Een iehosipraatje.
N°. 22. Zestiende Jaargang. A0. 1875.
Dinsdag
16 Maart.
Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag.
Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de district
Zeeland f 1,15; voor de overige plaatsen des itijks, franco
per post f 1,30. Afzonderlijke Nummers f 0,05.
Prijs Advertentiën, van 1 5 regels f 0,75 elke regel
daarboven./ OAS1/©.—- Groote letters naar het getal gewone
regels die zij beslaan.
Voor den^yerkenden stand eu Weldadigheid G Ct. per regel.
Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betredende, benevens Advertentiën en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondent;
te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles PRAXCO,
Een vriend, die mij de waarheid zegt,
Heeft op mijn hart een groot vermogen."
zong vader tegenwoordig zou men zeg
gen papa van Alphen en ik wil gaarne
gelooven, dat de man 't meende, toen hij
het zong; maar over 'talgemeen zijn die
waarheidzeggers gezocht als spreeuwen in een
boom met rijpe kersen.
Dat heb ik ondervonden, toen ik voor
eenigen tijd naar aanleiding van cenc rede
voering van den heer de Beuékei', aan onze
landbouwers meende te moeten vertellen, dat
er nog wel een beetje aan hunne ontwik
keling verbeterd kon worden en dat ze te
weinig prijs stelden op eene goede ontwikkeling
hunner kinderen.
Een heele boel zijn or boos op me ge
weest, misschien zijn ze 't nog wel. Maar
dat bewijst immers, dat ik gelijk had Zij,
die zich niet schuldig maken aan verwaar-
looz.ing hunner kinderen, zullen zich niets
aantrekken van 't geen ik gezegd heb;maar
die anderen, die jongens van dertien en veer
tien jaar thuis houden, om 'twerk te doen
van een tienden knecht; die jongens van negen
en tien jaren thuis houden om op de koeien
te passen; eigenaars, die kannen pachters
afraden om de jongens iels beter te laten
leeren, maar ze als knecht te gebruiken
menschen, die telkens ondervinden, hoe on
aangenaam het is ongeleerd te zijn cn die
toch hunnen kinderen geen voldoend onder
wijs laten geven. ziet, gij allen moogt
zoo boos worden als gij wilt; zoo boos, dat
gij de courant in 'tvuur steekt, omdat zij
u de waarheid zegt.toch zal ik voort
gaan met u toe te roepen, tot vervelens te
herhalen, dat gij uwen kinderen veel te kort
doet; dat gij hun het onmisbaarste onthoudt
om later een hanje vol geld meer na te la
ten; dat gc vaak de schuld zijt van het on
geluk uwer kinderen.Wordt nu maar
boos, omdat ik u dat zeg; uwe kinderen zul
len het met mij zeggen, wanneer ze wat
grooter zijn geworden: ik hoop dat gij zoo
lang kunt leven, tot dat gij dier. klaagtoon
hoort
We willen eens een voorbeeld nemen.
Een pachter, die er vrijgoed inzit, een cige-
naartje, die een veertig'tot honderd gemeten
eigendom heeft, waarvan hij dooi'bij te pach
ten een groote hofstede heeft gemaakt, heeft
drie, vier jongens. Aangezien de hofstede
een twintig minuten van do school ligt, gaan
de kinderen eerst met hun zevende jaar naai
school; en blijven nog een paar jaar gedu
rende den winter tlmis om den slechten weg
en het slechte weèr,
Nauwelijks zijn ze dertien jaar, of ze be
ginnen 'I boerenwerk te leeren. Zonder
dat vader of moeder zoo beleefd zijn, om den
onderwijzer kennis te geven, dat zij hunne
kinderen van school nemen zullen, komt zoo'n
jongen 's morgens met do complimenten, dat
hij niet meer komt, want dat hij mot de
paarden gaat werken.
Spreekt de onderwijzer bij toeval zoo'n
vader en wijst hij hem op het dwaze van
zijne handeling, dan is 't:
»Ja meester, wat kun je er an doen? De
jongen heit een perd in zen lici" enz. enz.
i:i. a. w. de man hetlaat voorkomen, of hij door
zijn jongen geregeerd wordt.
