concessies, bruggen, kerken en pastorijen over het kiesterrein. De prefecten en onderpre fecten gebruikten alle mogelijke middelen lot bevordering van de olficiecle kandidatuur, middelen die in de droevigste dagen der ad ministratieve willekeur van het koizerïjk niet met grooter onbeschaamdheid worden aange wend, en dat alles geschiedde om een meer derheid van -480 stemmen boven den Bona- partistischen kandidaat te verkrijgen en 20,000 stemmen beneden den Republikeinschen kan didaat te blijven. De nederlaag is verplette rend, maar zal geen verandering brengen in de houding, der Ministers. Vreemd, maar diezelfde Ministers, die zoo vermetel tegen do republikeinen optreden, hebben ontzag voor de Bonapartisten. Zij durven bet proces tegen bet geheim genootschap, door den ex-vico Keizer georganiseerd, niet aanvangen, niette genstaande zij al de noódige bewijsstukken in handen hebben. Een ander Bouapartist, de verslagéne te Maine et Loire, tart de Regeering openlijk hem te vervolgen voor een daad, die de Regeering als strafbaar had gebrandmerkt en toch door hem gepleegd werd. De Regeering deinst nu terug, ofschoon zij voor liet plegen van de daad met vervol ging had bedreigd. De Deensch-Pruisische quaestie heeft nog tot geen ollicieele stappen van de zijde van het Deensch gouvernement geleid, althans van Pruisische zijde wordt dit beweerd. De En- gelsche bladen daarentegen houden vol dat dit wel degelijk het geval is. Do houding' der Pruisische Regeering in deze gelieele quaestie wordt geenszins onvoor waardelijk goedgekeurd door de Duitsche pers. De gestrengheid waarmede men tegen on schuldige lieden is te werk gegaan, de onge motiveerde uitzettingen die plaats hebben, worden zelfs in Pruisische invloedrijke bladen zijdelings afgekeurd. Schleeswijk-Holstein is de wonde-plek van Bismarck. Hét onrecht matig bezit van dit Deensche eigendom, tot welks teruggave v. Bismarck zich plechtig bij tractaat verbonden had, zal Pruisen wellicht vroeg of laat meer moeite berokkenen dan de twee veroverde Fransche provinciën. Pruisen bezit ecu gedeelte van Schlecswijk niet door het recht der overwinning, maar door het recht van den sterkste en dat is op don .duur een zwak recht. Do" Ehgelscho bladen zijn zeer vertoornd over het onrecht 'dat Denemarken geschiedt. De Times en andere bladen behelzen meer of urn scherpe hoofdartikelen over deze quaestie. Vil hei Fransch. XI. De generaal was opgestaan, hij begaf zieli naar zijne vrouw, die half dood van angst in een lioek der kamer gezeten, haren zoon in de armen ge kneld hield. „Maria," zeide hij, „ga u verbergen op de ga- j brij, kom niet bij de vensters om te zien wat er buiten voorvalt. Beloof mij, Maria daar moedig en gelaten met ons kind te wachten tot het ge- j vaar voorbij is." Hut postcongres le Bern stelde het le_.v-ol- gen stelsel van aangeteëkende brieven vast, het verlof van postverzendingen boven een kilo zwaar. B ii i t e n 1 a n cl BELGIE. Het congres der Internationalisten, te Brussel geheuden, is uiteengegaan. Die vergadering bestoucl uit de hevigste vijau- den der maatschappelijke orde. Op het congres der Internationalisten, dat over een paar jaren in den Haag plaats had, waren deleden, gelijk men weet, met elkaar in oneenigheid gekomen' en had het bondgenootschap zich in tweeën geplitstde partij van den Engelschman Marcx en de partij van den Bus Bakounine. De leden van het Brusselsch congres behoorden tot de laatste partij, namelijk tot de partij der communards en der petroleurs. Waarover zij eigenlijk hebben beraadslaagd daaraan is minder gelegen: het kan slechts een schaterlach opwekken; maar de wijze waarop zij hun stelsel willen doordrijven doet huiveren. Zoo was de eerste kwestie die op het congres besproken werd: ,/Door wien en op welke wijze zullen bij de toekomstige inrichting der menschelijke samenleving de 'openbare diensten verricht worden?" ï)at is in andere woorden: „Wanneer de Inter nationale de wereld het onderst boven heeft ge worpen, door wien en hoedanig zal men dan het bestuur der algemeene zaken laten uitoefenen?" Die vraag werd door velen opgelost met het enkele woord „regeeringloosheid. „Dus volgens de Internationalisten: na de wereldverwoesting niets meer, noch instellingen, noch orde, noch betrek kingen, noch huwelijk, noch huisgezin, nobh fanr- lie, noch eigendom, noch godsdienst. En 0111 daartoe te komen- revolutie, moord, brand. De commune te Parijs in 1S71 is -mislukt omdat de communards al te menschlievend .zijn geweest. Komt de comniune nog eens boven, dan moet alles vermoord, verbrand, verwoest worden zonder genade. Ziedaar wat er op het congres te Brussel werd uitgeroepen en toegejuicht. Binnenland, lrïoof(I;pl£i.