NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Ooft- m Teinbeuw.
N° 35.
Zestiende Ja arcane;.
A°. 1875.
Dinsdag 4 Mei.
Politiek Overzicht.
O O
SLILSCH
l)it Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Viiijdag.
Prijs per drie maanden voor liet voormalig 4de district
Zeeland f 1,15; voor de overige plaatsen des -Rijks, franco
per post f 1,30. Afzonderlijke Nummers f 0,05.
Prijs Advertehfi<*n\ van 1 5 regels f 0,75 elke regel
daarboven f 0,1 SS1/*— Groote letters naar bet getal gewone
regels die zij beslaan.
Voor den Werkenden stand en Weldadigheid G Ct. per regel.
Ingezonden Stukken en Rrieveik Re;lled^gtje-^betreffendebenevens Adverteutiën en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten
bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO.
in
Toen in 1790 cene goedkoope uitgave
verscheenvan dc Beschrijving en afbeeldingen
van de beste soorten van Appelen en Pee-
ren meest geacht en zorgvuldigst aange
kweekt in Diutschland, in Frankrijk, in
Engeland en in de XVII Provintiën door
Joiiann Hermann Knoop, schreef de genoeg
zaam bekende J. F. Martinet in het voor
bericht, »dat de schrijver op twintig platen
honderd drie soorten dor beste appelen en
van een en tachtig peren heelt loeren ken
nen, zonder zich te bemoeien met de ge-
nieene slechte soorten, die de hoven der
min verlichte Landlieden, ongelukkiglijk,
behouden blijven."
Sedert dat jaar, is er op het gebied der
vruchtenkunde pomologieveel veranderd.
Soorten door Knoop beschreven en aanbevo
len zijn verbasterd ol verloren gegaan; tal
rijke nieuwe iijne soorten zijn daarvoor in
de plaats gekomen; Nederland dat op dit ge
bied lang eene eerste plaats bekleedde on
der de volkeren van Europa heelt die eere
plaats moeten afstaan aan België, Frankrijk
en Duitschland; maar wat ook veranderd is,
steeds worden nog de gemeene, slechte soor
ten van appels en peren aangekweekt in de
hoven der min verlichte landlieden.
Ieder weet dat de hoornen geënt of geo
culeerd geschild-ent worden om een wildeling
te veranderen in een drager van eetbare
vruchten, maar weinigen is het bekend, dat
voor dat voortdurend enten de soort die
oorspronkelijk goed was, langzamerhand
verbastert, ofschoon het toch licht te
bevroeden is, dat die voortdurende vermen
ging met sappen, die vreemd zijn aan de
soort, eene ontaarding ten gevolge moet
hebben, veel overeenkomende met het krui
sen der veerassen.
Die ontaarding heeft zich voornamelijk op
twee wijzen geopenbaard; het verbasteren
van de vrucht, en het verbasteren van het
vruchthout, welke laatste verbastering zich
voornamelijk openbaart door eene ziekte,
welke men kanker noemt en die een vroeg
sterven van den boom ten gevolge heeft.
Vooral bij den abrikoze boom en den witten
calville appel is de noodlottige uitwerking
dezer ziekte waar te nemen.
Om aan die ontaarding paal en perk te
stellen is men begonnen te zaaien. Onder do
zaailingen, die men zoodoende verkreeg, be
vonden zich oen zeer groot aantal wilde stam
men, maar eenige boompjes brachten goede
vruchten voorL Deze werden zorgvuldig aan
gekweekt en zoo is men aan do ijverige po
gingen van van Mons, Esperen Grégoire
BotSIiü'NEt, Hardenpont, Bivort, André
Leroyo. a. tal van nieuwe, soorten verschul
digd die in fijnheid van smaak de andere
vruchten overtreffen, en vooreerst nog niet
lijden aan de gevolgen eener te dikwerf her
haalde enting.
Dat niet elke zaaiing goede soorten voort
brengt, zal ik hier niet opzettelijk behoeven
te beloogenalleen merk ik nog op, dat tot
nog toe alle pogingen, om door zaaiing een
nieuwen witten calville voort te brengen, mis
lukt zijn.
