BIGBILBL ÜEUWS- El ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEIMSCH-VLAAIDEREI. FEUÏlLETOi. Vijftiende Jaargang, Het Zendingsfeest. Uit de Duitsche Volksverhalen. N". 53. A". 1874. Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag. Prijs per drie maanden voor bet voormalig 4de district Zeeland f 1,15; voor de overige plaatsen des Rijks, franco per post 1,30. Vrijdag 10 Juli. Prijs Advertentiönvan 1 5 regels f 0,7 5 elke regel daarboven 0,121/3.Groote lettersnaar liet getal gewone regels die zij beslaan. Afzonderlijke Nummers f 0,05. Ingezonden Stukken en Brieven, de ltednctie betreflendebeuevens Advertentiën en gewone Berichten of Mededeeliugcn. van Correspondenten, te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO. - OP DE HOLLANDSCHE HOEVE. Onze eeuw is de eeuw van vereenigingen. Meer en meer is men tol de overtuiging ge komen, dat in samenwerking kracht gevon den wordt, dat wat door één mensch onmo gelijk verricht kan worden, zeer gemakkelijk valt aan een of ander genootschap. Zoo heeft men in der tijd ook ecne ver- eeniging opgericht liet Ncderlandsche zende ling genootschap geliceten, met het doel mannen op te leiden, die hun leven willen wijden aan de prediking van het christendom onder de millioenen heidenen, die op dit óogenblik de aarde nog bevolken. Of ik hen bewonder, die mannen, die ge dreven door eene heilige geloofsovertuiging vriend en maag, geboorteplaats en Vaderland verlaten om den Christus te brengen onder eene onontwikkelde menigte; of ik hen ver eer, hen, die getrouw aan de les van den grooten Meester «Gaat heen, onderwijst alle volken!" afstand doen van alle voorrechten eener beschaafde maatschappij en zich begeven te midden eener massa wilden, blootgesteld aan allerlei gebrek, onder een doodclijk klimaat geen oogenblik zeker tegen allerlei aanslagen op hun leven Of ik hen bewonder of ik bon vereer Maar evenzeer als ik eerbied gevoel voor de mannen, die, 't zij Protestant of Katholiek, hun leven opofferen en opgeofferd bobben voor dat ééne beginsel: de prediking van het IV. Deze vrome lengen verzon de slimme Pacini:];! zoo maar op een oogenblikwant zij wilde liet geheim van den tooverspiegel niet openbaar maken, dat buiten liaar aan geen sterveling bekend was. De hofmeesteres, zeer tevreden over bet besluit barer jeugdige gebiedster, vraagde met belangstel ling, wie de gelukkige prins was, die door den Evangelie onder heidenen, evenzeer ben ik tegen de kunstmatige opschroeving, die men in de Iaalste jaren heeft uitgevonden, om door de zendingsfeesten de belangstelling in de zending te bevorderen. liet licele zendingsfeest toch men moge liet nu een godsdienstig of een christelijk feest noemen het heele zendingsfeest is een grapje, een lolletje, waarheen ongetwij feld eenige heel ernstige, iieei deftige lang- geja te ouderlingen trekken om gesticht, opgewekt of opgebouwd te worden, maar waarheen de meesten gaan om de goedkoopte en om de pret. Men wil de streek eens zienmen wil zoo'n vereeniging wel eens bijwonen; men wil wel eens den oen oi anderen beroemden prediker hooren cn zoo veel honderd andere redenen, die men op zou kunnen geven, indien 't niet deftiger klonk en christelijker om te zeggen, dal men ge dreven wordt door heilige belangstelling in het Godsrijk hier op aarde. Van die heilige belangstelling toch kan men op eene zeer gemakkelijke wijze een veel deugdelijker bewijs geven. In plaats van naar Goes te gaan, gaat men naar het Postkantoor, koopt daar een postwissel, schrijft daarop liet vermoedelijk bedrag van de reiskosten en stort dat bedrag bij den directeur ten voordeele van eenig zendeling genootschap ik beloof u t en 't zou mij aangenaam zijn zoo men 'l mij tegensprak zoodanige belangstelling