Voor Veld en Huis. INGEZONDEN STUKKEN. BEURSBERICHTEN. besloten is. De hoofdzaak der alzoo door haar ontworpen reorganisatie der kerk is samengevat in eene verandering' van art. 23 van het algemeen reglementnaar welke dit artikel zal luiden Het recht tot benoeming van ouderlingen en diakenen en tot beroeping van predikanten berust bij de gemeente. Dit recht oefent de gemeente uitmet eerbie diging der rechten van derden en behoudens de uitzonderingenin het belang van minderheden, wier godsdienstige richting van die der meer derheid verschilt, in de bizondere reglementen te omschrijven, wat dc benoeming van ouder lingen en diakenen betreft rechtstreeks door hare stemgerechtigdenwat de beroeping van predi kanten aangaat door haren kerkeraad. In onderscheidene bladen komt een bericht voor, houdende dat de miliciens dit jaar eene maand vroeger dan gewoonlijk onder de wapenen zullen worden geroepen. Art. 112 der militiewet echter bepaalt, dat jaarlijksch tussclien den 1 en den 15 Mei de aflvering geschiedt van de in dat jaar door den militieraad voor den dient aangewezen en in de lichting begrepen lotelingenvan hunne plaats vervangers en nummerverwisselaars en van de vrijwilligers voor de lichting van dat jaar. Dewijl het ons niet bekend is, dat dit artikel tot op lieden wijziging heeft ondergaanmeenen wij op grond daarvan aan bedoeld bericht alle geloofwaardigheid te moeten ontzeggen. N. en Adv. v. Z. Yl. Toen te Atchin op zekeren dag 6 krijgsgevan genen waren gemaaktwerden deze voor gene raal Van Swieten gebracht. De opperbevelhebber liet aan ieder hunner een rijksdaalder geven en liet ze in vrede vertrekken. Een spion deelde eenige dagen later mede, dat, toen die 6 Atchi- nezen weder bij de vijandelijke macht waren teruggekeerd en van hun wedervaren rapport uit brachten aan de hoofdenhet opperhoofd aldus sprak//Zoo hebt gij dan voor dien generaal gestaannietwaar En geen uwer heeft den moed gehad eene poging te wagen om dien man te dood en En dadelijk ga.f hij last hun het hoofd af te slaan, hetgeen onmiddellijk geschiedde. Doofheid. Volslagen doofheid en zelfs gedeel telijke vooral de tijdelijke afwisselende doofheid, is een der lastigste kwalen, waarmede de mensch bezocht kan worden. Met alleen dat ze het leven veronaangenaamt en ons niet zelden aan den spot der menigte bloot stelt, maar zij maakt ons bij tijden stompzinnig en dooft levenslust en ontwikkelingszucht uit of ze kweekt eene eenzijdige geestesrichting. De doove, vaak terug gestoten op allerlei gebied, trekt zich in zichzelven terug of geeft zich aan zorgeloosheid overdie Bij herfst of wintertijd met ooft mijn disch versiert. De lente schaft ons werk met entenplanten snoeien Of zaaien, daar de ploeg zijn lange voren trekt, Wijl vast de boomknop zwelt, de tulp eh krokus bloeien En heel natuur herleeft, doorZephirs aem gewekt. De leeuwrik stijgt omhoog; ik hoor de filomelen, Terzijde van mijn erf in kreupelbosch en hout, Met wisselenden toon hun luide deuntjes kwelen, Voor 't lieve gaaiken met hun vreugd eh leed vertrouwd. De kikker karrekietde bruine kevers snorren Rond kers en abrikoos, plataan of lindeboom De koekoek roept vast aan; men hoort het duifje morren, En 't visje rijst en duikt en spartelt in den stroom. Hetbloempark rijk gedost in aller hande kleuren; Het veld met lachend groen, sneeuwwit en goud getooid bij ruim ontwikkelden tot stompzinnigheid of onverschilligheid overslaat. In een woord de doofheid heeft op stoffelijk en zedelijk gebied meer slachtoffers gemaakt dan menig spotter met den doove vermoed. Voegt men hier nu bij de speculatie door velen op dit gebrek beproefdde. tallooze geneesmiddelen, gevent en aangeprezen; de gevaarlijke kuren en proefnemingen v.aak door onbevoegden verricht, dan wordt een en ander door de omgeving nog verergerd. Menigeen is door roekeloos inspuitenzonder order des geneesheersmet lauwe melkmet oliën en andere vochten voor altoos ongelukkig gewordenzoo ook met liet inproppen van met vet verzadigde wattendoor al het welk soms ophooping van vuil veroorzaakt is, dat tot verhar ding overgegaan, niet meer te verwijderen was. Van al die huismiddeltjes heeft steller dezes er slechts een met eenig- gevolg beproefd en nog wel wegens eene bizondere oorzaak van doofheid. Ieder natuurkundig handboek leert ons, dat de ooropeningen in nauw verband staan met die van de keel, den neus en zelfs de oogen. On der het vleesch onzer wangen liggen twee fijne buizen, de buizen van Eustachius genoemddeze dienen om de lucht achter in de keel te verver- schen en kunnen helaas! verstopt geraken. Door deze verstopping nu ontstaat periodieke doofheid die soms zoo erg is als of men het geheele ge hoor miste; daarvoor