NIEUWS- Ei ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Ge lieer der Schepping.
FEUILLETON.
ilGiliflft.
A0. 1874.
Vrijdag 17 Juli.
Uit de ÜDuitsehe Volksverhalen.
N". oo.
Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag.
Prijs per drie maanden voor liet voormalig 4de district
Zeeland f 1,15voor de overige plaatsen des Rijks, frcauo
per post 1,30.
Prijs Advertentiën, van 1 5 regels f 0,75 elke regel
daarboven 0,12y3.Groote letters naar bet getal
regels die zij beslaan.
Afzonderlijke Nummers f 0,05.
Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Advertentiën en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten,
te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles PBANCO.
ii.
We hebben in 't vorig nummer een woordje
gesproken over den mol. We willen daaraan
nog een en ander toevoegen.
Ilebt gij sedert dien tijd al onderzocht o(
mijn beweren waar is; hebt gij dientenge
volge al besloten om aan uwe mollen-verdel-
gingswoede een eiude te maken?
»Maar ze doen toch zooveel kwaad! Wij
ontkennen niet. dat er veel waarheid is in
't geen gij geschreven hebt, maar
0, gij kortneuzigen, die niet verder ziet,
misschien niet half zoover als uw korte neus
lang is, hoe oordeelt gij ral weèr zonder
eerst behoorlijk nagedacht, behoorlijk onder
zocht te hebben,
Een mol kan geene acht uren zonder voed
sel; indien gij twee mollen bij elkander zet
en hun 't voeder onthoudt gedurende het
genoemde tijdsverloop, dan doodt de sterkere
den zwakkere en verslindt hem.
Een mol eet dus den geheelen dag het
onderaardsche ongedierte op, dat de wortels
uwer planten verslindt; hun aantal is niet
te tellen. Maar indien gij nu de mollen die
in uw grond wroeten, die dus een zichtbaar
kwaad doen, doodt, dan zullen al die
rooiers in uwen tuin vermenigvuldigen op
eene wijze, die onrustbarend wordt; weldra
zult gij de gevolgen uwer dwaasheden sma
ken.
Uwe fijnste vruchtboomen laten in 't mid-
den van den zomer hunne bladeren tongen
en gaan dood.
Graaft ze voorzichtig uit: alle haarwortels
ontbreken. Dat is het werk van den enger
ling, de larve van den meiliever (meulenaar.)
Hadt ge den mol laten leven, hij had die
engerlinge wel opgeruimd maar nu
Ilebt ge iels beters verdiend? Zijt gij te
beklagen?
Uwe aardbeziënplantenuwe aalhessen-
struiken worden jaarljijiis mintens getiend.
Trek do plant uit, wat zult Gij vinden
Engerlingen.
0, ik weuschte, dat de tuinen dier mollen-
verdelgers totaal verwoest werden door die
larveWaarschijnlijk zouden zij dan door
schade wijs worden. Misschien zouden
Och, 'tzou wellicht ook niet helpen. Er
is een soort van lui, die houden wat ze ge
steld hebben, al is het ook nog zoo averechts.
Ze zagen liever de wereld vergaan, dan
dat ze ooit bekenden, dat ze ongelijk had
den. Al preekte ceif engel liun het Evan
gelie zij zouden 't niet aannemen.
Dat zijn van die lui, waarvan men zegt,
dat er niet meè te ploegen of te eggen valt.
God beware do mollen en de menschen
voor 't genot in landen en gemeenten te
wonen, waar die kortneuzige, hardhoofdige
weetnieten den boventoon voeren
Maar ik scheid van de mollen van de
mollen-verdelgers en van dc domme drijvers.
YI.
Hoe groot was liare ontzetting toen zij bij het
opslaan der gordijn eene vreemde gestalte 'gewaar
werd, zoo schoon als eene godin, de lieflijkste
engel, gehuld in een waas van zachtzinnigheid en
onschuld; maar op haar geleek het beeld niet het
minst. Het valt moeilijk te beslissen of hier geen
misverstand herschte tnsschen vraag en antwoord.
