N° 31.
Zestiende Jaargang.
A0. 1875.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Onze Staatkundige Partijen.
SLÏISCIliWMlIMD
Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Yrijdag. Prijs Advertentiënvan 1 5 regels f 0,75 elke regel
Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de district OilTSdcl0* "^0 Api'll daarboven f 0,121/3.Grootc letters naar het getal gewone
Zeeland f 1,15voor de overige plaatsen des Rijks, franco I regels die %ïj bëslaan.
per post f 1,30. Afzonderlijke Nummers f 0,05. Voor den Werkenden stand en Weldadigheid 6 Ct. per regel.
Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Advertentiën en gewone Berichten of Medcdeelingen van Correspondenten,
te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO.
IV
Thans willen wij ons nog een oogenblik
bepalen tot de derde staatkundige partij die
der conservatieven, d. i. die der behouders.
be richting dezer partij is maar moeilijk
te beschrijven; men weet zelden, wat zij
eigenlijk voorheeft, wat zij wil; zij heeft slechts
eene grondstelling, die onveranderd blijft, alle
andere stellingen worden gewijzigd al naar
mate zij oppositie of regeeringspartij is. Die
eene stelling luidtMits dat wij baas zijn
Ik heb vroeger in de conservatieven altijd
eene soort van liberalen gezien van den twee
don rang; lieden, dje wel gaarne mede willen
kuieren op den weg van vooruitgang, maar
die bij de vaart, die sommige beginselen
namen wat duizelig geworden zijn en nu nog
zitten uit te rusten; lieden, niet knap, maar
wel eerzuchtig genoeg om als hoofden der
liberale partij op te treden en die er daarom
een eigen partijtje op na zijn gaan houden,
waarin elk op zijne beurt voor hoofdman
kan spelen.
Voor zoo iets zeg ik, heb ik ze vroeger
altijd aangezien, maar sedert de gebeurtenis
sen van het laatste jaar ben ik niet meer
blijven denken aan politieke bekrompenheid
of bekrompen politiek, maar veeleer zijn vele
hunner daden m. i. een gevolg van gebrek aan
politieke eerlijkheid en dubbelzinnige politiek.
Bekrompenheid is een gebrek, dat door
ondervinding soms verholpen kan worden;
gebrek aan eerlijkheid, dubbelzinnigheid ook
op staatkundig terrein, zijn geene deugden.
Aangezien deze beschuldiging tegen de
conservatieve partij nog al grof klinkt, dien
ik een paar bewijzen aan te halen.
liet eerste ontleen ik aan den oorlog tegen
Atji.
Velen mijner lezers zullen zich zeker nog
de breedsprakige redevoeringen, de ontelbare
beschuldigingen, de bittere jammerklachten
herinneren, waarvan de zaal, waar de leden
der 2de kamer vergaderen, weergalmde als
onze wêergalooze zeeheld op non-activiteit
de heer Nierstrasz met een vloed van woor
den aantoonde, dat onze van Swieten niet
berekend was voor de taak, die hij op zich
had genomen, dat men Verspijck had ver
ongelijkt; men zal, hoop ik, nog niet verge
ten zijn hoe de koloniale politiek van Fransen
van den Putte bestreden werd; hoe rnen
sprak van het verlies onzer koloniën, van
den ondergang van Nederland,
Welnu het liberale kabinet heeft plaats ge
maakt voor een conservatief, zonder Nier
strasz helaasen de oorlog in Atsji wordt
door den generaal Pel voortgezet op de wijze,
zooals die door van Swieten is aangevangenmen
had een nieuwen bevelhebber noodig over 't In
dische leger, maar men heeft Verspyck niet
benoemd; men heeft den landvoogd in Indië
de regeering onmogelijk gemaakt, maar 't
regeerings beleid is nog 't zelfde als onder
de liberalen.
Maar waarom is dan een Ministerie Heems
kerk aan 't bewind, als het op dezelfde wijze
regeert als het liberale ministerie? Het cenige
antwoord, dat daar op past, is misschien
Omdat de heer Heemskerk dan minister is.
Zijn dus de handelingen van het conser
vatief ministerie tot nog toe geheel in over
eenstemming met die der liberale op som
mige punten namelijk op verschillende
andere punten dreigt die regeering ons land
met vele gevaren.
