MARKTBERICHTEN.
Graanmarkten enz.
Ingezonden Stukken.
Advertentien.
verkoopprijs per hectoliter.
BRUGGE1 Mei.
Jarige Tarwe fr. 16,50a20,25
Rogge 13,50 „14,50
Boekweit.
Haver 10,00/,11,25
Gerst u 13,75/,15,00
Paardeboonen 18,00 „19,25
Aardapp. per
100 kilo 5,50„ 7,00
Boter per kilo st. 3642
Eieren per 26 21 25
Vlas p. 21/2 kilo 40 60
Ter markt van Zaterdag l Mei waren aan
gebracht
35 magere Varkens, welke zijn verkocht a 40
tot 80 fr. en 411 kooi-Zwijns (Biggens,) welke
zijn verkocht a 15 tot 30 fr.
Ter markt van Donderdag 28 April, ware,
aangebracht
14 Schapen, welke zijn verkocht a 40 tot 70 fr.
24 April.
17,00
ft
20,00
14,00
14,25
10,50
12,50
15,50
15,75
17,50
19,50
5,50
ir
7,00
30
tt
35
18
n
20
40
60
4 Lammeren,
41 Kalveren
8 vette VarketfS
EECLOO, 29 Maart.
Witte Tarwe fr. 19,39
Roode 11 n
Roggeu
Boekweit
Haver
Gerst
Paardeboonen
Aardapp. per
100 kilo.
Boter per
Eieren de 25
GENT3
Tarwe
llogge.
Gerst.
Haver
Boekweit
Paardeboonen
Aardapp. per
100 kilo.
Boter per
Eieren de 26
fr.
13,86
17,08
10,16
14,77
3,00
2,70
April.
25,—a 26,—
20,—
24,—„24,50
24 „26,—
21,50,,22,00
27,—„27,50
3,50 3,65
2,40 2,50
30 35
70 „125
80 „130
22 April.
18,39
14,31
17,54
10,85
15,70
6,00
2,90
1,(10
23 April.
25,— a 26,—
19,— 19,50
24,—
24,—
24,50
26,—
21,50 22,00
27,-
2,u0
1,70
27,50
3,10
1,80
Een antwoord op de advertentie van het Sluisch
weekblad van vrijdag 23 April jl.
Vele lezers dachten ongetwijveld dat gij een
regtzinnig verstandig man waardt daarmede zijn
zij vergisd en bedrogen zij dachten dat gij een
man was die zede en vrede in de jeugdige harte
der kinderen zoude prenten maar het schijnt ge
heel anders te zijn zij zien dat gij op weg zijt
om haat en nijd in de harte van stad en land
genoten te zaaijen gij zegt in dit advertentie zat
er al lang veel te lang in vele' genieenten van
ons district eene verdraagzaamheid wordt gepre-
drikt die geene verdraagzaamheid is maar slechst
louwheid onverschilligheid lam lendigheid is die
dien ongelukkigen Jan Salie geest in de wereld
heeft gebracht die de menschen te vreden doet
zijn als zij maar veel geld verdienen en lekker
kunnen leven wat gaat het u aan wat er wordt
gepredikt gij wordt immers niet geroepen om
daarna te luisteren gij trekt u iets aan daar gij
niets van weet en waar gij u niet mede moet be
moeien gij zijt dus de schoonste Jan Salie geest die
men nog gezien heeft en wat geeft gij daarom of
zij een anders geld uit de zak halen als gij het
uwe er maar inhoudt en wat het lekker leven be
treft daar moet gij van zwijgen want lekker eten
doet gij ook gaarne dat moet gij een ander niet
misgunnen, gij denkt ook dat de lezers van dit
weekblad slapen ja zij slapen en waarom slapen
zij het is om rust en vrede in der stad en land
genoten te bewaren en gij zijt wakker om twist
en tweedragt in hun midden te zaaijen, gij zegt
dat de strijd niet is gericht tegen den Godsdienst
en gij benoemt hen voor Kerkelijke dwepers als
gij geen partij trekker waart of een staaltje van
Godsdienst bezat dan zoudt gij er niets over spreken