zou meer ten bate komen van de zendingszaak, dan al die voor gewende vrome geestdrijverij, die de zendings feesten in 't leven riep en ze nu doet bezoeken. Voor die uitstapjes per goedkoope reisge legenheid onder een vlag van cliristelijken hemel wtts uitverkoren haar als. zijne bruid met zicli te voeren P Al de hofdames spitsten de ooren en raadden ieder voor zich lteel scherpzinnig nu deu oenen, dan den anderen fliuken ridder, dachten alien, dat zij den redden op !t oog hadden en fluisterden elkander den naam van den gewaan- den candidaat wel wat luide in het oor. Maar de sckoonc Ilichilda, nadat zij zich eerst cenigs- zins hersteld had, sprak„U mijnen gemaal bij name te noemen, of te zeggen waar liij woont, is boven mijne macht; hij bevindt zich niet onder de vorsten en edellieden van mijn hof, en ik heb hem ook nooit persoonlijk gezien maar zijne ge stalte zweeft mij voor de ziel, en als hij komt, om mij naar zijne woning te voeren, zal ik mij niet in hem vergissen." Over deze redevoering stonden dc wijze aja en aiic hofdames niet weinig verbaasd, en meenden, dat dc frenle dit verbaal had uitgedacht om de gedwongen keus van eenen echtgenoot te ontwij ken; maar zij bleef standvastig bij hare verklaring zin pleit niets; alles pleit c'airtegen. 't Is epn soort van kermis, die men wil verchris telijken, even als Lagrand Dumonceau liet kapitaal vercbristelijkt heeft, nl. ten eigen bate: de laatste om zijn zak te vullen, de eersten om liet volk in agitatie te houden en zoodoende daarover een invloed te doen gel den, die meer en meer begint te verminderen. Een zendingsfeest en een tocht naar Kevelaar of Loiirder, zijn mij al vrij gelijk: een groot gebrek aan waren cliristelijken zin onder een christelijke vlag. Nog eens, leefde in uw hart waarlijk be langstelling in de zendingszaak; is liet U een plicht (niet van den mond maar van uwe overtuiging) die zaak te bevorderen, geeft dan geld, alles is in onzen tijd een kwestie van geld geworden, veel geld. Want veel geld is er noodig om mannen te bekwamen, mannen uit te rusten voor de zwaarwichtige taak, die zij op zicli nemen; veel geld is er noodig om liet aantal uitge zondenen te vermeerderen, want zij zijn nog, met. weinigen en de oogst is geringen niet alleen veel geld, maar ook veel mannen, mannen die liet evangelie brengen onder lien, wier pogen daarvoor nog gesloten zijn. IJveraars genoeg. Nog zelden liad men daaraan gebrek. De zendingszaak! Gaarne wijden zij daar aan hunne krachten. (ik wil zeggen zwakke krachten onder biddend opzien naaf boven) maar liefst niet als zendelingwel voor een zendings/eesf. De apostel Jacobus zei: Toon mij uw geloof door uwe werken) zich geen anderen echtgenoot te laten opdringen dan dengenen met wien de vrome bisschop, Me- dardus haar in den droom verbonden had. De ridders hadden gedurende deze onderhandeling lang in de voorzaal gewacht, en werden nu bin nengelaten om hun vonnis te vernemen. De schoone Iticiiilda trad naar voren hield met veel waardigheid en bevalligheid eene prachtige preek, en besloot met deze toespraak.- „Meent, niet, edele heeren, dat ik U iets tracht wijs te maken ik wil U alle mogelijke aanwijzingen geven omtrent de gestalte en de kenteekenen van de wapenen des onbekenden of er ook iemand is, die mij bericht geven kanwaar hij iswaar ik hem vinden kan." Hierop beschreef zij de gestalte van hot hoofd tot. de voeten en voegde er nog bij„Zijn harnas is blauw met lazuurblamv ineengesmolten, op zijn schild staat een zwarte leeuw op een zil veren met roode harten bestrooid veld en de kleur van zijn sjerp is die van liet morgenrood, perzik bloesem cn oranjegeel." Teen zij zweeg, nam

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1874 | | pagina 1