Het aantal conservatieven is zeer gering.
Om die heeren aan 't bewind te doen blijven,
moeten zij steun zoeken bij andere mindere
minderheden. Die steun hebben zij gevon
den bij de clcricalen, zoowel bij do antire-
volutionnairen als bij do ultramontanen.
Van eene clericale partij nu kan men allen
steun verwachten, mits.men op een en
ander weet toe te geven.
Alleen het feit, dat de clericale partijen de
conservatieven steunen brengt de eerlijkheid
der laatsten in verdenking.
Er hebben zich dan ook al wonderlijke
verschijnselen voorgedaan in den laatsten tijd.
Tot nog toe hebben de grootste sprekers
onder de conservatieven en die partij
telt groote sprekers zich steeds doen ken
nen als voorstanders der openbare school.
In den laatsten tijd is daarin ook al ver
andering gekomen. Hunne organen: Het
Dagblad, de Nieuwe Arnhemmer, de Nieuwe
Goesche courant beginnen op alle mogelijke
wijze het restitutie stelsel te verdedigen.
.Maar wat verstaat men door dat stelsel,
vraagt Gij mij.
Daardoor verstaat men eene ondersteuning
van de secte school, die de openbare school
moet ondermijnen en de ondergang is voor
de gelden van de gemeenten. Telt men bijv.
eene gemeenteschool met 300 leerlingen, welke
aan de gemeente f 5100 kost, dan kost elk
kind f '17. Nu richten de Hoomschen en
de Orthodoxen ieder een school op. Gaan
nu op de eerste 80, op de tweed 70 kinde
ren, dan moet de gemeente hare openbare
scholen eéne subsidie geven van f 1360 en
van 1190, zoodat als de openbare school één
hulponderwijzer a f 000 zou kunnen mis
sen, de gemeentekas ongeveer f 2000 meer
moet betalen voor veel slechter onderwijs.
Dat restitutie stelsel schijnt de prijs te zijn,
waarvoor de clericale partijen hun steun heb
ben toegezegd aan de conservatieven en mij
zal hot niets verwonderen, indien dat drie
voudig verbond in Juni e. k. de overwinning
behaalt.
Bij elke verkiezing, Noor-Brabant en Lim
burg uitgezonderd, behalen in den regel de
liberale kandidaten bij de eerste stemming
de meerderheidmaar in vele kiesdistricten
is deze meerderheid geene volstrekte. Bij
de herstemming nu ziet men anti-revolution-
nairen, ultramontanen en conservatieven hunne
stem uitbrengen op denzelfden kandidaat.
De richting van dien kandidaat is hun onver
schillig, mits hij maar niet liberaal zij.
De liberale partij lijdt daarbij aan een groot
gebrek. Aangezien zij bestaat uit denkende
individuen, die niet gehoorzamen moeten aan
bevelen, die hun door een of ander opper
hoofd gegeven worden, mist zij, wanneer zij
geen uitstekend man aan haar hoofd heeft,
die eenheid welke voor haar als partij onmis
baar is; van daar dat men soms het ver
schijnsel waarneemt, dat men liberalen ziet
stemmen met de vereenigde minderheden, ja
dat men zelfs een liberaal ministerie heeft
zien vervangen door een conservatief, of
schoon er in do Kamer eene liberale meer
derheid bestond.
De liberale partij mist eenheid; veleharcr
leden vergeten dat men, zoodra men het over
de grondbeginselen eens is, op bijzaken toe
_moet geven om eene gewensehte eenheid te
verkrijgen en te behouden.
liet zelfstandige in een staatkundig man is
zeer prijzenswaardigmaar zelfstandigheid
kan te ver gedreven worden en ontaarden in
koppigheid.
Ook speelt de heerschzucht aan sommigen
leelijke parten, 't Heeft er bij ons wel iets
van of het lidmaatschap der 2de kamer aan
spraak geeft op een ministerszetel.
De gang der zaken zou steeds veel beter
geweest zijn, indien, afgetreden ministers geen
lid van de kamer en kamerleden geen lid
van "t ministerie konden worden.
Het ga weg, ik moet daar zitten l zou
minder in practijk gebracht zijn.
G. A. Yorstemian van Oijen.
(Slot volgt.)