of denkt gij dat alle lezers van dit weekblad zijn
gelijk gij die de geboden Gods overtreden en
die van zijn M. den Koning, neen zij zijn wak
kerder als gij zegt God u ook niet dat gij uwe
Everiaaste moet beminnen en gij heb een afkeer
tegen hen en Z. M. den Koning. Geeft vrijheid
van Godsdienst aan een ieder, en gij vrijspreker
zegt wat gij wil of denkt gij dat dit zoo zal
blijve dat gij moogt zegge wat gij wil en ander
in zijn Godsdienst uitmaken voor hetgeen gij wil
gelijk gij doet hun verwijten voor kerkelijke dwe
pers gij zijt geen dweper maar een vrijzegger het
ware te wenschen dat gij een dweper waart dan
zoudt gij nog godsdienst maar het schijnt dat gij
er wijnig bezit vele lezers "rad en U aan dat gij in
het vervolg maar zoude zwijgen want anders zoude
het mischien met al U verstand nog wel verkeert
kunnen gaan gij moet nietgelooven dat vele lezers
zulle zwijge zij zijn voor U niet verlegen dat
ziet gij ook wel want gij hebt maar zoo veel te
zeggen als de geringste lezer van dit weekblad zij
zullen U voorloopig bekend maken welke schoone
gij zijt zij zullen zelf zoover gaan tot bij Z. M.
den koning die een ieder vrijheid van godsdienst
verleent en niet anders beoogdt dan rust en vreden
onder zijn landgenoten wilt gij nu geraden zijn
laat dan ook gepredikt worden wat er wil dat
gaat U niet aan en laat alles gerust en laat uwe
slapende lezers maar slapen zij zullen wel wakker
worden als het hun tijd blijft gij maar wakker
tegen dat de stem van Gods regtvaardigheid U
roepen zal, mag gij en staat het U vrij te zeggen
wat gij wil dan staat het een ieder vrij daarop
te antwoorden.
J. M. HERMANS.
Wij hebben gemeend bovenstaanden brief in zijn
geheel te moeten plaatsen, om daardoor 't publiek
eens bekend te maken met de mecning van een
der talrijke liefhebbers van -slapen, waaraan helaas
de wereld zoo rijk is.
Dewijl de man aan einde zoo iets zegt van
Gods rechtvaardigheid, vermoeden wij, dat hij
niet geheel onbekend is met Gods woord en raden
hem daarom zijn en ons schrijven te toetsen aan
Öpeub. van Jok. III 16 en 17, 19b, daar toch
staat
Zoo dan, omdat gij lauw zijt, en noch koud,
noch heet, ik zal u uit mijnen mond spuwen.
Want gij zegtIk ben rijk, en verrijkt geworden
en hebt geens dings gebreken gij weet niet,
dat gij zijt ellendig, en jammerlijk, en arm,
en blind en naakt.
Wees dan ijverig (d. w. z. slaap niet lan
ger en bekeer U. Red.
Correspondentie.
Het ingezonden stuk uit Aardenburg is in studie.
Beslissing of plaatsing in 't volgend nummer.
Red.
De Notaris II. G. ÏIAIIMACHIÏR' te Groede
is voornemens om, ten verzoeke van zijne
meesters, op Vrijdag den '14 Mei 1875, des
voormiddags te 10 ure, in het logement de
Briekoningen bewoond door de weduwe
A. M. van de Plassciie te Zuidzandê^ in
liet openbaar te verkoopen
Verschillende pereeelen BOUW-, en
WEILAND en TUINGROND, gelegen in
de gemeenten Nieuwvliet KatzandRe-
tranchement en Zuidzandêin de wate
ring Katzand en den Tienhonderdpolder,
verdeeld in 17 koopen, alles bij uitge
zette plakbiljettcn breeder omschreven.
