NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VA1 WESTELIJK ZEEUVSCH-VLAAVDIli.
N°. 19.
Zestiende Jaargang,
A*.
Iets over de voortteling onzer
huisdieren.
Politiek Overzicht.
SlIlSdnSWEMBLAD
Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag. Prijs Ajdvertentiënvan l 5 regels f 0,75 elke regel
Prijs per drie maanden voorliet voormalig 4de district Vri*< It'll-'" jVÏMtU't daarboven f 0,121/2.Groote letters naar het getal gewone
Zeeland f 1,15; voor de overige plaatsen des Rijks, frawo J O regels die zij beslaan.
per post. f 1,30. Afzonderlijke Nummers f 0,05. Voor den Werkenden stand en Weldadigheid 6 Cl. per regel.
Tn^rnrnqVjff*^1'! en Brieven, de Redactie betredendebenevens Adverteutiën en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten,
tc bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO.
V.
Wat zijn wij er goed afgekomen" zegt
vader de Ganze, Gent, tot zijn wijfje in hunne
ganzentaal; Gik" van de Gent en »Gak"
van de Gans; sik ben wel benieuwd, ol zij
daar met al hun gesnater haast aan de beurt
zullen zijn. Immers zij zijn, met al hunne
vlugheid, te luidruchtig om niet opgemerkt
te worden, en ofschoon minder waakzaam op
het erf, ontdekken zij ook al spoedig on
raad, en kiezen vlug het hazenhud dooi' het
luchtruim. Doch liet is waar, ofschoon zij
ons veel gelijken, zijn wij grooter, stappen
verhevener, zijn meer aan het erf verbonden,
en verdienen daardoor den voorrang."
Mogelijk lacht menig lezer om dit vooron
derstelde Ganzengesprek, en vindt de taal
der dieren het werk der menschelijke ver
beelding; als eene fantastische voorstelling,
zonder werkelijk bestaan.
Hoort daar dat hinneken. dat blaten en
dat loeien van paarden, schapen en runderen,
wanneer zij des morgens vroeg, den stal en
het erf verlaten zich spoedende naar hunne
weiden, als wilden zij Phebus hunnen mor
gengroet toebrengen 1 Hoort daar, line de
moeder merrie hinnikt, en ziet, hoe het veu
len haar ter zijde sneit, waarna gij aan beider
gebaren de taal der moeder- en kinderliefde
ontwaart! Hoort en ziet ons hofgevogelte
De haan kraait en wekt als alles tot ont
waking; hij verlaat al spoedig het hok, danst
en kraait eenigen tijd voor de deur, en roept
na eenige plichtplegingen allen te zaaien, om
hunne morgen reisze te aanvaarden. De
eersten verlaten mede het kot, de woerd
(westel) kwaakt en slaat met de vlerken, en
ijlings verlaat de geheele kooi het erl naar de
waterput, om onder een aangenaam gesnater,
fiksche morgenwassching, en vlugge water-
klappiug. hun voedselilöddering aan te vangen.
Merkt daaronder ook dan eens aandachtig
al die gebaren op, Lezers en dan vraag ik
L: ls dat taal voor de doven'.'
Mij dunkt ik hoor eene stem, die niet be
grijpt maar waarneemt, de Gans is duidelijk
genoeg' in hare uiting'. Unze taak is de
Eend 1
De eenden dan worden aangehouden voor
het vleesch en voor de eieren, oischoon zij
ook vrij goede vederen afwerpen, alhoewe
minder van hoedanigheid dan die der ganzen;
de beste pluimen of vederen zijn die, welke
verkregen worden z^o spoedig doenlijk na
het dooden den eenddn; pluimen van gevo
gelte ineenen staat van putrifactie (ontbinding)
verkeerende hebben al veel mindere waarde.
Onze tamme eenden stammen van de wilde
af, hebben daarmede de grootste gelijkheid,
paren met elkander, geven vruchtbare afstam
melingen. alléén hunne kleuren verschillen
in liet oog loopendde tamme eend immers
heelt veelal eene speling in witte vederen, die
soms in geheel witte overgaan, gelen snavel
en gele poolen. De witte schijnen de meest
huishoudelijke te zijn.
