NIEUW8*£N ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Spoorwegen N° 23. Zestiende Jaargang. A0. 1875. BRESKENS-GENT, BRESKENS-BRUGGE. s liii s c hbwübud Pit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag. Prijs Advertentiën, van 1 5 regels f 0,75 elke regel Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de district Vrildcl 19 MtltU't daarboven f 0,12V2.— Groote letters naar het getal gewone Zeeland f 1,15; voor de overige plaatsen des Rijks, franco "J O regels die zij beslaan. per post f 1,30. Afzonderlijke Nummers f 0,05. Voor den Werkenden stand en Weldadigheid 6 Ct. per regel. Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, beuevens Advertentiën en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten, te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO. liet was voor de bewoners dezer streken over het algemeen eene aangename tijding te vernemen, dat er toch ook eens weer door eenigen onzer vertegenwoordigers aan ons zoo lang vergeten gewest werd gedacht. Immers er was vanniets meer of minder sprake, dan dat ons geïsoleerd voormalig 4e district uit zijn middeneeuwsehen toestand zou wor den teruggetrokken, on eindelijk ook eens aan bet overig deel van Nederland zooveel moge lijk zou verbonden worden door middel van spoorweggemeenschap. Door vier Kamerleden toch werden onder andere te leggen lijnen voorgesteld, de spoor- weglijnen Breskens-Gent en Breskens-Brugge; beide tot aan de Belgische grenzen aan te leggen voor rekening van den Staat. In verschillende plaatsen van dit district werden adressen van adhaesie voor dit voor stel ter teekening aangeboden, die van zelf b'j vereweg de meesten een gunstig onthaal vonden. In die adressen werd met opzet niet gewaagd van de richtingen, die deze lijnen zouden nemen, daar dit beschouwd werd als van later zorg te zijn; 't was nu enkel maar de vraagZijt ge er voor dat er spoorwe gen in ons land komen Zoo ja, teeken dan! Wat we echter gevreesd hadden is tot ons leedwezen gebeurd. Het ontwerp Kappeyne was ter nauwernood bekend geworden of een zekere strijd om plaatselijken voorrang deed zich al spoedig voor. We zien het eerst optreden den ouden, waardigen Heer Ilamma cher van Groede, lid der provinciale staten van Zeeland en aan wien Zeeland voorname lijk zijne algemeene wegsverbetering te dan ken heeft. Hij toch geeft, in een bijvoegsel der Middel- burgsche courant van den 5 Maart 11. de juist gekozen punten voor de te leggen lijnen aan, gegrond op zijne rijke ondervinding. Liever nogtans hadden wij gezien, dat ook hij zijne beschouwingen in dezen nog eeni gen tijd hadde bewaard, om voor 't oogen- blik met de overige gewestgenooten gezamen lijk alle krachten in het werk te stellen, ten einde de noodzakelijkheid van spoorwegen in het algemeen in ons district te helpen aantoonen, zonder vooralsnog eenige richting aan te wijzen. Na hem zien we twee Aar denburgers, de llr. M. Philip van den Broecke in een bijvoegsel der Midd. Ct. van 9 Maart en gedagteekend Breda 5 Maart, en de llr. G. A. Yorstermun van Oijen in een hoofd artikel van het Sluisch Weekblad van 12 Maart met een enkelen pennestreek niet alleen het werk van den Heer ilammacher doorhalen, maar ook beweercn, dat beide voorgestelde lijnen, zooals ze daar liggen, onbestaanbaar zijn. Zij toch zeggen dat alleen (naar hunne zienswijze altijd) een lijn uitgaande van Bres- kens en loopende langs Schoondijke, Oost burg, langs de Draaibrug in de richting van Aardenburg en Eede om van daar aan te sluiten aan het spoor van Maldegem de eenig ware en goede is, zich daarop grondende, dat dit de oude lijn is waar langs de rijks steenweg loopt; en ock omdat deze lijn, zoo als de heer van dén Broecke zegt, als het doelmatigst door deskundigen wordt aange wezen, zonder nogtans van deze deskundigen gewag te maken, die toch wels als der zake bevoegd behoorden