NIEUWS- El ADVERTENTIEBLAD VII WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
QKZE MARINE.
N°. <4.
Vijftiende Jaargang.
A". 1874.
Politiek Overzicht.
SLIISCHBIMBMD
Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vbijdag. Prijs Advertentiënvan 1 5 regels f 0,75 elke regel
Prijs per drie Maanden voor het voormalig 4de district rv* 1. cpnf daarboven Ojl^/o.Groote letters naar liet getal gewone
Zeeland f 1,15; voor de overige plaatsen des Itijks, franco O i regels die zij beslaan.
per post f 1,30.' Af^iiMiike Nummers f 0,05. Voor den Werkenden stand en Weldadigheid 6 Ct. per regel.
Ingezonden StgBcen en Drieven, de ltedactie betreffende, benevens Advertentiën en gewone Berichten of Mecledeelingen van Correspondenten,
te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO.
In den laatsten tijd heb ik een; paar be
richten gelezen, die er mij toe nopen eens
opzettelijk stil te staan bij onze Marine.
liet eerste bericht is van treurige» aard.
In de Nieuwe Rotterdamsche courant las
men dat de heer Andrau zijn ontslag geno
men heeft als directeur van liet Instituut
voor de Marine te Willemsoord om eene
reden, die ongelooflijk voorkomt, maar toch
de ronde gemaakt heeft door alle bladen en
nog niet tegengesproken is.
Een adelborst, zoo luidt dat verhaal, had
zich bij herhaling zoo gedragen, dat de heer
Andrau bij den minister het ontslag van het
jongemensch aangevraagd had.
In plaats dat orde en tucht door het ver-
leenen van dat ontslag gehaandhaatd werden,
ontvangt de delinquent van de zijde zijner
familie een bericht, dat hij, ondanks liet
overloopen van de maat zijner ongerechtig
heden, niet weggezonden zal worden, want
dat de minister geen gehoor zal geven aan
hetgeen hem door den directeur gevraagd
is; dit bericht ontvangt liet jonge mensch
een dag vóór dat den heer Andrau de minis-
tcrieele dispositie van niet ontvankelijkver-
klaring ter hand komt.
Ik haal dit feit aan, omdat liet, zooals ik
zeide, tot nog toe niet tegengesproken is.
Mocht liet onweersproken blijven dan hopen
wij daarop later terug te komen.
Een ander bericht het rondreizen van eenige
onzer kleinere oorlogscheepjes langs de groote
rivieren om daardoor lust bij de bevolking
op te wekken om dienst te nemen bij de
Marine.
't Verwonderde mij weinig, in sommige
bladen daarbij te lezen, dat de werving wei
nig of niet vlotte, dat onze jongere Neder
landers niet veel zin hadden om op 's lands
vloot te varen.
't Verwonderde mij niet; want waarom
zou een eenigszins ontwikkeld jong mensch
dienst nemen op een oorlogschip
Als hij jaren lang de zee heeft bevaren
en tevens goed heelt doorgewerkt, dan kan
hij liet zoover sturen, dat hij den rang heelt
van onderofficier, dat hij gecommandeerd
kan worden door een jong mensch van twin
tig tot vijf en twintig jaar, die wat meer
Franscli, wat meer Engelsch kent misschien,
maar wiens kennis van een schip toch zeker
bij de zijne moet achterstaan.
Zoo lang op de oorlogsvloot geene promo
tie te maken is verder dan tot onderofficier,
zal het aantal degelijke onderofficieren meer
en meer afnemen.
En wat baat het der Marine, hier en daar
een jonkman te werven die naar zee gaat,
omdat hij of te weinig ontwikkeld is 0111
aan land den kost te verdienen, of omdat
hij hot aan wal al zoodanig verkorven heeft
dat hem niets meer overblijft dan de zee
Een slecht sujet meer aan boord; dat is
de heele uilslag van zoo'n werving.
Wil men in de Marine -flinke, degelijke
officieren en onderofficieren hebben, dan
dient in do eerste plaats het koninklijk in
stituut te Willemsoord opgeheven te worden,
opdat liet voor ieder Nederlander mogelijk
worde eenmaal de officiersepaulet te dra
gen.