nu is onder 't bereik van den leeke en hoogst eenvoudig gemakkelijk te be proeven middelMen knijpe namelijk den neus zoo dicht mogelijk en slikke daarop onmiddelijk, terwijl de neus alzoo gesloten iseen goeden mondvol koudzeer koud water in eens naar binnen. Ontwaart men nu in een der ooren het gevoel of geluid eener soort van ontplofiing soms een slag, dan is men tijdelijk genezen en kan na eenigen tijd het middel herhalen. Ge neesmiddel is het niet, maar een eenvoudig on schadelijk huismiddel. Ziehier een eenvoudig en gemakkelijk middel om vervalschingen der guano van Peru te her kennen Eerste proefMen neemt een ijzeren lepel zooals de loodgieters gebruiken. Nadat de guano goed ondereen gemengd is doet men er een greep van in en zet den lepel op een gloèiend vuur de guano zal eerst verbranden in een zwarte kool en de verbranding voortzettendezal er daarna eene wit-blauwe asch overblijvenals die van een sigaar, die wit brandt. Als er vervalschingen bestaan zal de asch gemengd zijn met vuile roode of zwartachtige korrels. Tweede proefMen neemt een half glas water en mengt er een greep guano in; zuivere guano moet dadelijk zinken en niets laten boven drijven, behalve wanneer de guano droog isdan blijft er soms een weinig fijn stof boven het water drij ven. In geval van vervalsching zal men stof en vuiligheid boven het water bemerken. Bekoort het oog bij dag en spreidt zijn balsem geuren Zoohaast de koele nacht zijn blanke paarlen strooit. Het bleeke garsteveld, verlicht door schuinsche stralen Der ondergaande zon, vertoond aan ons gezicht Een zee die zedig barnt, wier goljes rijzen, dalen En kabblen in den glans van 't neigend avondlicht. Eer nog de morgenzon den top der lomrig ypen Met lange schaduwen doet hup'len in 't verdriet, Hoor ik bij zomertijd de harde zeis reeds slijpen, Daar 't vol gestroomde veld nu zwellend halmen biedt. Ginds steekt het tarweveld gestreeld door lucht en winden Zijn rijzige airen op en staat in volle kracht. Doch we mogen niet meer. Is 't ons niet als of we 't landelijk toneel voor onze oogen hebben. In alle geval moet de Peru-Guano de twee genoemde proeven kunnen doorstaan. De meening bestaat onder de verbruikers van guanodat de echte guano moet geelkleurig zijn en inderdaadeertijds was de guano der Chin- chas-eilanden geelkleurig en droogmaar de Chinchas-eilandeu uitgeput zijndeheeft de te genwoordige guano van Peruafkomstig van de eilanden GuanapeMacabi en Ballestaseen donker bruinachtigen tintdoch wordt later hel der van kleur en is tamelijk vochtig. De voch tigheid beloopt soms hoogstens maar 20 per cent. Om de vochtigheid van de guano te kennen, neemt men 1 kilo (duizend grammen) scherp ge wogen men droogt die in een openen oven en als de droogte volledig is, weegt men ze op nieuw. Het verloren gewicht zal de vochtigheid der guano aanwijzen. M. de Redacteur! Al behoort Gij tot degenen, die omtrent de zaak eene meer afwachtende houding schijnt aan te nemen en den gemeenteraad zou willen den tijd laten om de proef te nemen tot het einde toe zoo vrees ik, dat de raad tusschentijds de volksstem niet zal vernemen en ik pretendeer deze te kennen en kan u verzekeren, dat zeer velen in de gemeen te het nieuw schoolreglement hoogelijk afkeuren daar het in vele huisgezinnen groote moeilijkheden veroorzaakt en nu een groot gedeelte der kinde ren op de straat leeft. Tengevolge van dien zal erindien ik goed onderricht benbinnen kort een adres aan Ge deputeerde Staten gezonden worden, om over dat reglement te klagen. Wat Gedeputeerde Staten zeggen zullen, is mij onbekend daar het buiten weten van dat collegie ingevoerd is en het toch wel zeker is, dat zooda nig reglement hunne goedkeuring behoeft. A—Z. F RIJS COURANT DER EFFECTEN Amtterdam 12 Maart. Nederland. Certific. W. Schuld. ai/spCt. 58"/i. dito dito 3 7 03/s dito dito 4< 92 Aand. H. Maatsch. H/o Hl3/s dito exploitatie Ned. Staatsspoorweg. u Belgie. Cert. bij Rotschild. 2 i/a ii Erankrijk. Inschrijvingen. 3 ii SS1/.! 5 rr 887.; Rusland. Oblig. 1798 1816. 5 n 100% Cert. adm. Hamb. 5 ii 7'Vs *Obl. Hope&C0.1855 6 e serie. 5 n 867, dito ƒ1000 1864. 5 n 100 dito/1000 1866. 5 ii 100 Loten 1S66. 5 ii 270 Oblig. ope C°. Honderde landbouwers zien het en merken 't op, doch weinigen voelen t' als Earo Hij eindigt zijn epistel werkelijk met een episch slot z/Neen, klagen wil ik niet! veel liever u verbeiden, Zoo haast de- zwaluw ons de lieve lente biedt Geen afstand, tijd of dood kan immer ons doen scheiden De wereld gaat voorbij maar ware vriend schap niet Dit laatste moet men ondervonden hebben om het zóó te kunnen gevoelen en het zoo te durven schrijven.

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1874 | | pagina 3