NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUW3CH-VLAANDEREN. 3. Zestiende Jaargang. A0. 18T-5. Vrijdag 8 Januari. Iets over de voortteling onzer huisdieren. Politiek Overzicht. Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag. Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de district Zeeland ƒ1,15; voor de overige plaatsen des Rijks, franco per post f 1.30. Afzonderlijke Xninniers f 0.05. Prijs Adverfcentiën, van 1 5 regels f 0,75 elke regel daarboven O.T31/o.Groote letters naar het getal gewone regels die zij beslaan. A oor den Y\ erkenden stand en Weldadigheid G Cl. per rege1. Ingezonden Stukken en Brieven, de lle^ctie betreffende, benevens Adverfcentiën en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenti te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles IltAXCO. 11. In tegenstellingvan de wilde veel eel i.leeren wij in liet practisch leven kennen de oordeel kundige veeteelt; ztj wordt vooral daar waarge nomen waarde teeters, dietn hun belang hebben leeren kennen, en in praktijk hebben moeten brengen, of waar zij op eenen hoogeren trap van ontwikkeling staan, dan hunne eerstgenoemde vakverwanten. Vaak ontwikkelt zij zich als uit centrums, zijnde brandpunten alwaar kundige mannen hunne kennis, kapitaal en krachten, aan de oordeelkundige veeteelt, niet alleen, maar aan de hoogere veeteelt aan de rasvorming' toe wijden. De hoogere veeteelt de rasvor ming vordert al eenc zeer groote mate van uitgebreide kennis maar daarenboven oenen juisten, doordringenden practischen blik. Niet alleen toch moet de teler ol vormer zich hier een ideaal een denkbeeldig paard, rund, schaap varken denken, voorstellen, als het ware scheppen, dat hij wil zien geboren en vol- vormd, maar hij moét de factoren, Vaders moeders daartoe kiezen. Over die hoogere veeteelt of rasvorming, zullen wij slechts hier cn daar ter loops, en voor zooverre wij haar noodig hebben ter toelichting handelen; over hot algemeen zijn onze veetelers daarvoor niet rijp, van daar dat de meeste maar niet kunnen begrijpen, waaromzulke enorme sommen voor edele stamhouders van rassen besteed worden. Dan hoe dit zij; dit is waarheid: dat sedert een onzer Iandbouwbeoefenaren, ofschoon Zuid-Hollander van geboorte en in den vreemde zijne opleiding genoten hebbende, liet in de veeteelt tot een rasvormer heelt gebracht, waarvan de alom vermaarde Imans velletjes ook in den vreemde getuigen, de zucht naar meer afwerpende runderen, schapen en var kens, is ontloken en kan zelfs door geene vernielende hand, moer worden uitgeroeid in den geest des volks. Die zuclU, niet aanmatigend, niet opdrin gend, niet betwetend, maar met gepasteu aandrang toe te lichten op de baan, die voor ons ligt, naar de geringe mate onzer kennis, en gestaafd door eene bijna veertig jarige empyri, die ik zelf geene ware ervaring durf noemen, nemen wij tot taak, niet twijfelende of eenige opmerkingen zullen langer dan het phospkoriek licht van den hemel ten spoor verstrekken, ofschoon zij even als de miiüoenen ineensmeltende sterren aan den melkweg als eene ondoorzienlijke vloeistof in liet niet zul len verdwijnen, door cte glans der fakkels, die éénmaal onze; landbouw en veeteelt zul len bestralen. DOEL DEK TEELT ENZ. Wat hebben wij in ons land toch voor oogen te houden, landbouwers, bij de teelt van onze huisdieren? Wel zult gij mij ant woorden, dat wij bezitten, wat wij zelve noo dig hebben, voor ons gebruik enz. en dat wij betrekkelijk bij eene bepaalde uit gaaf, van allo onze producten het meest mo gelijke voordeel trekken. Dij voorbeeld: Een goed paard en één slecht paard hebben evenveel aan dekgeld, onderhoud der moeder, weidegang, stalvoederin<E enz, gekost en ziet eens hoe de prijs