N®. 13.
Zestiende Jaargang.
A8. 1875.
NIEUWS- El ADVERTENTIEBLAD VA 1 WE>TEUJT SCVIAAIVR L
12
Voorziening*
tegen Hondsdolheid,
ïecleren Dinsdag en Vrijdag.
vo#ïeT?üo
Dit Weekblad verseMjnt iecl
Prijs per drie maanden vof^tvet"voormalii»* 4de district
Zeeland f 1,15: voor de overige plaatsen des Rijks, fra
per post f 1,30. Afzonderlijke •Xtnrntiers f 0.05
de
Vr
Til'
A tvyi'iidiiCiéiiv\m I5 régels J 0,75 ke i
iVüivf 0.12!/o- (Ir de. letters tiaar bet get 1 ge v .me
die zij besl.i.ui.
i dfi,, Workt-.nde s °4;vnd en •VVcld ic!igliei-:l CL
ingezonden Stukken en Brieven,
Retü'Ctie uetreiie.ioie
te bezorgen
oe..e
bij dc-a
.V
Ditgei
•ertei.lu
er déze
e-a g«-..v K.o óe.ie.Lie.,
alles 1'RA NCO.
ut Alencvieciiageu van ré.rrorp j.xde.i
Repliek aan de N. R. Cl. van 4 en
December 1874.
Hondsdolheid, or liever de voorziening
daartegen, maakt sedert vele jaren een punt
van onderzoek uit, zoowel voor hen, die zich
op liet gebied der veeartsenijkunde bewegen,
als voor de overheid, die liet te recht als haar
plicht beschouwt het publiek zooveel moge
lijk voor dolle dieren te vrijwaren. Een
daartoe strekkend wetsontwerp, onlangs door
den Minister Heemskerk ingediend, heelt deze
zaak eenigmate tot een question brahmkr ge
maakt. He N. 11. Cl. van 4 én 5 Dec. jl.
legt dit wetsontwerp onder liet ontleedmes
van haar rriliek en d iet scherp maar juist
uitkomen dé onvolledigheid, het ondoeltref
fende, onmogelijke en vexaloire van des Mi
nisters voordracht. Dil is haar recht; maar
tegelijkertijd merken wij op, dal hetgeen de
N. II. Ct. in de plaats der voorgestelde
voorziening' aan de hand doet, als afdoen I
provenliel middel tegen hondsdolheid, nl. hel
voorschrift odut alle honden op den openba
ren weg ten allen Inde van goed sluitende
metalen muilkorven voorzien moeten zijn",
aan dezelfde gebreken wellicht nog in
hoogere male mank gaat. Wij zullen nari-
l.oonen, op welke gronden dit oordeel rust.
Vooraf echter over de hondsdolheid zelve een
woord, dut wij ontleenen aan de onlangs
verschenen brochure: iljeber die Wutli-
krankheit bei den Tliierennaoh eigenen
Beobachtungen und Versucheu", van prof.
Ilertwig, een der grootste, zoo niet den groot
ste der thans levende veterinaire autoriteiten
in Duitschland.
Hondsdolheid (liahies Cauiuu) is sedert 1000
jaar bekend, doch eerst sedert het einde dei-
vorige eeuw leggen deskundigen zich ernstig
toe op 't ontdekken van de ware oorzaak, de
vaste verschijnselen en den hoofdzetel van
deze ziekte. De resultaten van hun
navarsehiugen zijn nog zeer oabevredi-
Op verzoete van een lid van de maatschappij
tot bescherming der dieren overgenomen uit het
Dagblad, Wij bevelen de lezing van dit belang
rijk artikel aan alle gemeentebesturen aan.
(red.)
gendwant Lot op iitSEiou is do oorzaak van
honds luihuid (wanneer zo niet ten gevolge
van den heel. van een dol.dier ontslaat) ten
eent-niiialB onbekend; vaste, zich bij eiken pa
tient voordoende verschijnselen der ziekte zijn
niet met zekerheid op te geven en de zetel
der dolheid d. i. hel daaronder meest lijdend
lichaamsdeel, is het lot nog loe evenmin.
Onder het weinige, waaromtrent men be
trekkelijk deze ziekte tot zekerheid is geko
men, behoort:
Wniervr e-i (hyd" ipliohin) bestial niet
bij dolledier.n. - n dans
onmacht om Ie slikk-u door gezwollenheid
van liet slrottenlio drl.
If. Niet enkel hei tergen, aanhitsen en
gewelddadig mishandelen kan plotseling dol
heid bij een hond doen uitSgfekeii; ook liet
aanhoudend misbruiken, kwellen en lijden
kan deze ziekte te weeg brengen. Slechts
honden en zeer zeldzaam katten worden
spontaan (uil zich zeiven) dolandere dieren
worden hei alleen ten gevolge van den beet
van cm aan dolheid lidenden patient.