In dit land kennen wij twee soorten van
den gewonen eendvogel nl. den kleinen, en den
grooten, welke laatste alhier uit Helgie is over
gebracht en waarschijnlijk uit Normandié
herkomstig' is, zijnde groote witte schöóne
eenden, welke taminer schijnen dun onze ge
wone eend.
Verder komt de kaupsche eend voor, ook
wel Indische ol liever Barburijsche eend ge
noemd, zijnde meest zwartbont; het man
netje of fle woerd hiervan koppelt ook wel
met den gewonen eendvogel maar geeft on
vruchtbare bastaarden, welke logge vette die
reu men alom aantreft waar kaapsche en
gewone eenden gevonden worden. De man
netjeseenden zijn trotscha diertjes, en onder
de bonte treft men er aan, die inet de
lianen in schoonheid kunnen wedijv ren.
De eieren der eenden, zijn minder smake
lijk, dan puik voor gebak. De eenden bemin
nen vischrijke waters, en worden dan met
voordeel aangehouden, oischoon de eend ver
zot is om verloren te leggen, vooral als zij
bemerkt dut zij beroofd wordten de broei
tijd ruim is ingetreden.
Jong vetgemest is de gewone eend eene
lekkernij, en aan de groote valt er nog al
wat te verorberen, zoo ook zijn de eieren
der laatste de grootste.
En na nu nog medegedeeld te hebben,
dat oin er tamme eenden op na te hou
den, men dezelve door kalkoenen of hoen
ders moet laten uitbroeden, waardoor zij als
bij de geboorte onder de behandeling van
den mensch komen, stappen wij van dit luid
ruchtig gezelschap af.
M. Luteijn Mazdre.
(Wordt vervolgd.)
Nog altijd weet men niet ol de heer Buf
fet zich Müc-Mahoii's opdracht tot samenstel
ling van een nieuw Ministerie lieel'l laten
welgevallen. Maar algemeen verwacht men,
dat hij eindigen zal met toe te stemmen. Hij
zou worden vice-President van den Minister
raad, maar zelf geen portefeuille aanvaarden.
Inmiddels heelt de Nationale Vergadering
hem een schitterend bewijs van vertrouwen
geschonken door hem met overgroote meer
derheid van stemmen te herbenoemen tot
President der Vergadering. Voor 't geval de
heer Buffet Maarschalk's opdracht aanvaardt,
zal waarschijnlijk de heer Casiinir Périer wor
den gekozen. De Broglie intrigeert voor de
Kerdrel, die, gelijk men weet. tegen de con
stitutioneels wetten gestemd heelt.
De Engélsche post, die anders in den laal-
sten lijd bijzonder geregeld pleegt aan te ko
men, bleef lieden uit. In de zitting van het
lagerhuis zal heden waarschijnlijk eene be
langrijke discussie worden gevoerd. De be
kende hoogleeraar Fawoet zal namelijk voor
stellen, de kinderen ten piuttenlunde tot den-
zeilden schooltijd te verplichten als die in de
industrieele districten. Volgens de wet van
1873 namelijk, kunnen de kinderen ten piut
tenlunde met minder onderwijs volstaan dun
de kinderen van gelijken leeftijd in de ste
den. Fuwcett acht dit onrechtvaardig en
wil nu bij de wet doen verbieden, dat kin
deren ten plattenlande arbeiden, zonder eerst
gedurende een bepaalden termijn onderwijs
te hebben genoten.
Lord Cavendish en de heer Forster, welke
laatste voor een orakel in onderwijszaken
geldt, zullen waarschijnlijk het voorstel onder
steunen.
't Bevestigt, zich dat de Pruisische Regee
ring' ernstig in overweging heelt genomen
hoe, met het oog op de jongste Pauselijke
encyclica, tegenover de Pruisische bisschop
pen moet gehandeld word- n. Voor eenige
dagen is te Berlijn een Ministerraad gehou
den, waaraan ook door Vorst Bismarck werd
deelgenomen. Daarin heefs men van gedach
ten gewisseld over eventueel te nemen
maatregelen, voor 't geval de bisschoppen
genoemd Pauselijk schrijven eens officieel
mochten afkondigen.
De Minister van Eeredienst, de heer -Falck,
moet reeds een begin gemaakt hehben. Van
de Katholieke onderwijzers en ambtenaren,
die tot zijn departement behooren, zou hij
een ondubbelzinnig antwoord hebben geeischt