£rfc. Verleden maandag vierde de geachte heer T. T. Luijpen zijn zilveren jubilé als hoofdonderwijzer dezer gemeente. Des voor middags, te 10 ure, waren de leden van den gemeenteraad ten raad huize vergaderd en reikten den jubilaris onder eene hartelijke toespraak van den oudsten wethouder een prachtig geschenk t it aandenken over. Daarna begaf zich de achtbare stoet naar de smaakvol gedecoreerde school, waar de jubilaris met eene feestcantate der schooljeugd begroet werd. Toespraken, gezangen, voorlezingen van toepasselijke dichtregelen wisselden elkaar hier „En gij dan, Mijnheer! riep zij uit, „zult gij nw leven niet in gevaar stellen !"- „Het is mijn plicht en roeping." „Maar mijn plicht is u bij te staan in het gevaar „Kom, Maria verwijder u, viel de generaal haar op een tooii van gezag in de rede, terwijl hij haar de deur der galerij wees, „ga, wacht mij en bid God. Zij drukte een kus op de hand, die hij haar toestak en zeide op een toon waai in te gelijk moed en onderwerping doorstraalden: „Ja Mijnheer, ik zal u gehoorzamen, ik zal moedig zijndaar ik weet dat gij uwe vrouw en kind wel zult weten te verdedigen. Indien gij mocht vallen, wees verzekerd, dat ik mij nooit levend in de macht dier barbaren zal overgeven." Nauwelijks had zij deze woorden gesproken^ of een donderend hoera van buiten en een hevige stoot tegen de voordeur deden hen opschrikken. f.Na-.r het kijkgat Loiuyilli^rsnaar liet kijk- beurteliiigs aangenaam af. Tc 12 ure beroven zich de leden van den raad met de notabelen der gemeente naar hen huis van den feestvierende om Zijn Ed. hulde en gelukwenschen aan te bieden. Des avonds was zijne woning* keurig met lampions verlicht, en den volgenden dag zijn al de kinderen der gemeente door den jubilaris feestelijk onthaald. Een brief uit Atsjin aan het Utr. D. medege deeld meldt o. a. het volgende: „Met de At- sjineesche zaken gaat het iets vooruit; de kust- landjes beginnen zoowat allen, door de bemoeiin gen van dé daar gestationeerde oorlogschepen, de Hollandsche vlag te hijschen. Meest allen krijgen een cadeau in geld of andere zaken, die de Vorst jes conditionneeren, en dan wordt op een goeden dag de vlag gehcscheu en gesalueerd door het stationschip heel veel beteekent die geschiedenis nog wel niet. want in verscheidene van die Staat jes waarschuwt de Vorst, omdat niet aan den wal te komen, daar men waarschijnlijk door de be volking vermoord zou wordent Op papier staat de vlng-liijselling heel aardig, maar de buitenwe reld weet niet hoe de zaken zijn. Misschien komt de boel echter op die manier langzamerhand in orde, want die plaatsen mogen dan dadelijk han del drijven over zee, terwijl de rest van de kust steeds geblokkeerd blijft. „Op Groot-Atchin wordt van tijd tot tijd nog gevochten; een tiental dagen geleden nog hebben we, zooals ge zeker weet, een benting genomen; 68 kerels daar binnen wilden zich niet overgeven en moesten tot den laatste worden neergescho ten de toenadering wordt dus niet grooter. Een derde expeditie zal niet gezonden worden, maar alleen meer troepen, waarschijnlijk tegen October en die moeten dan een eind aan de zaak maken. Generaal Van Swieten heeft idee dat de Atclii- neezen langzamerhand zullen bijkomen, als ze zien dat we geen plan hebben weer weg te gaan; dat is te hopen! De troepen in Kotta-Badja (den kraton) zijn in veel betere condities dan een paar maanden geleden; het lodics is veel verbeterd, de aanvoer van levensmiddelen gaat geregeld langs een goeden weg van liet strand, meer westwaarts dan de kuli (rivier), die nu met harden wind niet meer te genaken is, door de hevige branding aan den ingang of monding; de gezondheidstoestand is veel verbeterd." Te Amsterdam hebben de slagers den prijs van het rundvleesch met 5 cent per k. g. verminderd. Te Haarlem hebben de voornaamste slagers den prijs van rund- en schapenvleesch met -10 cent per k. g. verminderd. Enkele slachters te Utrecht hebben liet rund vleesch met 10 cent per k. g. afgeslagen. De groote slachters blijven evenwel hardnekkig aan de veel te hooge vleeschprijzen vasthouden. Te Doesborgh zijn de prijzen van het vleesoh met 10 cent perk. g. verlaagd. Uit Assen, 's Huge, Delft en Botterdam meldt men 't zelfde. Ook te Arnhem waar de slagers onlangs hun In een oogenblik was ieder in het huis op de been. De generaal zoiul de vrouwen naar Maria en maakte zijne schikkingen voor het gevecht. Hij wapende zijne negers en schikte ze in eene soort van kasematten, Waaruit men den hoofdingang verdedigen kon. Vervolgens kwam hij bij Loinvilliers aan het kijkgat. Het was verbazend dien man te zien, die uit geteerd door de koorts en verzwakt door het lange lijden, plotseling bij de nadering des ge- vaars zijne kracht en vastberadenheid terug be komen had. Terwijl hij zijne bevelen gaf en zich voorbereidde tot een gevecht, waarin hij waar schijnlijk het onderspit zou moeten delven, was zijne stem even vast en helder als vroeger. De galerij waar Maria -en hare vrouwen ge vlucht waren, was op de tweede verdieping, en de vensters, die op een gedeelte van den tvi'i uitzagen, dat men "het doolhof noemde, waren der tig voet van dt'.i grond. Deze hoogte scheen de

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1874 | | pagina 2