HIEUtS- El ADtfERTEITIEBUD VAI WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN. QE BRANDSPUIT. FEUILLETON. QE SCHEEPSIlffiEli. N°. 47. Vijftiende Jaargang, A0, 1874. Vrijdag 19 Juni. Politiek Overzicht. FrieJricli BerstacKer. Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag. Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de district Zeeland 1,15; voor de overige plaatsen des Rijksfranc per post 1,30. Prijs Advertentiën, van 15 regels f 0,75 elke regel daarboven 0,12ys.Groote letters naar het getal gewone regels die zij beslaan. Afzonderlijke Nummers f 0,05. Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Advertentiën en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten, te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO. In bijna elke gemeente van ons vaderland, hoe klein ook, is men voorzien van eene brandspuit. Het is te prijzen, dat men die voorzorg' genomen heeft. In iedere gemeente, waar men eene brand spuit heeft, wordt dat werktuig jaarlijks één of tweemalen onderzocht enin den regel defect bevonden, Het onderzoek blijft te prijzen, maar het defect vinden? wat moeten wij daarvan zeg gen? Luistert! Daar roffelt de trom De manschappen, vergezeld van alle moge lijke kinderen, wier ouders dwaas genoeg geweest zijn om hen' verlof te geven de school te verzuimen en zulke dwazen zijn er vele verzamelen zich voor het huisje, waarin de spuit bewaard wordt; de brandmeesters ontwikkelen eene buitengewone hoeveelheid aktiviteit; aan commando's is volstrekt geen gebrek! De touwen worden eindelijk vastgemaaktde spuit wordt naar buiten gehaald en naar do plaats gebracht bestemd om haar te probeeren; natuurlijk in de nabijheid van het noodige water. De spuit is op het bestemde terrein geko men de perspomp blijkt te werkende slan gen zijn hier lek, en daar lek, en ginds springt er een omdat zij verlegen is. De man schappen zijn ongeoefend, alles gaat hun even onhandig af. Maar dat 's het minste. Let maar eens op. De gebreken en breuken worden gaan deweg hersteld; in de beweging der pompers komt meer eenheid; de slangleiders begin nen waarlijk handig te worden en toch zijn zij nog maar een paar uur bezig. Dat valt U mee, niet waar? Alles is weer in orde. De perspomp sluit; de slangen zijn geslotendo groote breuken zullen hersteld, of geheele slangen vernieuwd worden; het volk is geoefend, de comman do's brengen de boel niet meer in de war. De spuit wordt naar huis gebracht en do kinderen, die het voorwerp van bespuiting zijn geweest, gaan naar huis om zich te dro gen. Tot zoo ver is alles prachtig Maar nu komt er eens werkelijk brand. Veertien dagen of vier weken voor de spuit geprobeerd wordt! Of in een tijd, dat er op het waterrijkste terrein, bijna geen water te vinden is. Hoe dan? Moet men dan in 't 'eerste geval ook een paar uur bezig zijn om het boelje in orde te brengen Maar dan is alles afgebrand. Moet men in 't tweede geval 't water met emmers aandragen? 'tzal weinig baten. De inrichting van de brandweer laat in vele gemeenten nog veel te wenschen over. Wil zij goed zijn, dan moet aan de spuit een vast personeel verbonden worden, dat be taald wordt, dat zich maandelijks oefent, opdat het bij voorkomende omstandigheden te gebrui ken zij en men bovendien wete dat de spuit in orde is. 1 Wil de spuit van dienst zijn, dan moet zij niet beproefd worden op een waterrijk terrein, maar in de gedeelten van de gemeente die het verst van het water verwijderd zijn, niet in Maart of April, maar in September, om zich zoodoende te overtuigen dat er water genoeg voorhanden is om eiken brand te blusschen. Wil de spuit van dienst zijn, dan moet zij niet geprobeerd worden op een vlak ter rein op eene bende schoolverzuimende kwa jongens maar tusscben do huizen en op ladders, om zoodoende de manschappen ge wend te maken aan klimmen en aan het vervoeren en stellen van ladders en tevens om te weten, hoe ver de spuit draagt. En zoolang men zoodanige maatregelen niet neemt, beteekent de brandweer al heel, heel weinig. Moge het ook weêr niet hiermede"zijn, zoo als men zoovele andere dingen, dat do put zal gedempt zal worden als 't kalf ver dronken is! Gewichtig nieuws uit Versailles. De zitting der Nationale Vergadering werd Woensdag 11. geopend met eene redevoering van Casimir Périer ter toelichting van het voorstel en tot motiveering van 't verzoek orn bet voorstel van 't linkercentrum tot organiseering der Republiek als een spoedvereischend voorstel te doen behandelen. In Frankrijk dus was de korte inhoud zijner redevoering heerscht onrust en wanneer men er bij blijft den tegenwoordigen voorloopigen toestand te willen behonden, dan zal het nog aan't land den dood doen. 't Is waar, met de proro- Y gatic van Mac-Mahon's volmachten werd iets gewonnen, maar dat is toch verre van vol- doende. Aldus Périer, die tevens de gelegen heid waarnam om aan de commissie van dertig te verwijten, dat ze zich zoo uiterst langzaam kweet van de haar opgedragen taak. Na Périer beklom Lambert dc Sainte-Croiv van dc Rechter-middenpartij het spreekge stoelte, om een tegenvoorstel in te dienen van veel minder wijde strekking. Hij wensch- le de aan Mac-Mahón verleende volmachten bevestigd Ie zien en achtte het voorts voldoen de waneer nevens de Nationale Vergadering nog eene Eerste Kamer werd ingesteld. In overleg met laastgenoemd Lichaam zou dan de Maarschalk-President de vertegenwoordi ging kunnen ontbinden. Daarop kwam Laboulaye aan 't woord, die 't voorstel van Périer met warmte aanbeval en als zijne overtuiging te kennen gaf', dat alleen de Republiek in Frankrijk mogelijk was. Raoul Duval, vroeger een ijverig lid der Rechterzijde, maar sedert meer overhellende tot de Republiek anderen verdenken hem van Ronapartislische gevoelens verklaarde het in zooverre met Périer eens te zijn als ook in zijn oog do voorloopigc toestand onhoud baar was. Maar zou 't voorstel van het Lin- kercentrum, wanneer het werd aangenomen, daarin verandering of verbetering kunnen brengen Zijns inziens niet. De verdeeld heid zou blijven voortduren. Alleen het land kon, volgens Paoul Duval, beslissen over den staatvorm. vertelling van VII. Mr. Olbridge was niet jong* meer; hij had de- zaak anders niet zoo zwaar opgenomen, maar zijne eigene familie woonde te Liverpool, en, had hij tot nu toe verlangd ze te ontmoeten, nog meer was dit gevoel versterkt door zijne ziekte. En waarlijk met deze vaart was daar toch niet veel uitzicht op. Steeds verder gingen zij eene oube-

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1874 | | pagina 1