Bi SCHEEPSKAPITEIN. NIEUWS- Ei ADVERTENTIEBLAD VAI WESTELIJK ZEEUVSCH-yLAAVOEREI. Middelen m Vervoer. A0. 1874. Frietricli Gerstacler. Politiek Overzicht. SLIISCH Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag. Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de distriet Zeeland f 1,15; voor de overige plaatsen des liijks, franc per post J 1,30. Dinsdag 23 Juni. O ^Prijs Advertentiën, van 1 5 regels f 0,75 elke- regel daarboven 0.12%.Groote letters naar liet getal gewone y<egY?ls QÏfc\zij beslaan. Afzónderlijke Nummers f 0,05. Ingezonden'Stukken en Brieven, de liedactie betreffende, benevens Advertentiën en gewone Berichten of Mededcelingen van Correspondenten te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO. Wanneer men zegt, dat het met de mid delen van vervoer in het westelijk deel van ons district allerongelukkigst gesteld is, be hoeft men niet (e vreezen, dat iemand ons zal tegenspreken. 't ls toch wel treurig, dat een van de wel varendste gedeelten van ons vaderland, nog zonder een enkel openbaar middel van ge meenschap is en dat men lot nog toe gecne noemenswaardige pogingen heeft aangewend om van dien ellendigen toestand verlost te worden. Men moppert en moppert en daarbij blijft liet. Handen uit de mouw steken'? Dat komt later; hoogst waarschijnlijk nooit. Laat ik U eens vertellen, wat de onder vinding op dat punt geleerd heeft. Er zal eene algemecne behoefte bestaan, die behoefte zal door iedereen worden uilge sproken eenige mannen, doordrongen van de noodzakelijkheid om in die behoefte te voor zien, zullen zich aan 't hoofd van de bewe ging stellen om eens ilinke maatregelen te nemen. Daar komt Jan Salie, de eeuwige moppe raar, die nog nooit iets goed gevonden heelt dan zich zeiven en zijne hoogwijze voorstel len. Hij weet een zwak punt te ontdekken; want omdat hij altoos kruipt, ziet hij de zaak van dicht bij, meet dat onder vier oogen hier en daar breed uit; begint, met alles goed te vinden om als zijne opinie liet betere, meestal onbereikbare, te willen; spreekt met heel veel gewicht over liet verkeerde van halve maatregels. en bij slot van rekening gebeurt er niets. Lezers, de toestand aangaande de middelen van vervoer is op 't oogenblik slecht, el lendig. Sluis, Aardenburg, Oostburg, Zuidzande, Kadzand, Groede, Nieuwvliet, Waterlandkerkje, alle welvarende gemeenten, zijn zonder open bare middelen van gemeenschap. Zou daar aan geen einde te maken zijn? Een einde maken is wel wat kras, vindt Gij ook niet? als wij de vraag eens stelden: Zou daarin geene verbetering te brengen zijn? En bij de beantwoording daarvan nemen we niet de minste notitie van al die lui, die de zaken in eens volmaakt willen hebben en zoodoende niets verkrijgen; maar wij scharen ons bij hen die overtuigd zijn, dat elke ver betering, hoe gering zij dan ook moge zijn, eene schrede is op den weg van den vooruit gang, eene schrede, die noodzakelijk gedaan moet worden. Van Brcskens naar Sluis loopt over Schoon- dijke, Oostburg, de Draaibrug de postroute; daarover beweegt zich eenige malen per dag een paard met een kastje op wielen, waarin des zomers de voerman verbrandt, en des winters bevriest, kortom een puikschandaal waarin de postillon blootgesteld is aan alle mogelijke buitensporigheden van het weer. Dat hebbeding beet het postkarrctje; daar mede worden de brieven vervoerd van Dres- kens naar Sluis en terug. Een enkel passa gier mag van die gelegenheid gebruik mrken om mede te rijden. Zou nu van zoo'n gelegenheid geen gebruik te maken zijn om een middel van vervoer te krijgen voor passagiers. Indien dat rollende onding eens vervangen werd door een rijtuig op vier wielen met 0 of S plaatsenvoorzien van een gesloten kast voor 't brievenvervoer, en een behoor lijke luifel, waaronder de koetsier in 't droge zat kortom als wij zoo eens iets hadden dat men in België een malle-poste noemt men zou het tegenwoordig brieven-verplaat- singsmic'del bij ons ook wel een mulle post kunnen noemen zou dat zoo veel meer aan 'tland kosten; zou daarmede ons district niet gebaat zijn? Drie van die wagens zouden er dienen te loopen in do volgende richtingen: vertelling van vin. Kate wilde nog ietsin 't midden brengenmaar zij gevoelde took* ook, dat de man gelijk had. Bevende ging zij hare moeder opzoeken, en sloot de deur der kajuit achter zieli dicht. Intusschen was het hevel van den stuurman uitgevoerd, vlugger dan men op koopvaardijsche pen gewoon is. De leizeilen kwamen- bijna* op Breskens Sluis. Breskens Groede, Oostburg, Zuidzande Seiioondijke, IJzendijke Bier- Maldeghem, Aardenburg, Sluis. Behoort dat nu tot de onmogelijkheden Is aan zoodanige inrichting eenige meerdere moeilijkheid verbonden, dan aan het tegen woordige brievenvervoer tusschen Sluis en Brugge Gij zult kunnen aanmerken, dat door zoo danige maatregels eenige bizondere belangen benadeeld worden. Ik stem zulks volgaarne toe; maar blijf ook van meening, dat bizon dere belangen moeten onderdoen voor alge- rneene: en of nu ook al eenige voerlieden minder zullen te rijden hebben, oi ook al een paar voetboden gepensioneerd moeten worden, wat beteekent dat tegenover het groote nut, dat zoodanige inrichting voor 't geheele district zou afwerpen. Een volgend maal over den weg, dien men dient in te slaan, om zoodanig doel te be reiken. In de zitting der Tweede Kamer van 49 dd. is de behandeling ven het census- ontwerp voortgezet. Op art. 1 zijn twee amendementen voorgesteld: le van den heer Bredius c. s. strekkende om het normaaleijfer, in het Regeeringsontwcrp aangenomen ad f 26 te bepalen op 1 282e van den heer v. d. Bercli van Heemstede, om dat cijfer te be palen op f 24. De heer Begram stelde eene motie voor om het laatste gewijzigd voorstel hetzelfde oogenblik naar beneden, en dadelijk daarop kwam bet bevel tot brassen. De stuurman ging zelf naar bet stuurrad en de man, die er aan stond, kreeg bevel zooveel de zeilen toelieten af te vallen, om zooveel mogelijk den koers terug te loopen, dien zij gekomen waren. De boeg van het vaartuig lag nu, terwijl de beman ning nog aan de 'brassen stond, Zuid-Zuidoost ten oosten, en waar zij zich ook onder deze breedte mochten bevinden, was er, zooveel de richting betrof, geen gevaar dat zij land zouden aantreffen, voor zij de Noonveegsche ku.st bereikten. Het brassen had echter natuurlijk niet zonder geraas kunnen geschieden; het stampen van de matrozen op het dek en het neerwerpen van de touwen weid heneden in de kajuit even duidelijk gehoord als boven op het dek; de kajuitsjongen "sloop bleek van schrik naar boven en fluisterde den stuurman toe „Daar komt de oude aan l)e landagent en de Duitschei* stonden niet ver

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1874 | | pagina 1