mm- EH ADVERTENTIEBLAD YAH WESTELIJK ZEEUfSCH-YLAAHDEREN,
Zestiende Jaargang.
A". 187Ö.
Dinsdag 9 Februari.
X
Iets over de voortteling onser
huisdieren.
N°. 12.
snisriiEwiiiihitnii
Dit Weekblad verschijnt, lederen Dinsdag en Vrijdag.
Prijs per buir maanden voor het voormalig 4de district
Zeeland f 1,15; voorde overige plaatsen des Rijks, fraruo
per post f 1,30. Afzonderlijke Nummers f 0,05.
Prijs Advertentiënvan 1 5 regels f 0,75 elke regel
daarboven f 0,1 S1/^Groote letters naar het getal gewone
regels die zij beslaan.
Voor den Werkenden stand en Weldadigheid 6 Ct. per regel.
IngezondëiWSi&k^eii en Brieven, de Bed?
etie betredende, benevens Advertentiën en gewone Berichten óf Medëcleelingen van Correspondenten,
te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO.
IV.
Na eenige rust genoten te hebben, doet
mijn hofgevogélte zijne laatste avondreize
door mijne weide, als om den avondmaaltijd
te nuttigen en als onwillekeurig' herdenk ik
mijne taak de Gans.
Welaan! wij willen dan beginnen met mede
te deelen. dat de gans welke gewoonlijk
op onze hoeven er op nagehouden wordt
de kleine gans is, gewoonlijk wit of bont van
kleur met gelen snavel; hier en. daar trelt
men ook de groole of zwanengans aan,
maar in geringer aantal zijzijn niet zoo zacht
van aard als de kleine.
De zwanengans is grootcr, heeft een langen
hals, waaraan zij haren naam ontleent en'
een zwarten snavel, en zwarte poolen
Voorts treft inea hier en daar, vooral onder
Kadzand, de Rotgans, de Rietgans en de
Vriesgans aan, welke eerste en laatste niet
alleen in hare gevangenschap leggen en broe
den, maar men heeft zelfs vruchtbare bast
aards van de eerste cn laatste soort verkre
gen. Hel houden van deze laatste ganzen,
is even als dat der Zwanengaiizen, eerie zaak
van liefhebberij.';
De gans zelve wordt aangehouden voor
haar vleesch, voor hare eieren maar vooral
voor hare donsvederen; zij bemint eenen voeh-
tigen bodem, met mollig gras bezet; en in
streken waar men dat vindt heeft men dan
ook wel ganzedriflen. Zij schijnt jong vrij
smakelijk vleesch op te leveren, ofschoon een
kalkoen mij beter bevalt, eri laat zich vet
mesten even als de varkens, en ook even als
het spek inzouten, dat dan eene goede pro
viand oplevert tegen den winter.
Somtijds richt men ook de vetmesting in,
om groote vette Ganzenlevers te verkrijgen;
dat al een heel lekker beetje voor de lief
hebbers schijnt te zijn. Niet onmogelijk
is het, dat er alhier te weinig werk van de
ganzenteelt gemaakt wordt. De gans wordt
al zeer oud, mogelijk zoo oud als de meeste
menschen, ik heb althans nog weinig ganzen
haren natuurlijken dood weten sterven; dan
zij worden ook al vroeg van de hand ge
daan omdat de oude ganzen zeker het meeste
voedsel kosten.
Mijns bedunkens kon de teelt van de ganzen
wel daarheen geleid worden, dat wij er teel
den geschikt voor de vetmesting en te gelijk
de veeren en pennen niet uit het oog ver
loren. De gans legt gewoonlijk voor het
broeden tot '12 a 13 eieren, maar kan ook
gefopt worden, door telkens één ei weg te
nemen als wanneer het aantal wel verdrie
dubbelt; in den zomer heeft zij soms ook
nog een tweeden legtijd die echter maar kort
duurt. Hare eieren zijn gekookt minder sma
kelijk maar uitmuntend voor gebak, en heb
ben daarin veel overeenkomst met de eenden
eieren.
Wilt gij eens eene gans vetten, en eene
proeve nemen of het rekening geeft, welaan
plant dan maar eens wat Mais, b. v. de Paar
dentand "lais; wordt zij niet a! rijp, wel, dan
is het puik voer voor de koeien, en geloof
me ze geven daarvan goede melk, maar wat
meer zegt, puike boter; wil vader niet mede
werken; wel dochter, dan uw broeder maar
de teelt van Spastische tarwe aanbevolen, b.v.
eene vierkante roede o( 10 meters bepoot
rijp zijnde onkorrelt gij ze, na gedroogd te
zijn.
