Correspondentie. te krijgen. Maar zit het hem ook daardat de tegenstanders onder de kinderlooze tlieoristen ge zocht moeten worden of onder hendie geene kinderen meer naar school zenden De menschenmet wie ik gesproken heben die kinderen naar school zendenzijn vóór de tegenwoordige regelingeenvoudigomdat zij overtuigd zijn, dat hunne kinderen tegenwoordig vier urénper dag onderwijs krijgen en vroeger nog geen anderhalf. Gaarne wil ik dan ook aan allen, die er belang instellen indien de school commissie daartoe vergunning geeft de gele genheid geven om de school gedurende de lessen te bezoeken voldaan zullen de oudershuis waarts keeren. De vorderingen in de zeven wekengedurende welke, de verordening gewerkt heeftzijn groot. Verscheidene kinderendie een jaar naar school gingen en nog de letters niet kendenbeginnen woordjes te lezende ambitie onder de leerlingen is grooter en wat zeer opmerkelijk is gedurende al den tijddat ik hier aan het hoofd der school stais het schoolverzuim nog zoo gering niet geweest. Donderdag 11. telde ik nog 221 kinderen op de schoolbanken. Weet gij wat daarvan de reden is Eenvoudig deze. Uit sommige huishoudens gaan de kinderen in twee klassen. liet eene kind komt om acht liet andere om tien uur. Daardoor zijn de ouders in staat beiden te zendenterwijl er altijd een thuis is om op de kleinen te passen, te helpen enz. In dien men dit beweren niet gelooftdat men bij mij komeik zal namen opgeven. Wij gaan verderom kennis te maken met den kenkenmeidenstijl van H. W. Er staat,/de kinderen moeten om 7 uren reeds het bed uiter moet vuur en licht, branden, dit is behalve kostbaar, bij vorst, sneeuw en ha gel minder aangenaam en voor vele ouders een ongeschikte tijd." Wat dunkt u lezers, van dat stijltje van een mandie over schooltaken schrijft Mij dunkt, zoo iemand dient toch zijn Hederlandsch te kennen. II. W. zegt: vuur en licht branden- is behalve kostbaar minder aangenaam bij vorst, sneeuw en hagel. Bij zulk weer vindt ik het echter heel prettig bij 'Hvuur. Gij ook niet? Dat vuur 'branden een ongeschikte tijd zou zijnis de ongerijmdheid zelve.Gij zult mij tegen werpen, dat de man zoo iets ook niet bedoelt. Dat weet ik ookmaar ik weet tevensdat niemand voor ;t publiek moet schrijvendie niet genoeg van de taal kentom zijne gedachten behoorlijk uit te drukken. De man wil waar schijnlijk zeggen: //De kinderen moeten om 7 uren reeds het bed uit; dat is voor vele ouders een ongeschikte tijd enomdat er bij vorst sneeuw en hagel vuur moet branden, ook kostbaar," Als we nu eens aannemendat zoo de be doeling van den schrijver isdan moet hij voor vele ouders schrijven geen- een. De burgermen- schen zijn in den regel ten 7 ure op en in die huishoudenswaar men laat naar bed gaat en laat op staatis toch de meid want daar heeft men eene of twee meiden wel te bewegen om te zorgendat het kindindien de ouders nog te bed liggen om kwart voor achten een bo terham krijgt enz. Het geheele bezwaar van H. W. is gezocht. Bovendien wordt er in alle huizen 's morgens koffie of thee gebruikten 't eerste wat eene meid in den regel doetis vuur aanmakenzoo dat in zoo'n laatslapend huisgezin voor den schoolgaanden telg geen af zonderlijk vuurtje behoeft gestookt te worden. 