NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Belgische Centen. N°. 62. Y i j fI i c n 1 e Ja a rga n g. A0. 1874. Politiek Overzicht. s l 11 iS lil S wm m u Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag. Prijs Advertentiënvan 15 regels f 0,75 elke regel Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de district rjj crïncr 11 A O1 daarboven 0,12 Va-Groote letters naar het getal gewone Zeeland f 1,15; voor de overige plaatsen des Rijks, franco 0 regels die zij beslaan. per post f 1,30. Afzonderlijke Nummers f 0,05. Voor den Werkenden stand en Weldadigheid 6 Ct. per regel. Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Advertentiën en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten-, te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles PR AN CO. IX. Wij hebben vroeger de waarde opgegeven van het zilvergeld, laat ons nu eenige oogen- blikken stilstaan bij die van het kopergeld. Een Nederlandsche cent weegt 3,845 gram, stelt men, dat het koper eene waarde heelt van f 1,20 per kilogram, dan hebben drie centen ongeveer de waarde van éèn cent. Laat ons nu een oogenblik aannemen, dat een Belgische cent even groot en even zwaar is als eene Nederlandsche, dan ontvangt hij, die in Nederland Belgische centen aanneemt, slechts een derde deel van de waarde, aan gezien die centen niets meer vertegenwoor digen dan de waarde van het koper. Maar merken 'wij op, dat men voor een dubbelen franc, die slechts 88 cents waard is, in Belgiö honderd Belgische centen kan krijgen, dat men die honderd Belgische cen ten in Nederland verwisselt tegen een gulden, dan ziet men eerst recht duidelijk in, hoe dwaas zij handelen, die vreemde pasmunten ontvangen tegen een koers, die in geene ver houding is met de waarde der Nederlandsche munten. Met de stukken van 5 cents en 27s cent (ik bedoel de Fransche en Luxemburgsche, de prijs van 't nikkel is mij onbekend) is het inderdaad nog treuriger gesteld. De Fransche stukken van 10 centimes zijn van brons, dat slechts uit 95 honderdsten aan ko per en voor de vijf overige honderdste deelen uit tin en zink bestaat; zij wegen 10 gram. Vijf Nederlandsche centen wegen ruim 19 gram; één tiencentimestuk we willen het in- landsche kluit" voortaan gebruiken weegt 10 gram en is van nog slechter metaal; de waarde van een kluut is dus hoogstens gelijk aan 2S3/)oo cent'; maar drie cents vertegen woordigen het honderdste deel van één gul den zilver in waarde, derhalve bedraagt de waarde van een kluut ongeveer negen dui zendste deelen van een gulden, of met andere woorden het zilverdat in een gulden vervat is, vertegenwoordigt dezelfde waarde als 111 (honderd elf) kluten aan brons; toch ivis- selt men zijn gulden in voor 20 kluten. Als dat laatste geen feit was van algemeene bekendheid, zou men mij voor een leugenaar aanzien: eene waarde van ongeveer 18 cen ten aan brons in ruil nemen voor een stuk zilver dat in alle deelen van de wereld min stens vijf en negentig cents waard is om te versmelten Ilad ik geen recht om te verklaren dal wij hier in ons district buitengewoon beleeld zijn voor onze naburen om dat bijna waai- delooze geld te ontvangen tegen eene hoogere waarde dan in het land van afkomst? Had ik geen recht om van die zelfde naburen een beetje meer beleefdheid te vragen tegen over onze standpenningen, die in vijffranc- stukken berekend, eene waarde vertegenwoor digen van 5,25 francs, 2,10 francs enz.? In sommige gemeenten van dit district heeft men de dwaasheid ingezien, om nog langer kluten te ontvangen tegen de waarde van 5 cents; door ze te brengen op 4VS cent heeft men ze geweerd. Zij, die daartoe het hunne hebben bijge dragen, hebben heel