Even als Kampen voorzien heeft en nog
voorziet 'in een kader van korporaals en
onderofficieren, (waarvan zonder die instelling
geen spoor meer zou zijn) door den rang
van officier bereikbaar te maken, even zoo
moet er eone school voor de zeevaart be
staan, waar jongelui kosteloos worden opge
leid tot onderofficier mot het vooruitzicht
eenmaal officier te worden.
Wanneer men daarbij voor een of anderen
hoogeren rang een tweede examen vordert,
dan kan men zeker zijn, dat de lust voorde
studie niet van het eerste examen zal uitge
doofd worden, en dat de staat zal kunnen
wijzen op een corps officieren, waarop hij
trotsch mag zijn.
De Trompende Evcrtsens, de Piet Ileins,
de de Witte's de de Ruiters, zij hebben hunne
opleiding niet' genoten aan instituten voor de
Marine en toch hunne namen zullen voort
leven ten eeuwige dage!
Het zeeleven is een leven, waarvoor men
genie moet hebben. Soldaatje spelen kan
worden aangeleerd en is in vredestijd mis
schien niet onplezierig ook, maar op zee rond
te zwalken, den zeedienst eene behoefte te
vindenzoodanigen vindt men maar wei
nigen en die zullen gevonden worden, indien
men den kring, waaruit de officieren voort
komen grooter maakt.
Over het meer of minder fashionable dier
officieren bekommere men zich niet. liet
voorbeeld van Kampen heeft liet immers ge
leerd, dat officieren uit de laagste burger
klassen voortgekomen, zich niets minder ge
makkelijk bewegen, in de hofkringen zeüs,
dan zij, die van hunne geboorte af met den
tite! van jonkheer of baron werden toege
sproken
Zouden de zeeofucieren hierop eene uil-
zondering maken
Do ongerechtigheden houden in Frankrijk
niet op. De poging tot herstel der monar
chie, thansonder een Orleans door het minis-
sterie ondernomen, leidt tot allerlei onrede
lijke maatregelen en ten slotte lot teleurstel
ling. Men vormt geen leger zonder soldaten.
In verhouding tot d« bevolking kan men zeg
gen, dat er geen Orleamsten in Frankrijk
meer zijn, althans in dien zin dat er sprake
kan wezen van een regeerende partij.
Wal de Orleanisten aan getalsterkte missen,
trachten zij door vermetelheid goed te maken
en daar zij door behendig manoeuvreeren liet
bewind in handen hebben, ziet men dagelijks
dingen gebeuren, waarvoor men onder het Kei
zerrijk zou zijn teruggedeinsd.
De maire van Cambrai, een van de weinige
republikeinsche maires die onder de Droglie
niet naar huis zijn gezonden, omdat hij als
uiterst conservatief bekend stond hoeft gemeend
kandidaat voor de wetgevende vergadering te
mogen optreden, nadat hem van verschillende
zijden de kandidatuur was aangeboden. Hij
gaf een -verkiezingsmanifest in 't licht, waarin
hij zich voor hot Septennium verklaarde. liet
gezag, den maarschalk opgedragen, moet ge
handhaafd worden, maar 't moet worden ge
organiseerd. Deze verklaring kostte hem zijne
betrekking, hij is onmiddellijk ontslagen, 'tls
curieus dat men onder de republiek volstrekt
geen republikeinsche beginselen mag belijden,
't Werd den maire rondweg gezegd, dat zij,
die het bestuur willen organiseeren, repu
blikeinen zijn en dus den lande niet kunnen
dienen. De republikeinen vormen geen partij.
Het zijn openbare vijanden en daarmede is
alles gezegd.
Maar wel zijn de vijanden talrijk. Kan er
een bitterder ironie zijn dan wat onlangs
voorviel op den bodem van het oude Anjou,
dat men geheel van royalistiséhen ol clerica-
len geest doortrokken waande. Maarschalk
Mae-Mahon heeft van 't begin van den verkie
zingsstrijd liet slagveld naar alle richtingen
doorkruist, do Regeering deelde met kwistige
hand gunstbetoningen en sclioono belof
ten uit. Twee dor tegenwoordige Ministers
zijn te Anjou geboren. Zij wendden zich aan
al hunne vrienden, aan allen die verplichting
aan hen hadden, aan alien die naar ministe
riele gunst haken; zij strooiden spoorweg.