't Eenige bezwaardat tegen dat vroege. (ik moet zeggen, dat ik S uur niet vroeg vind ingebracht mag worden, kan gedurende de vier wintermaanden gemaakt worden door de bewoners van den polder. Intusscken zal door mij een voorstel gedaan worden, om dat bezwaar vol komen op te heffen dit tot geruststelling van II. W. Yerder vertelt onze H. W., dat het ongezond is voor kinderen om vóór 8 uren door den mor genlucht te gaan.Dat hijalvorens hij dat schreef, eens ecu geneesheer liadde geraadpleegd. Er is een klein werk van Dr. Vosmaerin le ven Hoogleeraar bij de geneeskundige faculteit te Utrechtdat boekje heet de kunst om lang te leven en gerust ie sterven en kan niet genoeg ter lezing worden aanbevolen. Daarin kan men lezen 1° dat men vroeg naar bed moet gaanniet te lang slapen en dus ook vroeg moet opstaan2° dat de avond ongeschikt is voor eenig geesteswerk. Hu moet ik erkennendat ik nog al eerbied heb voor de meening van een hoogleeraarterwijl ik het van een persoon, zoo als II. W.bespottelijk vind om te spreken van de ongezondheid van 't morgenuurin een land waar wij in voor- en najaar zoo vele guremistige en natte dagen moeten doorlevennog bespottelijker wordt echter die opmerking, indien men bedenkt, dat die ongezondheid een uur later heeft opgehouden. Over de dwaasheid van het afwisselende der mor genuren daargelaten de onjuiste uitdrukking moet hij maar eens een werk over de meteorologie nazien. Hij kan 't van mij te leen krijgen. Maar laat ons die ongezondheid eens even toetsen aan 't geen we zelf zoo dagelijks zien. Onze katholieke medeburgers gaan des zondags winter en zomer naar de vroegmis om 7 uur mijnheer II. IV. velen in de plaats gaan iederen dag hunne kinderen gaan naar de leering, bij voorkeur des winters van S 9 en nu geachte heer vindt gijdat die menschen er zoo ongezond uit zien Zoo teringachtig Dat ze zoo verkouden zijn Zoo veel meer als menschendie niet in de morgenlucht komen Hu een ander appeltje. II. W. vertelt ons: z/De kinderen zitten van S12 uren dat is 4 uren //aanhoudénd (waaronder van 8, 9 en 10 jaren) in z/de school, dat is minstens U/o uren te veel, z/doodelijk vervelend en niet minder in strijd met //gezondheidsleer." We willen aanstippen, dat de volzin niet deugt. Waaronder als betr. Voornic. slaat op 't laatste znw-, dus op urenH. W. spreekt hier dus van uren van 8, 9 en 10 jaar oud. Prosit Maar dat daargelaten. Er staat: de kinderen, moet zijn die, kinderen, welke uitgebreid onderwijs ontvangen. Er staat: van 812, dat is 4 uren aanhoudend. Gelogen, mijnheer II. W.al klinkt dat nu ook al niet parlementair. Grof gelogen Dc kinderen, die om acht uren komen, hebben om 10 uur een kwartier vrij af, en de onderwijzers tien minuten. Gelooft U me niet. Er zijn er een dertigtal, aan wie gij 't vragen kunt 't Spijt mij, dat de kinderen zich in school zoo vervelen! Tot nog toe heb ik dat niet kunnen merken. We houden onder ons nog al leu tig school; we lachen eens als :t pas geeft, maar enfin! Komt u eens kijken; gij zult lang naai de verveling moeten zoeken. Aangaande dat inslokken van 't middagmaal enz. moet ik kort zijn. Ik zon onderkanc] te veel plaats innemen. Maar ik wil aantoonen, dat hij op dat punt ook ongelijk heeft. Kinderen in de plaats kunnen allen op etenstijd thuis zijn, indien zij beliooren tot huishoudens, waar de moeder niet gaat werken, en als moeder met vader mee gaat, dan kookt het kind de pot mijnheer! en kwam vroeger niet school; nu kan hij ten minste nog twee uur school komen. Pol- derkiuderen blijven in de plaats. Bovendien, indien de kinderen uit de plaats al iets over 12 thuis komen, dan meen ik, dat de tegenwoordige zeer goede inrichting wel op zoo veel medewerking mag rekenen, dat men den maaltijd vijf of tien minuten verzet. Voorts is de lieele volzin, weer een proefje van keukenmeiden -H ederlandsch z/De avondschool vervalt 8 maanden op een jaar, z/daar volgens de reorganisatie alleen in de win- z/termaanden Hovember, December, Januari en //Eebruari