BliUilSBIilllCHiinV,
ioav4
Advertentie n.
GEVRAAGD.
voor de meer gegoeden der gemeente, terwijl,
zij in de behoeften- der minder gegoeden beter
voorziet.
4°. De beer H. acht eene vermeerdering van
onderwijzend personeel beter dan de tegenwoor
dige verandering. Ik ook mits de vermeerdering
voldoende zij. Heeft de lieer II. wel eerst on
derzocht, of die vermeerdering waarschijnlijk is
Wetende dat zij niet waarschijnlijk isstelde ik
de nieuwe verordening voor, 0111 te voorzien in
leemten, die dringend verbetering vereischten.
5°. De heer H. ziet in het doen aannemen van
het beginseldat de meeste schooluren vóór
den middag moeten valleneen toeleg om de
school in den zomer te 6 uren te doen aanvan
gen en later de avond misschien ook wel
de dagschool, af te schaffen.
De avondschool is des zomers reeds afgeschaft;
voor de toekomst vervalt dus die toeleg van mijne
zijde Indien de heer II. het door hem aan
gehaalde no. van Vooruit! goed leest, zal hij
daarin zien, dat er hoegenaamd geen toeleg
bestaat om de middag-school af te schaffen. In
de zitting van den gemeenteraadwelke hij den
24n April heeft bijgewoondheeft hij kunnen
hoorendat er geen toeleg bestaat om ooit
vroeger dan 8 uur te beginnen; terwijl ik einde
lijk hierbij moet voegendat ik van hemals
geneesheernooit eene aanbeveling verwacht had
van de avondschool.
6°. Yoor het rondloopen en straatslenterea
der kinderen dienen de ouders te zorgen. De
school is geene bewaarplaats, maar eene leerplaats;
Indien de heer II. zulks nog niet weet, wordt
het tijddat hij het nu verneemt. Indien de
stelling doorgingdat jongensdie school gaan
niet rondslenteren en geen kwajongensstreken uit
halen, en het omgekeerde dier stelling ook
de heer II. toch maakt van beiden gebruik
dan dienden de ouderwijzere wel school te houden
van 's morgens 6 tot 's avonds 9 uur.
Een en ander samenvattende kom ik tot de
conclusiedat de lieer Hussem omdat ik hem
niet van opzettelijke kwade trouw verdenken wil
een oordeel uitgesproken heeft, zonder op de
hoogte te zijn van de inrichting der school, noch
van de gewoonten van de inwonersnoch van
de gewoonten van de inwonersnoch van de
fmancieele krachten dezer gemeente, Eedenen
waarom hijm. i. en onder verbeteriugbeter
deed om over de niemve organisatie zoo inals
buiten de gemeente geene agitatie te maken.
Hij toch heeft kunnen zien, dat op het her
haaldelijk beloofde adres, geene handteekeningen
van aanbelang te verzamelen zijn.
Aardenburg, 1 Mei 74.
G. A. YOESTEEMAN VAN OIJEN.
PS. Dit stukje was oorspronkelijk bestemd
voor de Middelburgsche commitomdat daarin
ook het stuk van den heer Hussem was opgeno
men. De hoofdredacteur maakte intusschen be
zwaar het te plaatsen zoo als het daar ligthij
verlangde eenige kleine wijzigingenaan welk
verlangen ik meende niet te- mogen toegeven
daar ik door onderteekening de verantwoording
mijner stukken geheel op mij neem.
Van harte hoop ik, dat hiermede nu de strijd
geëindigd is. Hij begint mij te vervelenmen
dwingt mij dezelfde argumenten te herhalen, want
telkens komt een nieuw bestrijder met lang weer
legde tegenwerpingen en doet alsof over de zaak
in kwestie nog niets geschreven is.
Mocht er nog iemand liefhebberij hebben op
die wijze den strijd voort te zetten, hij vergenoege
zich dan daarmededat mijn antwoord zal be
staan in t' aanhalen van 110s. van Vooruit en
van dit Weekblad, waarin de zaak nu ampel en
breed besproken is.
G. A. V. v. O.
PRIJSCOURANT PER EFFECTEN.
Amsterdam 9 Mei
Nederland. Certific. W'l Schuld.
27,p0t. 5811/18
dito dito 3 70
dito dito 4 917/3
Aand. H. Maatsch. 4Ys 141
dito exploitatie Ned.
Staatsspoorweg. 111
Gert. bij Eotseliild. Zl/2
Inschrijvingen. 3
dito5
Oblig. 1798 1816. 5 „101
Cert. adm. Ilamb. 5 8713/i6
*Obl. Ilope&C0.1855
6e serie. 5 863/g
dito ƒ1000 1864. 5 100
dito/ 1000 1866. 5 100
Loten 1866. 5
Oblig. ope C°.
Leening 1860 4Y2 93
Certifi. dito 4
Inscript. Ttieglitz
C°. 2e a 4e L. 4 7 67/g
Obligat.186769 4 807/s
Certificaten 6
Aand. spoorw. Gr.
Maatschappij. 5 238Y2-
Oblig. dito' a
dito spoorweg Po-
teflis 5
dito dito Jelez Orlel. 5 9 79/ie
dito dito Chorkow
Azow. 5
Polen. Schatkistobligatiën 4 S0 Ys
Oostenrijk Obligation metal in
zilver Jan/Juli. 5 6413/i6
dito dito April/Oct. 5 64Y2
dito in papier Mei-
November 5 607/8
dito dito Eebr.Aug. 5
Italië Leening 1861 5 ,f
Spanje. Obligation Büiten-
Portugal.
