, waar men den toren van de plaats der geboorte uit het oog ver loren heeft, En als de kramen zijn uitgestald! Als ken ners en keurmeesters doorloopen zij de rij en liefst met een troepje. Zij Welen U

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1875 | | pagina 1