op voorstel van den Bondsraad, Let onderzoek
dezer voordracht zoo spoedig mogelijk ten einde
brengen. De pruisische regeering heeft namelijk
bij liet indienen van de voordracht den dringen
den wenscli geuit, dat alles in het werk zal
worden gesteld om het ontwerp nog in deze
zitting van den ltijksdag zijne beslissing te doen
krijgen. De Bonsraad tracht op die wijze den
wenscli der pruisische regeering zooveel mogelijk
te verwezenlijken.
Te Berlijn is een oud-katholieke vereeniging
voor de stad en omstreken opgericht.
Een telegram uit Kassei meldt, dat Zaterdag
ook dc predikanten Amelang en Schetler afgezet
zijn, zoodat thans al de orthodoxe Evangelische
predikanten in Hessen, die tegen de voorschrift en
van liet opper-consistorie te Kassei in verzet zijn
gekomen, uit hunne ambten ontslagen zijn.
Door dc universiteit te Bonn is bekend ge
maakt, dat bij den aanstaanden zomercursus de
oud-Katholieke professoren Eeuscli en Langen
voorlezingen zulleu houden, de eerste over dogma
tiek, de laatste over kerkelijke geschiedenis. Dit
bericht heeft bij de voorstanders der Vaticaansche
concilie-besluiten eene algemeene sensatie verwekt.
Onlangs heeft zich te Hamburg eene vereeniging
.geconstitueerd, ten doel hebbende het begraven
van overledenen af te schaffen en voortaan de
lijken te verbranden. Algemeen werd toen ver
wacht, dat het denkbeeld geen bijval zou vinden;
maar in den laatsten tijd heeft de vereeniging
zooveel adressen van adhaesie ontvangen, dat zij
binnen kort eene groote volksvergadering ter be
vordering der zaak zal bijeenroepen.
FRANKRIJK.
De Gaulois geeft de volgende bizonderheden
over het leven, dat maarsehalk Bazaine op het
fort Sainte-Margucrite leidt: De gevangenis van
den maarschalk staat niet meer oiider het toezicht
van een militairen commandant. Ten gevolge van
een geschil tussclien den burgerlijken gouverneur
der gevangenis en den militairen overste der hon
derd man, in dc aanpalende gebouwen gekazerneerd,
is de overwinning aan den directeur gebleven,
't ls onder zijn bizonder gezag dat de maarschalk
cn zijne familie voortaan geplaatst is. Het is
omtrent veertien dagen geleden, dat Mev. Bazaine
zich bij haren man vervoegd heeft met hare twee
jongste kinderen. Het oudste, zeven jaar, was
sedert de maand December 1873 zijn vader ge
volgd. De woning, waarin de gevangene opgeslo
ten is staat aan het Westen des eilands. De
hooge en dikke muur, welke haar omsluit, maakt
een rechten hoek in een der hoeken des eilands.
Aan den voet van dezen muur kabbelen de golven
der zee op eene hoogte van 10 meters onder de
vensters van de benedenverdieping van het liuis.
Zum kuhles grab,
of het
Rullig ist den Todten sehlumer
Und den Schoot der Erde kuhl.
Nogtans voorden zielkundige is dit verschijn
sel niet vreemd, niet onverklaarbaar. Dat wee
moedig gevoel, dat heimwee, ontwaart men juist
op dien leeftijd, als we den knapen- en meisjes
tijd verlaten om, voor we de wereld tegen treden,
vooraf een bezoek af te leggen in den doolhof
der kalverliefde Dat in ons sprekend gevoel is
een zucht naar hooger, naar beter, "t een roep
stem, die ons spreekt van- en waarschuwt voor-
dagen, waarvan we de droeve verklaring zullen
moeten afleggen: //ik en hebbe geen lust in dezelve.