De koopers zullen aan 't gebruik komen
£ict het rooven van den oogst van het tegen
woordige jaar 1875 en van 1 Januari 1870
af moeten dragen de lasten.
De betaling van den koopprijs moet ge
schieden den 1 Juli 1875, die van de kosten
8 dagen na de toewijzing.
Nadere inlichtingen zijn te bekomen ten
kantore van voornoemden Notaris te Groede
alwaar de kadastrale Kaarten ter inzage lig
gen en van den Notaris A. M. TAK te Mid
delburg.
De Notaris IIAMMACllER te Groede is
voornemens om, op Donderdag 20 Mei 1875
des namiddags te 1 ure, ten verzoeke van
JACOB DAT11IJN, weduwenaar, en de erfge
namen van wijlen JANNEKE DEN DECKER,
eerder weduwe van PIET ER TEERLINGK,
op liet hofsteedje, in den Tienhondpolder
nabij het dorp Katzandin het openbaar te
verkoopen
mij en er schoot mij een koddig idee in 't hoofd
dat ik ook maar op staahden wilden uitwer
ken. Ik antwoordde dus zoo nederig mogelijk.
„Generaal, het doet mij om twee redenen genoe
gen, dat gij zoo vrijmoedig tot mij spreekt, voor
eerst omdat ik daardc or iu de gelegenheid gesteld
word om u mijn spijt over het gebeurde te betui
gen, maar voornamelijk omdat ik u nu kan waar
schuwen voor de ernstige gevaren, die u bedrei
gen."
De ernstige gevaren, die mij bedreigen!"
herhaalde Et.tore met minachting en verwondering.
Veroorloof mij, u deze dubbelzinnige woorden
nader te verklaren.
En zonder ophouden, alles in één adem verhaal
de ik de geschiedenis van den diefstal met die
eieren, die schelmerij om het ding bij zijn waren
naam te noemen waarvan David het slachtoffer
geweest was.
En ia welk opzicht kan die bedriegerij mij aan
gaan? viel mijn bezoeker met onverstoorbare bru
taliteit mij in de rede.
Mijn bediende heeft, ik weet niet hoe, eene over
eenkomst meenen te vinden tussclien u en den held
van dit avontuur, ul een zekeren Siguor Carabosso.
Carabosso herbaalde Et.tore aarzelend
als iemand die zich iets tracht te herinneren. Dat
is geloof ik een goochelaar, die voor een paar jaar
Indië is doorgereisd
„En die, viel ik hierop in, een landgenoot aan
mij tot reisgezel had, den ongelukkigen Vinet,
wiens dood ik zoo eveu gelezen heb in den En-
gelsc/iman.
En om mijne bewering te staven wees ik die
bekendmaking aan in het blad, dat op mijne tafel
open lag.
Hoe onbeschaamd liij nu ook was, toen Lij
dit doodsbericht vernam, dat het geheele samenstel
van zijn lage schelmstukken in duigen wierp, bekoel
de zijne stoutmoedigheid toch merkelijk.
Ik wist werkelijk niet, dat ik op zoo niemand
geleek, hernam hij met gemaakte vroolijkheid.
Ik geloof echter niet te veel van uwe goedheid
te vergen wanneer ik u verzoek uwen bediende te
doen begrijpen dat er niets gemeens is tusschen
den heer Carabosso en mij.
„Gij kent de inboorlingen van Indie zoo goed
als ik; en nog beter dan ik weet gij hoï moeie-
lijk het is ben van een denkbeeld a-f te bréngen,
dat zich in hun hoofd gevestigd heeft. Het ergste van
de zaak is dat mijn bediende liet er voor houdt
dat hij aan de kolom van Ochterlony niet door
Signor Carabosso, maar door den duivel in
persoon is beetgenomenl
(Wordt vervolgd.)