verstandig gedaan. In andere gemeenten is men tot geen over leg kunnen komen; daarvoor kunnen ver schillende redenen bestaan; maar op een reden, die mij ter oore gekomen is, moet ik hier bepaald wijzen. Men was bevreesd, dat sommige nering doende personen, ofschoon zich aansluitende bij de niet-ontvangers, onderhands toch dat ellendige geld zouden blijven ontvangen en zoodoende de klandizie van hen, die hun woord hielden, tot zich zouden trekken. Beze vrees is m. i. ongegrond. Zoo als nu de gang der zaken is, verliest de neringdoende, die kluten ontvangt, 6% zoodra hij dus bepaaltdat hij geene kluten meer ontvangt; kan hij den prijs zijner waren met 6% verminderen. Goedkoopero waren lokken koopers en het is meer dan waarschijnlijk, dat zij die hunne waren 6°/0 minder verkoopen, al het zilver geld zullen beuren, terwijl de kluten-ontvan gers, zoo overstroomd zullen worden met dat soort van geld, dat zij van armoe zullen moeten ophouden met die ontvangst voort te gaan, aangezien men die muntstukken maar slecht aan de kooplui in betaling kan geven. In dat opzicht zou 't kwaad al spoedig zijn meester loonen. Weldra zou er niemand meer zijn, die kluten ontving en de arme werkman, die met klu ten betaald wordt, omdat zijn baas ze met vrachten uit België haalt, zou recht krijgen om te zeggen: slloor eens baas, ik ontvang geene kluten meer, want ik kan ze bij nie mand meer kwijt raken." Er bestaat nog een middel, om dat onge- lukkige mengelmoes van geld, dat ons over de grenzen wordt ingevoerd, om zoodoende Go/0 woekerwinst te verdienen, over die zelfde grenzen terug te jagen; maar daartoe is eene welwillende medewerking' noodig van hen, die aanzienlijke sommen in omloop brengen onder de arbeiders en neringdoenden. Dat middel bestaat daarin, dat zij in plaats van met vijffrancstukken en ander vreemd geld te betalen hunne betalingen doen in Nederlandsche pasmunt: kwartjes en dub beltjes en overigens zeiven geene kluten ont vangen. Pasmunt vervloeit niet spoedig; zoodra men genoeg Hollandsch klein zilver in omloop gebracht heeft, zal de kluit ver dwijnen omdat niemand dat bijna waardelooze koperen schijfje aan zal nemen, evenmin als men zulks doet in de dorpen van Noord-Bra bant, hoe na zij ook aan de grenzen liggen. Ik twijfel niet, of eenige personen zullen aanvoeren: wat kan 'tmij schelen of een kluit vijf cents waard is ol een cent, als ik liem maar voor dezelfde waarde kwijt kan raken, als waarvoor ik hem ontvang. De zoodanigen moet ik doen opmerken, dat alle denkbeeldige waarden, ol houden zij ook eenigen tijd een vasten koers, eindigen met hunne waarde eensklaps te verliezen. Te laat zou men, indien zulks plaats had, berouw gevoelen over het gebruik van mun ten, die in ons land slechts den prijs van het koper vertegenwoordigen, en tot eene vijfmaal hoogere waarde in het handelsver keer zijn opgenomen. De zittingen der Nationale Vergadering zijn II, Woensdag gesloten, om eerst den 30en No vember a. s te worden hervat, 't Geschiedde niet alleen zonder eenige plechtigheid, maar zelfs onder een heftig rumoer, een recht waardig uiteinde. De zaak was namelijk, dat de meerderheid besloten had onder meer ook uit te stellen de beslissing over de vervallen verklaring van de Afgevaardigden Ranc en Melville-Bloncourt, die wegens deelgenootschap aan de Commune indertijd werden ter dood veroordeeld. Men had die vervallenverklaring zeer goed oven kunnen uitspreken maar dan waren er weer twee vacante plaatsen ge weest, die waarschijnlijk door Republikeinen zouden zijn ingenomen. Om die reden drong de Rechterzijde op de verdaging aan, ondanks

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1874 | | pagina 1