Voor zoover hondsdolheid niet door mis
handeling ol onbekende oorzaken plotseling
ontstaat, behoort ze ouder die. veeziekten,
welke met tussclienpoozen van somtijds vele
jaren op verschillende plaatsen uitgangspun
ten nemen, zich van daar uitbreiden onder
de dieren, die er aanleg toe bezittentot
haar toppunt gekomen een lijd lang statio
nair blyven; dan afnemen en (enkele geval
len steeds uitgezonderd) verdwijnen, om later
weder denzellden loop te volgen.
In de voorlaatste periode der ziekte trach
ten alle dolle honden te bijten; uienszhen en
dieren door hen gebeten worden dol, indien
zij er aanleg loe bezitten en het speeksel
van het dolle beest onder hun huid is ge
raakt. Elke dolle hond geelt alzoo groole
uitbreiding aan liet kwaad.
Gepaard met de meest onderscheiden ver
schijnselen, is de gewone loop der ziekte
(als zij niet plotseling uitbreekt) dezede
houd wordt lusteloos, onrustig en verliest
itlleu eetlust; enkele dagen later tracht hij
zich in donkere hoekeu te verschuilen, doch
zonder er rust te vinden; hij kauwt stroo'
hout en dergelijken en slikt ze somtijds in,
hoewel hij voedsel weigertzijn stemgeluid
ondergaat merkbare verandering; hij verdwijnt,
d. w. z. hij loopt weg.
De ziekte ne nut nu den vorm aan van
woedende ol van stille dolheid. In hel eer
ste geval ijlt de houd weldra als een razende
voort, valt elk levend schepsel aan en bijt
hevig, totdat lnj eeaige dagen later rtifW"
vreesel ,ko stuipen sterlt. Is de lion 1 stil
dol, dan sluipt hij schuw kings velden en
wegen, bijt a's meuseh of dier hem. nabij
komen, doch zoekt ze niet op en sterft door
verlamming en uitputting, onder kenlookenen
van zwaar lijden.
Aan liet boe n loonde, waaro nti'jnl Eivfoss.:,
Bo.oley, Kenaull, Vermes en kieming met prof.
Ilertwig instemmen, wenschen wij ie toet
sen de protpliylu'-tischo waarde van het voor
schrift»dat olie honden ten allen tijde op
den openbaren weg moeten voorzien zijn vuu
metalen, goed sluitende muilkorven."
Stellen wij, dat dit voorschrift in volle
werking is.
Nu wordt in een ordelijk, burgerlijk ge
zin de huishond ziek: hij is lusteloos, onrus
tig, eet niet. Men zorgt voor een goed uesl,
plaatst wat uitgezochte hondenkost daarne
vens en bemoeit zich niet verder met den
patient. Een paar dagen later wordt opge
merkt, dal het stemgeluid van den zieken
hond anders dan gewoonlijk klinkt, dat zijn
bek aanhoudend een weinig geopend bltjll en
zijn onderkaak stijf schijnt te zijn dik
wijls, doch volstrekt niet altijd voorkomen
de verschijnselen maar niemand bekom
mert zich om een en ander. Weder een paar
dagen later is de hond niet de stille troin
verdwenen.natuurlijk zonder muilband
want wie zou dien een ziek dier binnenshuis
aanleggenAls zijn wegloopen bemerkt
wordt, is hij al mijlen ver, bijtende elk
schepsel dat hij ontmoet, en als hij weder
om een paar dagen later in een andere ge
meente ol provincie wordt afgemaakt, komt
liet zjii vorigen eigenaars niet iu de gedach
ten, dut dit dolle dier hun ziek huishondje
is, 'l welk zij vermeencn dat ergens buiten
is gaan sterven, omdat hij het ia huis zoo
benauwd had.
Dit nu is de ware toedracht van zaken
alleen de ziekteverschijnselen zijn onderling
zeer verschillend bij liet spoilt,an dol
worden van houden en daarin ligt tevens
de voornaamste oorzaak, waarom eau dolle
hond nooit zegge nooit gemuilband
wordt aangetroffen. Wat helpt het nu ol
de ongelukkige dieren, welke ee.i dolle hond
aanvalt, wèj g' muilband zyn En diegenen
onder zijn slachtoffers die luier, misschien a d-
of 5 maanden, ten gevolge der ontvangen
wonden ook dolworden, zullen evenzeer
oogemuilband langs velden en wegeii zwer
ven. Want ook zij worden eerst treurig en
ziek; niemand zal dat voor dolheid aanzien,