Nederlandschc zaaiers zijn mij niet bekend.
Onze boomkweekers hebben op hun ouden
roem voortgeteerd, tot zij eindelijk zoover bij
de fruitkundigen van andere landen achter
stonden, dat het de spiegaten begon uit te
loopen. Toen hebben zij wat nieuwe soorten
ingevoerd cn langzamerhand zijn vele andere
op den achtergrond gedrongen. Wel is dit
cene verbetering, maar de verbetering is te
gering voor een volk, dat eenmaal de toon
gever op dit gebied geweest is.
Daaraan is het ook toe te schrijven dat
de meeste namen van appel- en pereboomcn
niet in het Nederlandsch kunnen opgegeven
worden.
Keeren wij thans tot onzen boomgaard te-
rug.
De hofbouwkundige kring in Belgie heeft
indertijd twaalf pere soorten aangewezen als
de meest geschikten om aangekweekt te
worden.
Daaronder kwamen voor de
1 Beurre d'Amanlis rijp in September.
2 Beurré d'llardenpont Februari.
3 Beurré Diel i i December.
4 Bon Chretien Williams Sept.—Oct.
5 Louise bonne d'Avranches October.
0 Soldat Laboureur November.
De zes hier opgenoemde soorten munten
uit door grootte, door smaak cn door vrucht
baarheid; allen zijn bekend als soorten van
de eerste hoedanigheid, om uit de hand ge
geten te worden en vinden dus steeds grage
koopers.
Maar om met voordeel vruchten aan te
kweeken, moet men vooral zorgen goede en
late winterperen te bezitten. Daarvan heeft
men ook verscheidene soorten doch het meest,
aanbevelenswaardig acht ik de calillac, de
belle angevinc cn do Tavernicr de Bou
logne.
De eerste twee soorten blijven goed tot
hall vaak tot het einde van Mei, de laatste
soort is nog goed in Juni.
Men inerke intusschen op, dat dit stoof-
of zoogenaamde keukenperen zijn, die nimmer
uit de hand gegoten kunnen worden, en
eigenlijk ook niet goed om te sloven zijn
vóór de maand Februari is aangebroken.
Een andere heerlijke stoofpeer is de Col-
mar' d'Aremberg welke ongeveer 't midden
van December rijp wordt en, indien de boom
op eene geschikte plaats staat, zelfs heerlijke
vruchten levert om uit de hand te eten.
Voegt men bij deze peresoorten nog de
juttepeer, die in Nederland maar moeilijk
gemist kan worden, dan heeft men, wat de
peren betreft eene uitgezochte verzameling-
voor een boomgaard, die niet moet uitmun
ten door de verscheidenheid, maar wel dooi
de degelijkheid zijner vruchten.
Mocht men met dit aantal niet tevreden
zijn men zou daar bij knnnen voegen
•1 Souvenir du congrès September.
2 Beurré superfin
3 Josephine de Malines n Februari.
4 Besi de Chaumontel n Januari.
5 Belle de Juillet i half Juli.
0 Madame Durieux November.
7 Mignonnt d'élé Augustus,
waardoor men eene verzameling peren bekomt
zoodanig dat men in iedere maand rijpe
heeft.
Maar wal nu gedaan mot de boomgaar
den, die men hier schier bij elke hofstede
vindt
Ycle soorten laten wel iets te wensehen
over, maar om die hoornen uit te gooien,
nu ze juist in de kracht van 't dragen zijn,
dat 's nog al kras.
Dat vind ik ook. Een mooi gevormden
boom weg doen valt nog al moeilijk en is
ook volstrekt niet noodig. liet krom cn ver
draaide geslacht ruime men op, en de goed
gevormde hoornen herente men op eiken tak,
die daartoe de gelegenheid aanbiedt.
In den regel dragen deze hoornen reeds het
tweede jaar naar hunne herenting.
(Wordt vervolgd.)
Volgens den correspondent van The Times
zijn de regeering cn do meerderheid 't er
over eens, do ontbinding der Nationale Ver
gadering niet lang meer uit te stellen. De