uiteenloopt; oen goede 18 maandsche ruin heeft alhier tot 1200 fran ken of f 564 gulden opgebrachten eau slecht heelt al dikwijls nauwelijks zijn onderhoud bv. 150 guldens opgebracht. Konden we toch eens nat meer goede paarden kweken;, Ik zelf liad dit jaar twee 10 maandsche vaarsjes, die ik als kalveren gekocht had, en verkocht ze dooi' elkander; de waarde van het beste was zeker het dubbel van liet minste. Ik hoop dat de kooper, een bekend landbonvver ze met geluk mag opkweeken. Mij kosten ze aan uitgaven evenveel, doch liet beste, een Durham stier, toonde als kalt reeds wat liet bi j leven worden zal de Zuid-Hollander ook wel, doch die moest nog gevormd worden; en ziet, ofschoon goed- gevoed, groeide liet niet uit, (over beider boterafwerping bij leven later.) In vorige jaren, daar de keus van een goede Durhummer vaars maar zeldzaam is, kocht ik altijd een paar vaarskalveren van puike moeders; de vaders ontglipten mij stil- lekens niet. Als het kon nam ik gewoonlijk de jongste, die kostten den minsten prijs, als zijnde de kleinste; deze nu groeiden on der eene goede voeding gebracht in korten tijd boven hare oudere zusters, en ik maak te den besten prijs. Met het volwassen rundvee is het immers ook alzoo. Waarom verkocht de heer A: Erasmus te Kadzand, do eerste vare koe voor honderd acht en tachtig guldens? Omdat hij van een goeden Frieschen stier afstamde, en de koe de vorm bezat om voel vleesch aan te kweeken. Lij het melkvee, dat nog puik in ons oud kustros wordt aangetroffen, en hetwelk nog te herkennen is als zolmaakt de vormen heb bende van de Oldenburger lireïlenburger Tiïaar vooral van dé Jutlaudsclie koe, waarvan de type ook nog in de AJderney koe te lier- kennen is. wie zal het zeggen, mogelijk nog een nazaat, der Zeeuwen (overbrenging onder Hengist en Horen) is het even zoo gesteld Wie toch verkocht de eerste koeien van dat oude ras iir dit land aan f 235 Zij tóch. die het zuiver bewaarden cn puik opvoedden, la vooral' afstammelingen van puike melk koeien behielden, er een eigen stier (vore het geloop) dus zonder weten één stamva der uit dat uitgezochte ras op nahielden, zoodat de anderen ver achter aan kwamen, Nu hier ontbrak de vorm eener goede melk- geefster, slecht gevoed, tseclit opgegroeid, zonder vorm geboren, zijn zij er nooit ge komen en hebben altijd minder goede zui vel afgeworpen, en ofschoon, de natuur al liet mogelijke deed, veroorzaakte de parel- ziekte haar dood En wie zou nu toch niet gaarne, puike boterkoeien, puike vleeschwinnendé koeien, vaarzen enz. fokken al naar de behoefte, naar de vraag des han dels, en andere belangen En wat is het doel van onze varkensteelt mijne vrienden? Zoo ik mij niet vergis, roepen de meesten maar aanleg tot vclwor- ding. Dan niet te veel voortgedraafd, telers! Dieach terblijvers hebben immers zelfs in de plantenwe reld eene zoo groote beteekenis Leest nog eens aandachtig mijne afgeluisterde voorlezing- van den heer de Beucker, immers als de meeldraden die het langste waren, die het meeste aan liet doel moesten bijdragen, onge lukkig verwoest worden, houden do matig kleine meeldraden, door sterke ontwikkeling liet geslacht in stand. En welke eigenschappon heeft liet varken dan gemeen, met deze ontwikkelde achter blijvers, die korte kleinen als onvolkomens mannelijke voortplantingsdeelen in de bloem. Daarover later. M. Luteu.n Mazi're. (Wordt vervolgd.) Een aantal bizonderhoden worden langza merhand bekend omtrent de wijze waarop de jongste Spaanscne revolutie zich heeft toe gedragen. Zoo blijkt o. a. dut Serrano, toen hij naar het Noorderleger vertrok reeds eigen lijk niet langer meester was van den toestand.

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1875 | | pagina 1