NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VA'i WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAAT3IRE1.
FEUILLETON.
MARIA
N0. 100.
Vijftiende Jaargang.
A0. 1874.
Dinsdag 22 Deccmb.
egens het iiivaffcrid Kerst
feest, zal het nummer van
Vrijdag a. s. niet verschijnen.
Wreedheid jegens Dieren
SLIISCH
Dit Wjeekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag.
Prijs maanden voor het voormalig 4de distriet
Zeeland f 1*1 ^voor de overige plaatsen des Rijks, franro
per post f 1,30. Afzonderlijke Nummers f 0.05.
Prijs Advertentiënvan 1 5 regels f 0,75 elke regel
daarboven 0,1 Z1/^Groote letters naar het getal gewone
regels die zij beslaan.
Voor den Werkenden «tand en Weldadigheid 0 CL per regel.
Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffendebenevens Advertentiën ea gewone Benenteu of niedeaeeliugen van Correspondenten,
te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO.
is een kwaad, dat in alle klassen der maat
schappij is doorgedrongen. In bijna alle be-
schaafde landen bestaan wetten, om de dieren,
die God ons tot voedsel, vermaak, ja tot on
berekenbaar nut heeft gegeven, te beschermen.
in ons land bestaat tot nog toe zulk eene
wet niet, en in plaatsen waar geen gemeen
telijke verordeningen daarin voorzien, staat
het als 't ware vrij, alle soort van dieren
ongestraft te mishandelen en te martelen
doch de openbare meening begint op dit
punt wakker te worden, en vrij algemeen
wenscht men vurig, dat binnen korten tijd
ook hier te lande eene wet tot bescherming
van dieren in bet leven zal worden geroepen.
Deze bescherming is een veel vermogend
middel tot bevordering van welvaart. Zij is
tevens een bron van winst, daar de diensten
die do dieren ons bewijzen, toenemen of ver
minderen, naarmate men ze goed of slecht
behandelt.
Die dieren zij.i gevoelende wezens, vatbaar
voor vreugde en smart, honger en dorst, voor
pijn en afmatting. In verstand zijn zij onze
minderen; doch daar zij gevoelen en lijden
als wij, moet men hen niet martelen o( mis
handelen, en niet zeggen: bet is maar een
beest doch daarom juist en omdat zij
hulpbehoevend zijn, moet men hen goed be
jegenen en verzorgen. <-
baat rechtvaardigheid en barmhartigheid
jegens alle levende schepselen uwe leus zijn
Bemint uwe dieren en beloont ben voor
hunne diensten. Laat uwe paarden zorgvul
dig beslaan en zorgt in het algemeen voor
eene goede behandeling. Laat ben niet soms
geheel noodeloos in de brandende hitte of in
de koude staan, terwijl gij in de herberg zit
of uwe zaken verrichtoverlaadt uwe paarden
of andere dieren niet; laat hen bij het op
rijden van bruggen of hoogten eens rusten
en moedigt ze met uwe stem, maar niet enkel
of altijd met de zweep aangeeft hun dik
wijls gelegenheid tot drinken, en als uw
paard oud wordt, verkoopt het dan niet om
door nog zwaarder werk afgemarteld te wor
den; doch brengt het naar de panrdenslach-
terij, of laat het op eenê of andere wijze en
zoo mogelijk zonder pijn dooden.
Harddraverijen zijn wreed en moeten met
allo kracht worden tegengewerkt, daargelaten
zelfs dut zij tevens kostbare tijdsverspilling
veroorzaken.
Van ezels krijgt men door zachtheid veel
meer gedaan dan door ruwheid. De hond
is des menschen vriendniet alle honden zijn
in deze streken geschikt om te trekken of
te werken; in geen geval mag men hen
overladen, of hun het noodige voedsel ont
houden.
Zorgt zoowel voor groot als voor klein
veewant al kunnen zij het niet uitdrukken,
zij hebben allen gevoel,
Bedenkt dat schapen U voeden en kleeden
laat hen zorgvuldig en niet tegen den win
ter scheren; bewerkt dat kalveren en varkens
op wagens naar de slachtplaats worden ver
voerd, dat zij op die wagens kunnen staan
en dat zij op de minst pijnlijke wijze wor
den afgemaakt.
