kj^ jéu/
Ooft- 60. Tfiiéouw.
N° 33.
Zestiende Jaargang.
A0. 1875.
Dinsdag 27 April.
rs p r
l':i
li l!) ii ii-a
Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Yiujdag.
Prijs per dïue maanden voor het voormalig 4(fe district
Zeeland f1,15; voor dc overige plaatsen des Ptijk's, franco
per.post-f 1,80. Afzonderlijke Nummers f 0,05.
Prijs Advertentiënvan 1 5 regels f 0,75 elke regel
daarboven f 0,121/2.Groote letters naar het getal gewone
regels die zij beslaan.
koor cl ei i Werkenden stand en Weldadigheid G Ct. per regel.
jrQ^j^önciea Stukken en Drieven, de lledactie betredende, benevens Advertenticn
te bezorgen bij den Uitgever dezer
en gewone Berichten of Alededeelingen |an Correspondeiiten3
alles PiRANCO,
Ons district is cene landbouwend® streek
bij uitnemendheid, de cene gemeente is als
't ware verbonden met de andere door een
tal van fraai gelegen en wel onderbonden
hofsteden, die beplant niet hoog opgffnnde
ijpen, populieren of essehen aan 't gelieele
land een aangenaam uitzicht geven.
De eerste indruk, die iemand ontvangt,
wanneer hij als toerist deze oorden van ge
meente tot gemeente doorwandelt, is dan ook
zeer gunstig. De dorpen en kleine stadjes
zijn in den regel regelmatig gebouwd; de
huizen zijn flink onderhouden; de menscben
zien er vroolijk uit en gezondhet land is
bedekt met- rijke oogsten, de boomrijke dij
ken bieden heerlijke schaduw, de visehrijke
kreken waaien u eene lieflijke koelte toe.
Mijn liefje wat wil je nog meer
Ik sprak daar ook van den eersten indruk;
maar er is ook een tweede indruk, en een
derde en achter al die indrukken komt de
laatste en de laatste indruk blijft in den regel
liet langst, omdat hij door geene volgende
indrukken meer wordt uitgewisrht. hoe
is die laatste indruk
Lezers, ik zoude voor het oogenblik te
uitvoerig worden, indien ik den totaal-indruk,
die dit land, zijne bewoners, hunne wijze
van handelen tot nog op mij gemaakt heb
ben, volkomen trachtte wcên te geven; land
en volk hebben veel goeds en veel eigenaar
digs, maar onder dat eigenaardige schuilt
niet altijd bet goede en veel van het goede
behoort volstrekt niet tot do eigenaardighe
den er is een lieele massa geld, zoowel ver
tegenwoordigd door koopbrieven als door
bewijzen van Ooslcnrijkschc schuld; maar er
is ook cene heele massa van ontwikkeling.
te kort, zoowel bij den bewoner der hofstede
als bij den bewoner van do kom der ge
meente.
Voor het oogenblik willen wij ons eens
bepalen tot de bespreking van een paar pun
ten, die nog al van belang zijn. die in vele
vergaderingen op do dagorde komen, maar
die hier beschouwd kunnen worden als in
hunne kindsheid te verkeeren; ik bedoel den
ooftbouw en don tuinbouw.
Er zijn weinig hofsteden in dit district,
waarbij men geen boomgaard vindt; nu cn
dan ziet men een nieuwen aanleggen; tot
nog toe heb ik er geen enkelen gezien, the
aanspraak kon maken op don naam van rede-
lijk.
Tellen de boomgaarden oenigo jaren, dan
ziet men gewoonlijk alle vormen van stam
men, behalve den rechten: uit dien S—vor-
-migen stam, dikwijls is hij nog krommer
dan die letter, ontwikkelen zich op de meest
onregelmatige wijze eenige dikke, her- en der
waarts gebogen takken, aan wier uiteinde
- zich eindelijk zooveel vruchthout bevindt, als
men vindt op eene piramide van matigen
omvang.
Van tijd tot tijd zendt men in dien boom
gaard een snoeier, die gewapend met een
hakmes, of met eene zaag, hier een spil
wegslaat, daar een tak afhouwt, zoodoende
een aardig hoopje brandhout bij elkaar kapt
en bij slot van rekening van geen enkelen
slag, dien hij den boom met zijn hakmes
heeft toegebracht, u rekenschap kan geven.
