NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Een ongelukkige
FEUILLETON.
N°. 50.
Vijftiende Jaargang.
A0. 1874.
Dinsdag 30 Juni.
Politiek Overzicht.
Uit de Duitsche Volksverhalen.
Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag.
Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de district
Zeeland ƒ1,15; voor de overige plaatsen des Rijks, franco
per post 1,30.
Prijs Advertentiën, van 1 5 regels 0,75 elke regel
daarboven 0,12*/2.Groote letters naar het getal gewone
regels die zij beslaan.
Afzonderlijke Nummers 0,05.
Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Advertentiën en gewone Berichten of Medcdeelingen van Correspondenten,
te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO.
Wij hebben in de tweede Kamer weer eene
van die stemmingen beleefd, die eigenlijk
onverklaarbaar zijn.
liet liberale ministerie doet een voorstel.
De meerderheid is liberaal.
Daaruit zou in elk ander constitutioneel
rijk volgen, dat het voorstel der ministers
werd aangenomen; hoogstens zou men eenige
bedenkingen maken, die het ministerie zouden
nopen de zaak nogmaals in dit geval voor
de tweede keer in overweging te nemen
alvorens bet bij de kamer in te dienen.
Maar dat laatste geval behoeft hier niet
verondersteld te worden, want de voorge
dragen wet was een gevolg van het overleg
tusschen ministerie en kamerleden; bovendien
had het uitvoerend bestuur in dezen den gul
den middelweg bewandeld.
A. stelde eene verlaging voor tot f 24.
B. verlangde eene verlaging tot f 28.
En 't Ministerie proponeerde f 26.
Er waren weinig menschen in ons land
onder degenen die zich zoo nu en dan met
de kamerdebatten bezighouden, of zij had
den in dit geval eene spoedige behandeling
en eene algemeene aanneming verwacht.
Maar jawel!
Alle ultramontaansche afgevaardigden, alle
conservatieven, alle anti-revolutionairen op
één na, zes liberalen en onder hen onze afge
vaardigde van Eekstemden tegen art. '1
en de wet viel met 39 tegen 32 stemmen.
Niet lang geleden schreef ik, dat de libe
rale partij in de kamer ziek was, erg ^iek;
de eendracht en de veerkracht, die uit de
eendracht geboren wordt, ontbreekt haar. -«
Zij maakt het regeeren feitelijk onmogelijk.
Wat nu?
De ministers hebben hun ontslag aangeboden.
Zal de koning dat aannemen en een ander
ministerie trachten samen te stellen?
Maar welk ministerie?
Een ministerie uit de afstemmers?
Alle kleurtjes door een: zoo'n soort van
politieke regenboog; die zou een heel aardig
vergezicht opleveren.
Een Ministerie van acht man: twee Ultra-
montanen, twee anti-revolutionairen, twee
conservatieven en twee liberalen.
Dat zou eerst recht conciliant zijn; maar
hoe lang zou zoo'n ministerie wel leven?
Tot aan de eerstvolgende begrooting?
Maar alle onmogelijke combinatiën daarge
laten. Wat moet er gebeuren
Een nieuw liberaal ministerie
Maar het ministerie, dat heden viel is al
zoo dikwijls gereconstrueerd en zoolang 't
niet uit een man of 15 bestaat, zal 't waar
schijnlijk nooit deugen.
Gemeen overleg, samenwerking met de
regeering wordt niet meer gevonden.
De schuld ligt bij de 2e kamer, daarvan
is het geheele volk overtuigd niet alleen, het
is er van doordrongen.
Er blijft niets anders over dan eene ka
merontbinding. De regeering most trachten
op een zuiver standpunt te komen.
Een beroep op de kiezers is noodzakelijk
geworden.
En dan?
Dan mannen gekozen, niet alleen van ken
nis, maar ook mannen, die willen samenwer-
jseir met de regeering, opdat er door de 2e
kamer eindelijk eens iets anders gedaan worde
dan ministers en ministeries atstemrnen!
In de Eerste Kamer zijn met algemeene
stemmen aangenomen de begrooting van Marine
voor 1874 en vier andere ontwerpen.