Kent gij den paling?
Een lekker vischje. Gebakken, gestoofd,
ingemaakt, gerookt; altijd levert een paling-
een fijn eten.
de gravin bedoelde het woord vrouw misschien in
engeren zin en wensehte te weten of zij onder de
vrouwen in hare provincie, met uitsluiting van
jonge opkomende meisjes nog den prijs der schoon
heid kon winnen. De genius van den spiegel ech
ter vatte het woord in de ruimere beteekenis op
en bedoelde "daarmede het gansche schoone ge
slacht.
Hoe het dan ook zijde schoone weduwe ge
raakte over het onverwachte antwoord op hare
vraag in hevige woede en het scheelde weinig of
de onbescheiden spiegel had het moeten ontgelden
en men had haar dat moeten vergeven, want voor
eene vrouw, die geen ander talent heeft ontvan
gen als hare schoonheid, is er geen grootere ver
nedering dan wanneer haar de waarheidslievende
vriend boven de kaptafel het onherstelbaar verlies
van hare geheele waarde verkondigt.
Mevrouw Bichilda, troosteloos over de gemaakte
ontdekking, vatte, tegen de onschuldige schoone,
die haar gewaand eigendom had in bezit genomen
Weet gij wat mij verwonkert.
Ik heb wel eens gelezen van oesterputten;
ik heb zelfs eens zoo'n ding gezien, waar
men oesters eankweekt voor de lekkerbekken
even als een boer een vierjarige zeug vet,
om te zorgen, dat zijne knechts 's morgens
iets krachtigs hebben.
Nu verwondert mij niets meer, dan dat
een moderne Lucullus niet een paling put
uitdenkt, waar men de palinkjes vet, waar
men de zomerpaling in winterpaling veran
dert: zoo'n ooievaars lusthof; zoo'n reigers
warande.
Zou nog nooit een smalpaap op dat denk
beeld gekomen zijn?
Ik stel me de bnitenplaats van zoo'n lek
kerbek voor aan den zeekant. Niet te ver
uan 't strand een oesterput; wat verder land
waarts in een heerlijke palingpoel; ginds een
hok met Kapuinen, Kalkaansehe hanenkooien
met fazanten
Wat is zoo'n heer der schepping toch be
zorgd voor 'twelzijn der dieren!!
Maar nu weer op den paling terug geko
men.
Onlangs zag ik er eenige levend villen.
Ik zag die gevilde dieren spartelen en den
een meer, itnenkrimpen van duldelooze pijn.
Ik maakte opmerkzaam op die verregaande
wreedheid.
Lachend was het antwoord: »De paling
is er voor gemaakt; hij weet niet beter of
hel hoort zoo!"
En dan neemt men het een tijger nog
kwalijk, dat hij nu dan een mensch opvreet 1
Wordl vervolgd.)
een doodelijken liaat opzij prentte zich het
lieve gelaat nauwkeurig in liet geheugen en
vorschte ijverig liet origineel vit. Het kostte
haar weinig moeite dat te ontdekken, zij vernam
al heel spoedig, dat volgens de beschrijving hare
eigene stiefdochter Blanca, door haar steeds die
meid genoemd, haar den prijs der schoonheid had
afgewonnen. Dadelijk gaf de Satan haar ill het
hart, deze edele plant, die het hof van Eden zelf
tot sieraad zou verstrekt hebben, te vernietigen,
Daartoe liet de wreede vrouw Sambul, den ge
neesheer van het hof, tot zich roepen, gaf hem een
ingelegden granaatappel, stopte liem vijftig goud
stukken in dc hand en sprak„Bereid dezen appel
zoodanig, dat de eene helft geheel onschadelijk,
de andere daarentegen met zulk een vergif' door
trokken is, dat wie er van eet binnen weinige
uren sterft." De jood streek vroolijk de hand over
zijn baard en liet geld in zijn zak en beloofde te
doen, wat de booze vrouw bevolen had. Hij nam
eene scherpe naald, hoorde daarmee drie gaatjes