Nu gaat hot den boomen even als den
menscben, door mishandeling komt er nooit
iets goeds van te recht; om wat goeds, te
krijgen moet men de natuur een beetje hel
pen daar waar op verkeerde zijpaden wil
gaan, moet men baar door voorzichtig bui
gen en leiden op den goeden weg terug
voeren. maar, daarvoor heeft men noo-
dig veel gezond verstand, eene groote kennis
en een onuitputtelijk geduld en gewoonlijk
vindt men die drie onmisbare eigenschappen van
een boomkweeker maar zelden vereenigd in
zoo'n boomsnoeier met een hakmes, die eerst
eens evenljcs met oorlof mevrouwen en
juffers in zijne hand spuwt om het werk
tuig, waarmede do wetenschappelijke bewer
king verricht wordt, met zoo veel te meer
vastheid te kunnen hanteeren.
Aan wie wordt dan ook vaak het snoeien
der boomen toevertrouwd Aan personen,
die zich voor snoeiers uitgeven, zonder ooit
de minste opleiding genoten te hebben, zon
der ooit iets gezien te hebben, dan de boom
gaarden, die door hunne voorgangers ver
knoeid geworden zijn.
Snoeien is eene kunst, maar snoeien is ook
tevens eene wetenschap. Zonder kennis van
de plant kan men wel eene zekere handig
heid krijgen in '1 hanteeren van het mes,
het slaan van een spijker en het draaien
van oen wis, maar veel meer dan een tame
lijk onvruchtbaar krom en verdraaid geslacht
wordt door die praclischo snoeiers zon
der theoretische ontwikkeling, niet voortge
bracht.
Evenmin als do wijze van behandeling-der
boomen pleit voor de ontwikkeling der snoeiers,
evenmin pleiten de soorten van aangebouwde
vruchten voor dc konnis van den aanlegger.
Niet dat men geene goede soorten aan
treft: onder de appels heeft men de holaarls,
de fjzeiling, de grauwe reinette; onder de
peren heeft men de pondspeer .(catillac) en
nog een paar mindere soorten, die waar
schijnlijk zaailingen zijn van den catillac,
maar daarmede is het gepast ook. Do
meeste andere soorten zijn waardeloos en
uit het oogpunt van huiselijk gebruik en uit
een oogpunt van fijnheid.
Natuurlijk pleit zoo iets niet voor't over
leg van den aanlegger. Op dezelfde plaats
waar een boom met slechte vruchten groeit,
kon een boom staan met het heerlijkst ooft
hetzelfde voedsel, dat een waardelooze appel
noodig heeft, is voldoende om een fijnen
tafelappel voort te brengen; voer 't zeilde
geld, dat men bestroden moet voor een ver
steenden boom ja vaak nog voor min
der kan men zich een goeden boom
aanschaffen.
Voor vijftig tot vijl en twintig cents kan
men boompjes bekomen, die geschikt zijn
voor alle vormen, het jaar na de planting
reeds vrucht dragen en bovendien behooren
tot dc beste soorten van den nieuweren tijd.
Over het algemeen houdt men gceno
rekening genoeg met het voordeel, dat een
goed aangelegde boomgaard op kan leveren
en daarom neemt men er weinig of geene notitie
van. Zelden of nooit wordt er onderzocht,
ol de grond geschikt is voor boomgaard, of
men den boom moet kiezen, die op wilde-
ling geCnt is of diengenen, welke op kwee
of doncin gegriffeld zijn, of de vrucht een
kroon-, lei- ol komvorm vereischt, enz.
Reucachlige vruchten zooals do Gloria-
mundiBelle cmgêvine, do 18-oneen appel
en meer soortgelijke aan een waaiboom te
willen kweeken, is het zeilde als zich vrij
willige ocleningen op lo leggen in teleur
stellingen. Niet veel wind is er noodig
cn wij krijgen lier nog al eens een enkelen
boelen en halven storm in September en
October en al onze hoop wordt in eens
vernietigd; geheele takken scheuren af: de
vrucht is zonder waarde, de boom wordt
meer en meer gehavend.
Rovendicn wordt het plukken der appels
cn peren door den vorm der waaiboomen
zeer bemoeilijkt, vaak onmogelijk gemaakt.
De groote waarde der vruchten hangt af van
liet ongekneusd blijven.
Hoe bet daarmede gesteld is, zullen u do