NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUfSCMLAAIDEREI.
De 1
IN, 60.
Vijftiende Jaargang.
A0. 1874.
Vrijdag 4 Sept.
Politiek Overzicht.
SLIUSCB
Pit Weekblad^verschijnt iederen Pinsdag en Vrijdag.
Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de district
Zeeland f 1,15voor de overige plaatsen des Rijks, franco
per post f 1,30. Afzonderlijke Nummers f 0,05.
Prijs Advertentiëu, van 1 5 regels f 0,75 elke regel
daarboven OAS1/^Grootc letters naar het getal gewone
regels die zij beslaan.
A oor den erkenden stand en Weldadigheid G Ct. per regel.
Ingezonden Stukken en Brieven, de Eed actie betreffende, benevens Advertentiëu en gewone Berichten of Mededeeliugen van Correspondenten,
te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO.
De lijkverbranding aanbevolen voor de
gezondheid der levenden en uit eerbied
voor de dooden.
Een beroep op liet gezond menschen-
verstaud naar Wegmann-Ercolani.
Maassluis. J. van dek Endt. 1874.
Een beroep op liet gezond verstand van
de menigte om het begraven van lijken te
staken en te vervangen door verbranden
Zoodanig beroep kon zeer kort zijn; want
men moet al zeer weinig gezond verstand
hebben, om niet te erkennen, dat de tegen
woordige wijze van lijkenbezorging, ofschoon
in de laatste jaren eenigszins verbeterd, nog
voortdurend strekt tot nadeel van de over
levenden.
Maar de schrijver van het boven aange
haalde werk heeft meer gedaan dan enkel
een beroep geleverd op het gezond verstand;
hij heeft zich ook aangegord tegen het ker
kelijk fanatisme; hij heeft getracht dat fana
tisme te overtuigen dat lijkenverbranding
volstrekt niet tegen de kerkleer strijdt; hij
haalt de woorden aan van beroemde katho
lieke en Prolestantsahe godgeleerden, om
dat fanatisme tot kalmte te brengen; mis
schien dat de zoodanigen door zijne rede
neering gebracht worden tot onverschilligheid
of zij begraven of verbrand zullen worden
en dat is reeds veel. Wij achten daarom
deze brochure hoogst nuttig en twijfelen er
niet aan of velen zullen na het doorlezen van
liet honderdtal bladzijden met mij de over
tuiging omdragen, dat verbranden verre te
verkiezen is boven begravendat het wen-
sehelijk is, dat zich eene vereeniging in ons
land vormt, om zoodoende die verandering
in de wet gebracht te krijgen, dat begraven
en verbranden facultatief worden gesteld.
Wat toch pleit er voor begraven Toch
zeker niet die langzame verrotting, waaraan
het lijk wordt blootgesteld?
Wanneer het graf geopend wordt is het'
eerste, dat ons tegenkomt een ondragelijke
stank; de hersenen zijn uit de holte, die ze
omsloot, te voorschijn getreden als eene vor-
melooze, vuile, stinkende massa, waarvan zelfs
de wormen walgen, hoe gretig zij ook aan
het hart, de longen, het bovenlijf en vooral
aan het ingewand en de boenen knagen. De
oogholten zijn ledig en alles, wat geen been
is, is verrot, en walgelijk en hoogst terug
stuitend voor het gezicht en voor het gevoel.
Waarom ons aan dien toestand blootgesteld,
nu de wetenschap ons middelen aan de hand
doet, om ons van dat lot te ontslaan?
Eén uur... en het lichaam is door het
vuur gelouterd en teruggebracht lot een wei
nig witte aseh, die mets onoogelijks over
zich heeft, die volstrekt niet nadeelig is voor
de gezondheid, die men, wanneer het de
asch is van geliefde doqdcn in een urn kan
bewaren als een blijvende herinnering, even
als men nu een haarlok bewaart van den
doode of die lok laat verwerken tot een
kunstig schilderijtje.
Bij de invoering van het Kerstendom ver
dween ook langzamerhand de gewoonte om
de lijken te verbranden. Waarschijnlijk be
groeven de eerste Kerstenen hunne lijken in
't geheim om geen opzien te baren; misschien
was ook liet begraven t gevolg van hun ver
keerd begrip aangaande de opstanding.
