lilEUWS- El ADVEBTEBTIEBLAD VAi WESTELIJK ZEEOfSMJIlDEftEl. N°. 88. 1 ijiticudc jaargang, A0. 1874. Aan Politiek Oversicht. smiscii Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag. Prijs per drie-Maanden voor het voormalig- 4de district Zeeland ƒ1,15; voor de overige plaatsen des Itijks, franco per post f 1,30. Afzonderlijke Nummers f 0,05. Dinsdag lONovemb. Prijs Advertentiënvan 1 5 regels f 0,75 elke regel daarboven 0,121/g.'Groote letters naar bet getal gewone regels die zij beslaan. Voor den Werkenden stand cn Weldadigheid G Ct. per regel. Ingezonden Stukken en Brieven, de Eedactie betreffende, benevens Advertentiën en gew~-nc Berichten of Mededeelingen van Correspondenten, te bezorgen bij den Uitgever ^Tezer, alles FBAXCO. l! dien liet aangaat SALUT! In het vorig nummer van dit weekblad heeft een klein bericht uit Aardenburg ge staan, waarin bekend gemaakt werd, dat de heer de Beucker uit Antwerpen in het ge meentehuis te Aardenburg eene voordracht, heeft gehouden over eenige punten, die be trekking hebben op landbouw en veeteelt, terwijl hij nu eu dan ook een wenk gaf, die voor liefhebbers v.an potbloemen, en aan- kweekers van hoornen niet onbelangrijk was. Het is mijn plan niet hier den lof van ge noemden heer te verkondigen evenmin als het mij lust, zijne redevoering verminkt terug te geven. Allen die tegenwoordig geweest zijn, zullen met mij instemmen, dat de voor dracht voortreffelijk is geweest en dat het jammer was, dat de landbouwers, voor wie deze voordracht de nuttigste wenken bevatte schuierden op eenige weinige uitzonde ringen na door hunne afwezigheid. Wat kan van die afwezigheid de oorzaak zijn? Ilebben zij niet geweten dat de hoer de Beucker in Aardenburg eene voordracht kwam houden Maar moeilijk zullen de meesten uit Aar- denburgs omstreken dat voorwendsel kunnen opgeven, want den meesten hunner is daar van door mij en anderen reeds eene week vroeger kennis gegeven. Zijn zij dan in hunne eigene oogen zoo knap, dat ze meenen de boerderij al in do perfectie te kennen? 't Heeft er wel iets vanwant ofschoon reeds jaren alhier woonachtig, heb ik nog weinig of geen vooruitgang gezien. Nog dagelijks zie ik wagens vol asch door Aar denburg rijden en ofschoon nu misschien de landbouwers die asch niet verkoopen, ze koo- pen haar evenmin opnog altijd zie ik rond om de hofsteden uitgestrekte terreinen ver loren gaannog overal vind ik ellendige berg plaatsen voor de meststoffen, bedompte stallen voor liet rundvee Waarachtig, het was wel. eens der moeite waard, om naar de woorden van een bekwaam man te komen hooren. Ik verzeker U, dat hij vele wenken gegeven heeft, die men met weinig kosten in practijk kan brengen. Al liadt ge er slechts 't adres gehoord van een firma waar men de guano niet fijn klopt om er kleiaarde onder te mengen, gij hadt daarmede uw voordeel kunnen doen. Men klaagt er over, dat de pachten te hoog zijn. ik zeg u, dat de pachten niet te hoog zijn, dat ze nog veel hoor/er kun nen, dat ze nog veel hooger zullen worden, zoodra de eigenaars hun' belang heter begrij pen en in kleinere perceelen verpachten en ik zeg u tevens, dat gij nog niet op do hoogte zijt van 't geen der landbouw be treft. Van wien zoudt gij 't ook geleerd hebben? Toen gij twaalf jaar waart, heeft men u uit de school thuis gehouden, om voor der den, vierden of tienden knecht to spelen; twee winters zijt gij nog naar do avond school gekomen, waar gij niets meer hebt geleerd omdat gij 'theetje, dat gij wist, 's zomers vergeten hadt;. misschien heeft men u een paar jaar naar eene school in België