Zorgt dat uwe stallen licht, luchtig en
zindelijk zijn bindt niet do staart der koeien
vast de natuur heelt hun den staart ge
geven om zich tegen jeukte en ongedierte te
beveiligenlaat het voedsel van uw vee ge
zond en genoegzaam zijn en op gereg' Ide
tijden worden verstrekt, liet vleesch vari
een mishandeld dier is schadelijk, liet is
onvergeelehjk wreed dieren te laten dood
bloeden, om het vleesch op die wijze zoo-
genaam wit te doen zijn. Het is afschuwe
lijk nuttige vogels uit moedwil te dooden of
te verwonden, hun oogen uit te branden, ze
in enge kooien op te sluiten, ol hen bij het
vinkennet te mishandelen, om andere vogels
onder het net te lokken.
Stoort geen vogelnesten. Bedenkt da! bijna
alle vogels den landbouw door vernieling van
rupsen, slakken enz. groot voordeel aanbren
gen. Zorgt voor uwe hoenders en ander ge
vogelte; verzendt het in groote kooien of
hokken, en wel zoo, dat zij het lioold niet
kunnen doorsteken, want daardoor worden
er vele gewond, hetzij op spoorwegen of
op schepen en wagens.
Bij liet verschepen van vee moet vooral
gezorgd worden, dat het niet door sjouwers
of zeelieden worde mishandeld, dat er ruimte
genoeg zij tot staan en liggen, en dat gedu
rende de reis, b hoorlijk en genoegzaam voed
sel en water worde verstrekt. YVeest toch
nooit zoo slecht en wreed om levende vogels
te plukken, levende paling te villen, of leven
den visch te schrappen, slaat ze eerst op den
Uit het Fransth.
XXXTV.
„Maar gij kunt dezen ellendelingen op eene
andere wijze ontsnappen, riep Loinvilliers uit Ik
heb mijne troepen overgehaald, mijne Spanjaarden
wachten ons aan den oever der ïivier. Bij het
aanbreken van den dag zult ge in veiligheid zijn.
Dan zal ik mijn oom de Baron de Poincy ver
zoeken, troepen te zenden en met deze vereenigd,
zal ik de opstandelingen onthalen even als ik de
Roodhuiden onthaald heb Dan zult ge gewroken
worden, Maria; maar dan moet ge u aan mij
toevertrouwen wilt ge dit
„Neen," antwoordde zij, want wie weer, welk
een prijs gij er voor bedingt."
„Den hoogsten." antwoordde hij.
„Dan kan ih mij alleen op God verlaten,'
was haar antwoord.
„Maria, in 's hemels naam om uw zelfs wil
kom mede, de tijd dringt."
„Maria ging zitten en gaf door eeue beweging
te kennen, dat Loinvilliers zich zou verwijderen.
Toen wierp hij zich op de knieen en sprak nog
langen tijd tot haaivin de vervoering der liefde.
Hij nam zijne toevlucht tot bidden en smecken,
t)t bedreiging, alles te vergeefs. Woedend en
wanhopig over hare weigering, verliet hij haar
met het besluit, haar ondanks lieur zelf te redden.
De toestand van Mevrouw Euambuc was ver
schrikkelijk. De oproerlingen hadden zich te ver
gewaagd, om nog ergens voor terug te deinzen
indien Maria weigerde de acte te teekenen, die
hunne macht zou bevestigen. Maar Loinvilliers
was hen voor. Hij wierp hun hinderpalen van
allerlei aard in den weg. Hij zette de opper
hoofden der dorpen tegen het nieuwe bestuur op,
en bediende zich van de geestelijkheid om de lagere
volksklasse op te ruien.
Hij eischte eindelijk op hoogen toon de vrijheid
van Maria. Indien tusschentijd evenwel werd
de kleine koningin altijd nauwlettend bewaakt.
Niets van wat er buiten omging, werd haar be
kend. Loinvilliers zelf kon niet meer tot haar
doordringen. Eindelijk ging de deur barer ge
vangenis open en dokter Janson trad binnen, bleek
en ontdaan.
„O, mijn oude vriend, riep Maria uit, zijt gij
daar, wat hebben ze n gedaan
„Zij hebben mij daar beneden in eene donkere
kamer opgesloten en gij Mevrouw. Ach, die ellen
delingen behandelen u dus Maar op 't oogen-
blik zijn ze niet meer zoo luidruchtig Signalez en
de anderen zijn op het fort gevangen. Er heeft
eene vergadering plaats bij du Prêcheurde graaf
de Loinvilliers heeft zich er heen begevenelk