IN 2T.: Zestiende Jaargang. A0. 1875. Dinsdag 6 April. lets over de voortteling Pijzer huisdieren. Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag. Prijs per drie maanden voor het voorma li»' éde district Zeeland ƒ1,15; voor de overige plaatsen des Rij'^s, franco per post f 1,30. Afzonderlijke Nummers f 0,05. Prijs Adverteuticnvan 1 5 regels 0,75 elke regel daarboven, f 0,1 Groote letters naar het getal gewone regels die zij beslaan. oor den W erkenden stand en Weldadigheid 6 Ct. per regel. Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Ad verten tien eu gewone Berichten of Mededeelingen van'Correspondenten, te bezorgen bij den Uitgever dezcV, alles BRAN CO. -.,v\ ATI. En zoo zijn wij als van zelvo genaderd lol een ander doel van aanhouding der hoen ders, zei Is zonder broeizieke vogels, maar niet buiten de hoenders kan uitgevoerd worden, want de hoendereieren zijn de eerste voor waarde, en dat nog wel de vruchtbare, en dan komt de broeiwarmte, om hetzelfde of zij door een hoen, kalkoensehe hen enz. of door kunstwarmte wordt verkregen. Wij weten toch, dat b.v. een hoen IS tot 21 dagen zit aleer de kiekens uitkomen, hetwelk verschilt naarmate de broeier sterk en gezond, goed broeiziek, en het getal eieren in evenredigheid met hare grootte is enz, en dut aan de eieren geregeld eene broeiwarmte van 521/! graad celsius, dus zoo wat iets racer als half deu toestand waarin liet ijs in wafer smelt, en hetzelve kookt dus ruim halve kookwarmte gedurende '18 dagen wordt medegedeeld zoodat de som der broeiwarmte over 18 dagen 04 graden cel- rius is, om een kieken voort te brengen: Mogelijk komt dit sommigen nog te geleerd voor, dan daarvoor zij de '18 dagen ruim halve kookwarmte voldoende. Intusschen kan ik niet af zijn, onze jonge landbouwende vol gelingen do beoefening' der natuurkunde, in betrekking tot land en veebouw aan te be velen; die wetenschap toch wordt op liet platteland nog te veel ten achteren gesteld, en gelool mij zij is de eerste hoeksteen van allo wetenschap en kunstduizenden ja mil- lioenen hebben het eerste levenslicht aan schouwd, dc eerste warmte koesterend opge nomen, door dezelve de natuur als zien ont waken en herlevenen toch nimmer de wet ten loeren kennen; waardoor die als onschul dige zonnestralen, zoo verlichtend en ver warmend op ons inwerkten, na haren loop door den dampkring als door een nol glas' (brandglas) te hebben afgelegd. Wat zijn uwe gewassen toch niet ver schuldigd aan licht en warmteWas het eens eeuwig nacht 1 Was het eens eeuwig koud'! welk ledig en dor en doodsch tafe reel zoude dan deze aarde aanbieden, getuige de plaatsen alwaar dezelve weinig tot haar doordringen. Nu licht en warmte zijn voor waarden bestaan voor al wat leeft; dit moe ten wij goed onthouden, en zal bij de behan deling van onze dierlijke huishouding wel eens wat nader cn later uitkomen. Dan genoeg; ziïfn wij thans naar buiten, reeds lacht de lente ons toe, met hare koele doch vriendelijke zonnestralende zon vertoeft reeds langer boven den gezichteinder, en geelt hoe langer hoe meerder licht en warmte en nog ecne korte wijle tijds, dan praalt Gods heerlijke schepping in al den glans barer schoonheid! En zoo zijn wij al een heel eind wegs, het broeihok voorbij gesneld, dat nietige afgezonderde plaatsje, zoo uit muntend door Keeltje onze boeredochlcr gekozen, zoo stil zoo afgezonderd; ziet zij 'schijnt er bijzonder slag van to hebben, om broeizieke hoenders te zetten, en daar het roods de 18c dag is, is zij benieuwd naar den uitslag van haar werk Zullen de kie kens van daag uitkomen, hoeveel zal zij er hebbenalternated ongeduldige vragen Wat duurt dat broeden toch lang cn eindelijk waarom kon die broeiwarmte niet in negen dagen medegedeeld worden, voor ons is tijd geld, en in de natuur zijn