Nu neemt gij na maïskorrels voorradig te
hebben, eene jonge gans, oud zoo wat van
het voorjaar, dus ongeveer 7 maanden, plaatst
d e onder eenen omgekeerden aarden boler-
pot, die wat wijd van boven is, na er een
gat ingeboord te hebben, waar kop en hals
der gans door kunnen zitten, zoodat de gans
goed sluit onder den pot. Daarna voert gij
haar maar Spaansche tarwe, zoo veel ze eten
wil, en geloof me, de gans wordt zoo vet
dat ze als vast in den pont sluit. Als zij er
uitgenomen is! soms most de pot stuk geslagen
worden, verkoopt men ze; maakt dan de
rekening eens op.
Voor de veeren en pennen worden de gan
zen, en vooral voor de eersten, alhier aan
gehouden; wie heelt al niet met mij gebruik
gemaakt, van het bed dier ijverige boerinnen
die de waarde der levende pluimen, kennen,
dat wil zeggen van pluimen die van levende
ganzen geplukt zijn, want levende pluimen
hoe beweeglijk ook, zijn mij onbekend, of
schoon zij zoo aardig een gewreven grooten
lakstang kunnen naloopen; maar ze worden
zoo genoemd in tegenstelling van doode plui
men dat de zoodanige zijn, herkomstig van
afgestorvene ganzen, eenden, hoenders, enz. of
op het erf na het ruien der bofvogels wor
den opgereven inet de hark ol rijf, of op
andere wijze worden opgezameld. Overi
gens geldt hier dezelfde regel als bij de wol
dei' schapen: hoe betere schapen, hoe betere
wol; de vacht weegt zwaarder en de wol is
veel sterker; geen slechtere wol dan van ge
storvene, uitgeteerde schapen en zij die haar
kleine ganzen goed doet, dat is de oplettende
boerin, die ervaren heeft dut hare pluimen
beter veerkrachtiger en duurzamer zijn, dan
die droge stroeve veeren, en bovendien, de
pluimen van een goed gevoerde gans groeien
veel spoediger ol liever vernieuwen zich veel
sneller en zoo kan men hij vernieuwing veel
spoediger plukken dan soms om de drie maan
den, bijv. in Juli en October. In het laatste
geval vooral nog in de eersie sehoone da
gen, als het noch ie nat, noch te koud is.
Gelooi' me, de opbrengst der pluimen is een
aardig spaarpotje. Men besteedt toch tot
f 1,50 voor vijf onsen levende nieuwe -plui
men, die verzekerd zijn, en wier vet als uit
gedroogd is. Daarom alleen mogen de ganzen
niet vet, maar goed gevoed zijn, .wijl veeren
van te vette ganzen te veel benadeeld wor
den door de ontvettings-kuur hetzij door den
bakoven, of andere daartoe uitgedachte stoom
zuiverings-werkluigcn.
Overigens zij men bedacht, om de te vet
ten gans, onder den boterpot, toch op lat
werk te plaatsen; zij wil rein blijven om het
doel te bereiken. Wanneer men ganzen
laat broeden, geve men haar toch geene
vreemde eieren, ziet, de gans is op dit punt
nog kieskeuriger dun de vrouwen, die willen
nu in het geheel geene vreemde kinderen
kweeken of opvoeden. Zij vlucht haar nest
uit, welke moeite gij ook doet. Schoon
spreken helpt niet cn straften nog minder.
Hierin is zij het tegenbeeld der kalkoen, die
alies voor lief neemt, en daarom terecht op
onze hoeven een toonbeeld van iielde jegens
aangenomene kinderen is, die daarenboven
haar zijn opgedrongen terwijl de behuwd-
rnoeder die taak als vrijwillig heeft aan
vaard.
Daar de veere-pennen als uit de mode zijn,
wil ik noch over haar nut noch over hare
bereiding, noch over de keuze van die dei-
rechter of der linkervleugels, naar dat dezelve
voor het schrijven het beste hanteeren, uit
weiden. De gans toch heeft reeds te vee]
ruimte ingenomen; maar de zucht om onze
sehoone sexe in te leiden, ook in liet sehoone,
ook op haar erf bespiedbaar, gaf mijne
pen als eene hoogere vlucht ter vergoeding
voor het gemis, aan samenkomsten, gewijd
aan de bespreking der haar toevertrouwde zoo
gewichtige taak: de vrouwelijke zorg voor
alles in het Land en Vee-bouw bedrijf.
M. Luteijn M azure.
Wordt vvrvolffd.)