herhalingsonderwijs van des avonds z/67 uren zal gegeven worden. Gelogen, mijnheer II. W., gelogen! Er wordt onderwijs gegeven van 57 dat scheelt een uur op een schooltijd. Bovendien is er reeds school gehouden van 812 en 24: de uren der avond school zijn door de onderwijzers ai verdiend, als ik dat woord eens mag gebruiken. Verder telde de avondschool in Aardenburg" des zomers nooit meer dan 8 of 10 kinderen, de leerlingen van 't U. L. O. daargelaten. Haar gemis 'kan dus niet gevoeld worden. Daarbij komt nog, dat de ouders van kinderen, die U L. O. ontvangen, tot de meest ontwikkelden behooren. Die zullen toch wel weten, dat in de steden om overwegende redenen de avondscholen zijn afgeschaft; dat de lessen daar om 4 of 5 uur eindigen Aan hen zal toch verder wel de op voeding hunner eigen kinderen zijn toevertrouwd, zoodat. zij de school niet moeten beschouwen als eene bewaarplaats, waarheen ze hunne kinderen zenden opdat de onderwijzers oppassen, dat ze zich niet gaan verdrinken. De volgende alinea is een samenraapsel van woorden; stijl, nog slechter dan van een keuken meid, de man kent de kracht der woorden niet-, die hij gebruikt! Arm, arm onderwijs! arme scholen! die bloot staat, God weet hoe lang- nog bloot zult staan, aan de beoordeeling van weetnieten, die bij ons nog op de schoolbanken moesten komen, om teil minste hunne eigene taal te leeren Leest: //De meisjes zijn nu in de gelegenheid voor nuttige handwerken des avonds zich aan te leeren." U zult mij beschouwen van te idealiseeren." z/Alzoo zij gaan slootje springen, zich baden en verdrinken op zijn minst genomen niet ter school." Een prachtige climax, vindt Gij niet Lezerde jongens gaan verdrinken of niet naar school. Men verwacht een kruitmagazijn te hooren springen en er komt.een sisser De geleerde II. W. vat het woord idealiseeren op in de beteekenis van overdrijven. Indien de man wil weten, wat ideaal en idealiseeren is, kome hij bij mij, ik zal hem een werk leenen over de Aesthetica. In de zelfde alinea lezen wij nog, dat er vroe ger op de avondschool herhalings onderwijs gege ven werd. Gelogen, mijnheer II. TV\ U weet er met allen eerbied gesproken geen lor van. De laatste alinea op een na toont ten slotte dat de man ook niet lezen kail; maar lezers, dat moet gij maar op mijn woord gelooven, want mijn stuk wordt te lang, veel te lang! Indien ik u door mijn schrijven mocht over tuigd hebben, dat de heer II. W. niet genoegzaam met onze taal en de regels der logica bekend is, om als schrijver op te treden dat hij over vele dingen schrijft, waarvan hij niet het minste weet dat hij zich schuldig maakt aan de mededee- ling van bepaalde leugens dat geen verstandig mensch zich dus aan zijn geschrijf moet storen, dan acht ik mij voor de genomene moeite ruimschoots beloond. G. A. VoRSTERMAN VAN O IJ EN Wegens de uitgebreidheid, van het ingezonden stuk heden geen feuilleton. De wisseling van gedachten over het nieuw schoolreglement te Aardenburg dat, wij herhalen hetnog maar zijn proeftijd beleeft, neemt eene vaart, die we niet verwacht hadden. Wij voor ons hebben de partij IXLOCVteil kiezm om aam die bespreking van onzen kant geene hinderpalen in den weg te leggenandere bladen vergunnen, zoo als men 't noemt: dnpïiek en i'eplieiv en daarmee uit ~Wij wenschen anders te handelenhet on derwerp is te gewichtig en van vooruit ziende gevolgen om er over te zwijgen. In andere ge meenten zal men beproeven om dergelijke regeling te bekomen, zoo als ons blijkt uit een schrijven uit te daarentegen keurt men

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1874 | | pagina 3