ook korte wetten weggelegd. Want een telegram laat zich niet lang wachten. Dan ziedaarweder die Harmonie in do werkingen dor Natuur, wilde men tocli de broeiwarmte met de helft dal is tot hel kook punt verhoogendan stolt hot eiwit en allo leven is vernietigdis daarentegen de warmte te laag den gaat liet ei lot verrotting over, worden de eieren ongelijk verwarmd, of ver laat de broeister te lang haar nest, dan ins gelijks, en dit vooraf is het bezien der bree ding, als het eerste levens proces, zoo wei nig noodig heelt om verstoord te worden, ziet eens hoe zorgvuldig de broeister hare eieren van buiten naar binnen verplaatst om keert enz. op dat toch allen de behoorlijke en gelijkmatige broeiwarmte zouden erlangen, en toch komen zij nog ongelijk uit, en vooral als zij te veel eieren voor hare grootte onder zich hebben, de eieren ongelijk zijn en aldus zich niet goed schikken, voor onze gewone Loere kippen is dertien eieren die, men te broeden geeft, voldoende, grootere' kippen kan men vijftien eieren geven, herzeg geel de kip zooveel mogelijk gelijke eieren; ziet ééns de kippen, die in het wilde uitkomen, heb- aitijd de meeste kiekens, verleden jaar be zorgde mij eene kip nog zestien kiekens, waarvan er vijftien opgegroeid zijn een door ééne kat gesnoept ismenigmaal toch had ik het genoegen do schoonc schikking van de zestien gelijke eieren dezer kip te bespie den, bij dewelke hij gelijkmatige bezitting do broeiwarmte ook zoo gelijkmatig kon in dringen. Zoo even vermelden wij, dat het ons om het i is, welke warmte men gebruikt, dierlijke broei o! kunstwarmte, en dit is betrekkelijk waar, daar eigenlijke broeiwarmte zoo als gezegd 52V'o graad celsius ol ruim halve kookwarmte bedraagt, liet is op grond hier van dat men kunst broeïereien door kunst warmte (oven als de broeikassen) heelt opge richt. Reaumur, oen groot fransch natuurkundige, slaagde er voor zoo ver ik weet het eerste in, oin door kokend water bevattende en ge voed wordende buizen, in eene bepaalde ruimte waarin de eieren zijn nedergelegd, eene aanhoudende warmte, aan de broeiwarmte gelijk te ontwikkelen, ter nitbrocding der eieren welk een en ander later veel verbeterd is ofschoon liet steeds moeielijk zal blijven, de eigenlijke broeiwarmte in al hare eigenschap pen door kunst weder te geven aangezien de vochtige broeiwarmte iets eigenaardigs van de broeiers is. Zij die hierin hunne nieuwsgierigheid wil len bevredigen, reizen' maar eens aan Amster dam, of naar den Dierentuin te Antwerpen; en zien daar eens uit goede oogen, ol laten zich daar eens goed toelichten, en gelool me, zij zullen moer medebrengen iii hun belang, dan zij opdoen zullen door het najagen van concerten, casino's cn comedion, ol het be zoeken van allerhande winkels welker waren bij ons veelal oven goed, ofschoon niet zoo elegant en pronkziek uitgesteld worden opge drongen, en ofschoon alles zijne goede zijde heeft, meen ik ons belang voorop te moeten stellen, daar dient men ten minste het meeste van te weten. Dat de kiekenfokkerij niet onvoordeelig is, weten onze boerinnen zeer goed, bij deze teelt geldt ook de spreuk, vroeg op, vroeg thuis, vroege pouillen eu vroege haans geven vroege eieren vroeg gebraad. Eene liiiiko boerin dis vroeg eieren ter markt wil bren gen, cn geld maken als het bolergewin nog gering is, zorgt voor vroege pouilles, dat is hut boste arcana voor vroege eieren naast flinke voedering trouwens, die mag nooit ontbreken als uien trekken wil. Ziehier een voorbeeld uit duizenden. In de laatste week der maand December 1872, gaarde ecne boerin in dit district van ruim honderd hoenders honderd twee en dertig eieren, en in de maand Januari 1873 eenduizend en dertig eieren; »'t is waarlijk

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1875 | | pagina 1