gezonden, van waar gij mét een kist prijzen een mooi schrift en drie en een half woord Fransch terug gekomen zijt, waarvan gij niets onthouden hebt. Nu, van tienden knecht zijt gij derde, ein delijk eerste knecht geworden. Gij hebt ge zien, hoe of uw vader boerde en zoo kent gij 'took. Die heeft het van zijn vader ge leerd enz. Boeken over den landbouw hebt gij niet in uwe handen gehad; gij hebt een boomgaard bij uwe hofstede en gij kent niet eens den naam der vruchten, die aan uwe boomen groeien; gij hebt vee, paarden en koeien, gij fungeert zelf voor kunstkalf, de heer de Beucker heeft liet gezegd, en gij weet niet wat uwe dieren noodig hebben, om ge zond te zijn. Met andere woorden: Gij zijt op uwe boerderij eene machine geworden; gij put uwen grond uit, en ware hij niet zoo bui tengewoon vruchtbaar al lang was het land van Cadzand den weg opgegaan van Pales tina. Gij pleegt den roofbouw: Gij haalt alles uit den grond, wat gij maar eenigszins kunt en geeft hem niets in de plaats. En gelooft gij mij niet, dat gij niet boe ren kunt Ga naar den Biezen, ga naar Maideghem daar is de grond veel onvruchtbaarder dan hij u, daar geeft de grond geene vruchten zonder veel werk cn veel bemesting en dö oogsten slaan er beier, veel beter dan iii uwe kleigronden. Nog eens: Op de voordracht van den heer de Beucker vond men alle aanzienlijke inge zetenen uit de gemeente, eenige hoeren uit Sluis, eenige belangstellenden uit St. Kruis, een tal van dames.... maar slechts, een en kelen landbouwer. Was de entree te duur Zoudt gij mis schien verlangen, dat zoodanige voordrachten voor niets toegankelijk waren Zoudt gij ook hier den roofbouw in practijk willen brengen en van de maatschappij alles voor niels ont vangen, om uwe alleen voortbrengselen op de hoogste markten aan haar af te staan Ik geloof wel dat er velen zouden willen, als zij niaar konden. Was liet U misschien te veel moeite om uwe hofstede te veriaten Gelooft mij, mijne woorden mogen hard klinken, maar ik zeg u de waarheid, min der uit belangstelling' in U, San in uw kroost, dat even treurig wordt groot gebracht als gij zei- ven zijn groot geworden; uwe kennis van uw vak is luttel; door'het hooren van voor drachten kan- gedeeltelijk hersteld worden, 't geen u ontbreekt; zeker zal het u tot de overtuiging brengen, dat gij uwen kinderen wat meer moet laten leeren dan gij zeiven weet. Waarlijk 't is hoog noodig dat gij de voor drachten bijwoont. Nog eenszaagt gij op tegen do moeite Die moeite was u "ruimschoots beloond want nuttige wenken, practischo wenken heeft de heer de Beucker u gegeven en o. a. ook deze woorden gezegd, die ik U ten slotte ter overweging geef: Niets is overtollig in do schepping, van niets is er te veel, dan alleen van de soort mensehen, die men LUIAARDS noemt. G. A. VoKSTERMA-N VAN OlJEN. Eindelijk is thans de Fransche Regeering overgegaan tot het uitschrijven der reeds zoo lang uitgestelde nieuwe verkiezingen voor de gemeenteraden. De kiezers worden bijeenge roepen tegen den 22en November, behalve evenwel die van de gemeenten van liet. de partement Seine, die eerst een week later ter stembus zullen opgeroepen worden. Aangemoedigd door hunne jongste voor deeion, beginnen de Bonapartisten steeds driester het hooid op te steken. Trouwens de Regeering heeft het er ook naar gemaakt. Zoo durft Paul de Cassagnac in een der laatste nummers van Le Pays aan hot gou vernement zeii's een soort van ultimatum stellen. liet is noodig dus wordt o. a. in dit artikel gezegd dat de Regeering

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1874 | | pagina 1