Aan de orde zijn nu de overige ontwerpen,
waaronder dat tot goedkeuring van het trak-
taatbetrekkelijkdeaansluiting van den spoorweg
Nieuweschans en het wetsvoorstel Yan llouten,
betreffende den arbeid van kinderen in fabrieken.
Het Republikeinsche dagblad Le Siècle
brengt zeer belangrijke onthullingen. 'tBlad
heeft uitgerekend, dat van de 91 prefecten
40 Bonaparisten zijn en dat van de 273 be
noemingen, sedert Mei 1873 in het personeel
der onder- prefecten gedaan, 143 geschied
zijn in bonapartistischen geest. Een statistiek
aangaande de maires zal spoedig volgen. Mis
schien volgt er dan wel eene betreffende de
politie-agenten te Parijs, wier getal in den laat-
sten tijd zeer is toegenomen. Men berekent,
dat er één agent is op 200 inwoners.
De zittingen der Nationale Vergadering leveren
in de laatsten tijd weinig belangrijks op. Met 401
tegen 232 stemmen heeft, in een harer laat
ste zittingen, de Kamer besloten '12,000 francs
beschikbaar te stellen tot wederinvoering dei-
dramatische censuur. Ten aanzien der acro
baten-wet heeft men besloten in tweede lezing
dat een vader die een kind bezigt tot het verrichten
van toeren, niet op één lijn mag worden gesteld
met lieden, welke met vreemde kinderen
Gonderik de Priestervriend, Graaf van Brabant
leefde omstreeks den tijd van de kruistochten zoo
voorbeeldig vroom, dat hij zoo goed als keizer
Henderik de Hinker den naam van den Heiligen
kon gedragen hebben. Zijne burcht zag er uit als
een klooster; men hoorde er geen sporen klingen,
geen rossen hinnikengeen wapen kletterenmaar
de litauiën van vrome monniken en het geluid
der zilveren klokjes weerklonken zonder ophouden
door de zalen van zijn paleis. De graaf verzuimde
geen enkele mis, woonde vlijtig de processies bij
en droeg eene gewijde waskaars, deed een bede
vaart naar alle heilige plaatsen waar aflaat te ver
krijgen was, op drie dagreizen van zijn kasteel.
Daardoor bleef zijn geweten zoo rein en onbevlekt,
dat zondige gedachten er geen vat op hadden.
En toch woonde er ondanks al deze kalmte van
ziel geene tevredenheid in zijn hart, want.
zijn echt bleef kinderloosen hij bezat zulke groote
schatten en rijke inkomsten om zijn kinderen na
te laten indien hij er had gehad. Dat hem geene
erfgenamen geboren werden, beschouwde hij als
eene straf des hemels, omdat, naar hij zeide,
zijne vrouw te zeer aan de ijdelheden der wereld
gehecht was.
De gravin was inwendig zeer bedroefd over
deze vrome inbeelding. Al was zij nu niet bizon
der kerksch, wist zij toch niet, waardoor zij deze
straf zou verdient hebben eerder dan zoovele
andere vrouwen, die toch ook geene toonbeelden
van deugd waren. Voor het geval echter, dat
haar man gelijk had in zijn vermoeden hield zij
zich ijverig bezig met vasten en zelf kastijden;
maar het wilde niet baten.
Toevallig echter gebenrde het, dat Albertu3
Magnus, toen hij op bevel van Gregorius den
tienden van Keulen naar het concilie te Lyon
trok, zijnen weg nam door Brabant en zich ook
bij den graaf aanmeldde, wiens gastvrijheid tegen
over geestelijken wijd en zijd bekend was Deze
ontving zijnen gast op eene wijze overeenkomstig
zijnen stand en zijne waardigheden en liet zich
oik door hem eene mis lezen, waarvoor hij hem
honderd goudstukken betaalde. De gravin wilde voor
haren gemaal niet onderdoen en liet zich eveneens
eene mislezen, waarvoor zij honderd goudguldens
i) Albertus was uit het geslacht van de graven
van Bolstadt in Zwaben; hij was bisschop van
Regensburg geweest, doch had die waardigheid
nederglegd uit liefde tot de wetenschappen..