bekend te zijn. De heer Ilammacher echter hield rekening met de afdammingen van Zwin en Brak man en niets is meer zeker dan, dat wanneer deze afdammingen hadden kunnen plaats heb ben voor den aanleg van den grooten rijks weg, de richting daarvan waarschijnlijk eene geheel andere zou geweest zijn. Dit bewijst derhalve in 't geheel nog niet, dat die lijn de eenig ware zou zijn. En dan het bc- weeren dat bovengenoemde lijn langs Aar denburg en Eede de voorkeur zou moeten hebben omdat zij langs een te leggen spoor baan van Maldegem naar Thielt de kortste afstand wijst over Rijssel naar Parijs is even weinig afdoende. Immers we vinden ook een bijna gelijken rechten weg van Breskens langs Sluis, Brugge Kortrijk en Rijssel mede naar Parijs en behalve dat zou deze laatste lijn nog dit voordeel hebben, dat zij ons in onmiddellijke verbinding brengt met Oosten de, Engeland en de Koloniën. Doch Sluis en ook IJzendijke als de doelmatigste punten van aansluiting met Belgie daargelaten, ztjn we er toch zedelijk van overtuigd, dat door den aanleg der voorgestelde lijnen verreweg de meeste en [belangrijkste gemeenten in het 4e district het best zouden gebaat zijn. Immers we zien daar aan de eene zijde do schoone gemeenten Groede, Nïeuwvliet, Zuidzande, Kadzand en Retrau- chemend (bekend als de rijke korenschuur van Westelijk Zeewsch-YIaanderen) in de richting van Sluis, en aan de andere zijde IJzendijke, gelegen in het midden dor vruchtbare streken van Biervliet, Hoofdplaat en W aterland-Kerkje, terwijl daartegen van Oost- burginde richting naar Aardenburg geen enkele gemeente aanwezig W Zou liet dan niet te betreuren zijn, dat de belangen van zoovele gemeenten, ter wille van deskundigen die niet eens genoemd worden, zoomaar ter zijde werden gesteld En wat cr meer van is, wanneer eene wenschelijke raadpleging aangaande de handelsbeweging, wat in-en uit voer betreft gedaan werd aan de rijkskanto ren te Eede, IJzendijke (veldzicht) en Sluis, dan zou voorzeker dit onderzoek voor Aar denburg geen gunstige resultaten opleveren. De handelsbeweging toch langs Aardenburg is zoo gering, dat eene door deze gemeente gesubsidieerde kar met één paard, rijdende van Oostburg via Aardenburg naar Maldegem, niet is kunnen blijven bestaan. Geheel anders daarentegen is liet met IJzendijke ge steld. Daar zien we dagelijks tal van dili gences in correspondentie met liet spoor van Eecloo al en aanrijden, terwijl te Slui eene sinds jaren bestaande bargedienst in de com municatie met Brugge tracht te voorzien. Dat er overigens in Sluis eenige beduidende handelsbeweging bestaat kan daaruit blijken, dat op de lijst dor gepatenteerden 7i/75 ge vonden worden 27 voerlieden of vrachtrij- rijders met een getal van 39 aangegeven paarden, en 15 graanhandelaars en commis sionairs in granen. En dan de haven van Sluis, de eenige in dit district in onmiddellijke verbinding met Belgie, is deze in den laatsten tijd niet zoo belangrijk toegenomen, dat zeil de stof fen uit de carrières voor den aanleg en vernieuwing der straten van Aardenburg, alsmede voor do keiwegen van Oostburg naar St. Marguerite en van Ivnocke te Sluis zijn aangevoerd? Zeker zou het te wenschen zijn dat de eenige haven Sluis in de Belgi sche richting, met de voornaamste Neder- landsche haven in deze streken Breskens door een spoorweg!ijn mocht worden verbonden. Zulks zou nooit anders dan in 't algemeen belang kunnen zijn en ontegenzeggelijk aan algemeene bevordering van landbouw, handel en nijverheid moeten meewerken. Nu nog een enkel woord over het punt van aansluiting. Moge er al eenige grond zijn voor V/ij noodigen de geachte schrijvers van Aardenburg uit mede hunne cijfers hieromtrent op te geven, terwijl wij van onze kant bereid zijn, desgevorderd de namen der gepatenteerde te noe men.

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1875 | | pagina 1