Uit menschelijke ijdelheid en priesterlijke
hebzucht ontstond in de 4e eeuw de gewoonte
otn in de kerken te begraven en otschoon
die wijze van begraven op de conciliën te
Praag, te Arbes, te Meaux en te Manies ver
oordeeld is geworden, werd zij meer cn rneer
algemeen cn heeft voortgeduurd] lot in 't
begin van deze eeuw.
Eindelijk is men gaan inzien, dat die toe
stand toch niet langer houdbaar was. De
kerken veranderden in peslholen en tal van
gevallen deden zich voor, waaruit ten dui
delijkste bleek, dat hot begraven in de kerk
oorzaak was van allerlei ongesteldheden en
ziekten.
Daarop werd de begraafplaats aangelegd
zooveel mogelijk om de kerk, vervolgens
buiten de gemeente cn nu leven wij onder
de bepaling, dat de kerkhoven liever be
graafplaatsen vijftig meter moeten liggen
van den kom der gemeente.
Ligt de begraafplaats er eenmaal en wordt
de kom der gemeente naar de zijde van 't
kerkhof uitgebreid, dan is deze bepaling ech
ter niet van kracht.
Ofschoon deze maatregelen, uitgezonderd
de laatste, zoovele verbeteringen zijn geweest,
is men nog niet zoo ver gegaan, dat men
voldoet aan de eischen der wetenschap, die
voor de openbare gezondheid het verbran
den dringend vordert, want zeker is het, dat
men nooit genoeg voorzichtigheid kan ge
bruiken om allerlei schadelijke uitwasemingen
te voorkomen. Vele dooden toch werden
ter aarde besteld en opgegeven als overleden
aan eene o( andere ziekte met soortgelijke
kenteekenen als zich bij liet overlijden voor
deden, terwijl de oorzaak van den dood
gezocht moot worden in eene vergiftiging
op eene of andere natuurlijke wijze, die voor
't oog van den geneesheer is verborgen ge
bleven.
Bovendien verbeeldt men zich, dat de doo
den naar eene plaats gaan, waar zij ten eeuwi
ge dagen zullen rusten!
Hoe weinig begraafplaatsen zijn cr die
onaangetast zijn geblevenHoe weinig kerk
hoven heeft men, waar het knekelhuis niet
gevuld is bijna tot aan den rand toe!
Wordt daarentegen de verbranding inge
voerd, dan behoeit men bij de weinige plaats,
die een urn inneemt, niet te vrcezen, dat
ook die ontwijd zal worden even als liet
graf; men kan zelfs' de begraafplaatsen weder
in de kerk aanleggen cn zij, die er aan
hechten, daarin begraven te worder, weten
dat aan dat verlangen voldaan kan worden.
En wat de behandeling van het lijk be
treft. Alles kan even plechtig geschieden
als tegenwoordig. In plaats echter van het
tijk te brengen naar liet grat, gaat het naai
de plaats, waar op eene korte wijze de uit
spraak in vervulling, wordt gebracht: Stof
zijl gij en lot stof zuil gij ■wederlieeren.
Mac-Mahon is, wanneer men den ofiici-
eusen Francais gelooven mag, werkelijk zeer
tevreden over den afloop van z jn jongste
reis. De Ministers moeten dan ook volstrekt
geen moeite gehad hebben om hem over
te halen ook naar het Zuiden te gaan, en de
Maarschalk zou, zoodra 't werd voorgesteld,
onmiddellijk hebben geantwoord: »Ja, ik
moet ook naar Lyon en Marseille
Zeker om zich te wreken over den kreet:
«Leve de Republiekwaarmede Mac-Mahon
op zijne reis door Bretagne bijna overal is
begroet, heeft het Journal Ofiiciel in de ver
slagen welke het van des Maarschalk's rei3
heelt gegeven, slechts in 't geheel driemalen
Mac-Mahon genoemd met zijn eigenlijken
naam: «President der Republiek." Daar
entegen noemt het blad 't Journal des
Débats heeft liet uitgerekend Mac-Malion
10 malen eenvoudig: President, 22 maal:
Maarschalk-President, (éénmaal Maarschalk-
President der Republiek), 80 maal, Maar
schalk en éénmaal: Hoofd van don Staat.
Le Petit Moniteur meent het een en ander
te kunnen mededeelen aangaande den uit
slag van het onderzoek in zake Bazaine. 't
Zou gebleken zijn dat de ontsnapping heeft