Een treurig huishoudentje, waar de kin
deren baas zijn 1
Zoo gaat liet met den eersten, met den
tweeden, met den derden cn met den vier
den jongen. Allen achter de paarden.
Misschien trouwt er een met een bemid
deld meisje eene goede occasie en
gaat elders eene bolstede bewonenmisschien,
cn daar is de meeste kans voor, vindt hij
geen geld genoeg bijeen om boer te worden,
en blijft bij zijn vader werken.
De oude heer wordt oud, zet den oudsten
zoon, en als deze reeds geplaatst is, den
volgenden zoon op zijne bolstede en gaat ren
tenieren.
En die twee andere jongens?
Knecht spelen bij een broer dat gaat niet.
Knecht spelen bij oen ander, zij, boeren
zoons
Dat kan evenmin.
Wat dan
Ze gaan met vader binnenwonon, ze wor
den ook renteniers; renteniers op hun twin
tigste jaar, om te wachten lot er eene occasie
open is. Ik heb er zien rentenieren, tot ze
rentenierende ten grave zijn gegaan, want
de occasie is niet gekomen in de eerste
jaren, en in latere jaren was men te zwaar
tillend geworden; en nog later durfde men
in 't geheel niet. Men had bovendien middels
genoeg 0111 rond te komen 011 om nu nog
geld te gaan avonturen,
Renteniers van twintig jaar
Aan wie zijn zij dat mooie baantje ver
schuldigd
Aan wie anders dan aan hunne onverstan
dige ouders, die dat perd niet uit dat lief
wisten te bannen, toon het nog tijd was
aan hunne onverstandige ouders, die niet
bij tijds bedachten, dal zij eiken jongen geene
hofstede konden nalaten en dat dus 't ren
tenieren en het niets doen in 't verschiet
lag
aan hunne onverstandige ouders, die op liet
geld zagen, ofschoon zij er genoeg hadden
óm hunne kinderen wat te laten leeren
maai' liever hunne kinderen gebruikten om
ze te doen werken; en om een beetje geld
te sparen en te trekken dat hecle leven hun
ner kinderen ongelukkig gemaakt hebben
want een rontpnier van hvinligjarenn'en
déplaise, is een doodeter; iemand, die niets
toebrengt tot liet maatschappelijk kapitaal.
En wat moet ons jeugdig renteniertje doen
óm den tijd te vermoorden:'
Lezen
Maar, mijn hemel, zijne ouders hebben
hem niet Jang genoeg school laten gaan, om
met gemak te lezen.cn nadat hij van school
is, heelt hij met een nperd in zin lief'
achter de paarden geloopen cn wellicht nooit
iets gelezen dan een plakaat van eene ver-
kooping cn een kermisbedje van een draai-
oi'gelman.
Om genoegen te hebben van 'liezen, moet
men 'l kennenen om het te kennen moet
men 't leeren.
Waarom hebben die ouders, die maar aan
één kind eene bolstede honden nalaten, door
hunne andere jongens geen ambacht laten
leeren Waarom hen geen timmeren, geen
wagenmaken, geen ander handwerk geleerd?
Zij hadden de middelen 0111 hunne jongens
van huis te zeilden, 0111 hunne jongens een
ambacht te laten loeren in de perfectie, zoo
dat zij flinke leden van de maatschappij had
den kunnen wordenzij hebben er
renteniers van gemaaktrenteniers op hun
twintigste jaar.
Waarom
Oindat ze te geldgierig waren en te dom
0111 vooruit te zien, wat hot gevolg hunner
opvoeding zou zijn.
Wordt nu nog maar eens boos, gij die u
aan uw kinderen schuldig gevoelt; wordt nu
nóg maar eens erg boos, omdat ik u zeg,
dat gij uwe kinderen naar den geest mis
handelt en voor hun leven ongelukkig maakt!!
Wordt maar eens erg boos op 111e, omdat
ik medelijden met uwe kinderen heb, omdat
ik u waarschuw voor de gevolgen uwer ellen
dige opvoeding
Toch zal ik u van tijd tot tiid de waar-