Turkije.
Egypte.
Amerika.
Eelgie.
Frankrijk.
Eusland.
land 1S67—71. 3
u
IS5/*
dito Binnenland. 3
n
15Vi«
dito 1866—69 3
u
4SVs
dito (binnenland) 5
ii
39'/*
dito 1868 7
ii
70 V,
ditoYer.Stat.(1874)5
ii
dito dito (1904)5
ii
dito dito (1882)6
it
99»/,
dito dito (18S5)6
ii
dito Illinois 7
n
Brazilië
Mexico.
Grenada.
Venuzuela.
Ecuador.
ÜVJ3.
dito dito EedemtionG
Oblig. Alt. Gr. W.
Spw. Ohio eec. (p.) 7
dito ditogeconsolid. 8
dito dito denbent. 7
dito St. Paul Pac.
Spw. Ie sectie 7
dito dito 2e sectie 7
dito dito 1869 7
dito 1863 41/o
dito 1865 5
dito 1851 3
dito afgestempeld 6
dito dito 3
dito dito 1
De gemerkte effecten worden bij de
831/3
32Ys
153/l6
14Yo
16H16
11
Nederlandsche bank als beleeningspand
aangenomen.
PRIJZEN VAN COUPONS.
Amsterdam 30 April. Metail 22.10 Dito
zilver f 23,22i/s: dito Eng. per pd. st. 11.67YgJ
Eng. Eussen per pd. st. Fransche Eng.
Portugal per pd. st. f 11.67Y2; Fransche f 557/s;
Belgie 56Pruis 347/s; Ilamb. Eussen
f 31YsEussen in Z. E. f 323/8; Pools in Fl.
Napelsche Spaansche Piasters
Spaansche in Frcs. f 1000 f
Amerikaansche Dollars 2.40Y2 papier 2.131/2.
Bevallen van eene dochter A. J. LEIJSEX-
NAAR—NOEST.
Sluis, 10 Mei 1874.
lieden overleed tot diepe droefheid van
mij en mijne wederzijdsche Ouders mijn ge
liefde echtgenoot ABRAHAM RISSEEUW in
den ouderdom van ruim 33 jaar mij nala
tende een kind te jong om het verlies te
beseffen.
J. CAPPON.
WED. RISSEEUW.
Schoondijke, 11 Mei 1874.
De ondergeteekenden zeer gevoelig voor
de bewijzen van achting en belangstelling,
van betrekkingenvrienden en bekenden
bij het overlijden hunner moederbehuwd-
en grootmoeder ontvangen, brengen daarvoor
aan allenzoo in als buiten deze gemeente,
hunnen hartelijken dank toe.
Groede, den 15 Mei 1874.
A. LE CLERCQ.
ee
Deflecterende met franco brieven onder A. Z.
bij E. C. IIuge, boekhandelaar, Rotterdam N°. 87
Goudsche Singel.
Jean Kunny, de trouwe negerkoning 20,000 van
zijne zwarte krijgers te zamen en zwoer, liever
met zijn volk als vrije Brandenburgers te sterven
dan de gierige Hollanders te dienen. Hij nam
met het overschot der blanke konolisten de verde
diging der vesting op zich en verweerde zich
zéven jaren achtereen met leeuwenmoed tegen de
Hollanders en de negerstammendie zich
met dezen verbonden hadden. Eerst toen al
zijne krachten waren uitgeput en de Engelschen
en andere zeevarende natiën zich in dezen bloedi-
gen oorlog mengdenhaalde hij de roode vlag
neer en verdween daarmede in de ongezonde
wouden van de binnenlanden van Afrika. Hij
onderwierp zich niet aan de nieuwe beheerschers.
Dit voorbeeld van getrouwheid en stoutmoedig
heid dientwel opgemerkt te worden door degenen,
die de negers voor mensehen van lagere orde
aanzien en hen beschouwen als ontbloot van alle
edele eigenschappen
Met den ondergang van de vloot van den
Keurvorst hield alle zin voor zeezaken in het
duitsche volk op en zelfs Frederik de Groote
bediende zich van de „drijvende vestingen" alleen
in oogenblikkelijke verlegenheid. Hij liet met behulp
van den Stettiner koopman Daniel Schulz en van
Graaf Dohna een aantal koopvaardijschepen uitrus
ten tot verdediging van het Stettiner Ilaff tegen
de Zweden, en deze gebrekkige vaartuigen met
omstreks 600 koppen bemand, weerstonden een
viermaal gróoter aantal Zweden op werkelijke
oorlogschepen bijna 4 weken achterééntotdat zij
op den 10 September 1750 bij de Eebziner en
Wootziger Haken bijna allen vernield -werden
maar door hun voorbe-eldeloozen heldenmoed dien
dag ook tot een feestdag voor Pruisen's eer maak
ten. Drie jaren na deze roemvolle nederlaag die
de Zweden met verscheidene 'honderden dooden
en drie vernielde schepen betalen moesten, bevoch
ten de Pruisenweder op gewapende koopvaardij
schepen, eene schitterende overwinning op den
zelfden vijand en veroverden o. a. een Zweedsch
fregat van 36 stukken. Nadat de vrede gesloten
was bleef Frederik de Groote toch volstandig wei
geren pogingen aan te wenden tot de vorming
van eene pruisische oorlogsvloot; hoewel de ge
schiktheid der Duitschers voor den zeeoorlog nu
zoo duidelijk gebleken was en bovendien Nettel-
beek een schipper uit Kolberg, zich daarvoor
bizondere moeiten had getroost.
Wordt vervolgd.)