Wel onzerzoo we in die dagen de dagen der
jeugd niet met heete tranen beweenen als een
verloren Paradijs
Faro's korte schets bevat, lang genoeg, 10
klein 8° bladz. en hij zegt er dan ook alles in
wat hij denkt. Zoo vat hij ook, weer een be-
De maarschalk staat ten zeven ure op; hij leest
eenige brieven, welke de directeur hem laat ge
worden, overeenkomstig met de reglementen, op
gemaakt door den minister van biimenlandsche
zaken, dat is te zeggen onverzegeld. Te elf ure
ontbijt hij in gezelschap van zijne vrouw, zijne
kinderen en den kolonel. Na het ontbijt staan
de twee mannen op en doen eene wandeling op
het terras. Dit terras, 37 voet lang, maakt al de
hoven uit, waarvan sommige slecht ingelichte cor
respondenten gesproken hebben. Zeven-en-dertig
voet lang't Is eene soort van uitkijker op zee
doch dezer dagen heeft men er een stuk bijge
bracht, zoodat het geheele ten-as nu 97 voet lang
is. Men had insgelijks gesproken van boschjes,
dreven, en zoo voorts. Helaasdeze boschjes
en dreven zijn samengesteld uit twee groote oude
boomen, die elkander schijnen af te vragen wie
van hen het eerst z'al uitbotten. Overigens schijnt
de zon nooit op dit hoeksken grond, daar de
muren der gevangenis te hoog zijn. 't Is daar, dat
de twee gevangenen van 12 tot vijf ure zonder
een poos te rusten, over en weer wandelen zonder
ooit een stap verder te mogen gaan dan de 97
voet hof, die voor hen bestemd zijn.
Waaraan denken zij Wat zeggen zij gedurende
die wandeling van 4 a 5 uren langs dien zelfden
weg, welke zij gedurende twintig jaar zullen kun
nen bewandelen Zij spreken dikwijls over Metz,
over Frankrijk, doch zelden over het proces. De
veroordeelde is overtuigd, dat zijne zaak de goede
is; hij behoudt deze illusie en spreekt met de
overtuiging van iemand, die miskend is. Maai
de alledaagsche, eentoonige samenspraak begint ein
delijk te verflauwen. Dan blijft de maarschalk
stil, plaatst zich op een bank naast hem en beide
blijven alzoo gedurende gansche uren op de zee
staren, die zich voor hunne voeten uitstrekt ofwel
op de zou, die haar gouden bed in den schoot
der wateren opmaakt, ofwel op de bewegingen van
drie of vier schepen, die aan den voet van het
fort over en weer varen.
De maarschalk komt te zeven uren binnen.
Hij rookt een pijp na den maaltijd tot half tien
en legt zich om 10 uren te bed. De deuren van
het huis zijn dan reeds lang gesloten. De kinde
ren hebben speelgoed zij zijn reeds aan dit stil
leven gewoon en vermaken zich zoo goed zij maar
kunnen op het terras. Somtijds gaat de oudste
zoon met den direeteur wandelen. Mev. Bazaine
verblijft sedert hare aankomst in eene kamer van
de eerste verdieping- en neemt soms de plaats in
van kolonel Villette in de lange namiddag wan
delingen. Iedereen spreekt met bewondering over
de verkleefdheid van kolonel Villette, die zich
vrijwillig veroordeelt om twintig jaren in deze
eentoonige gevangenis door te brengen.
Binnenland.
Slxiis 12 Maart. Heden had alhier
de aangekondigde opvoering plaats van tooneel-
wijs voor onze pas gemaakte opmerkingzoo
vat hij ook als onderwerp op: //De ijdelheid van
's mensehen leven," Mat anders wel lief begint
Hoe gelukkig mag hij heeten
Die al 't aardsche kan vergeten,
En steeds met een vroom gemoed
Uitziet naar een beter goed.
Het lieele stukje, slechts een jaar na 5t vorige
gedicht, vloeit en rolt kalm daar heen en geeft
meer dan eene goede herinnering, zonder oorspron
kelijke denkbeelden evenwel. Even lief en rustig
is nog (van 1781') een berijmde brief aan een
vriend, die bij veel gebrekkige samenstellingen
veel goede wenken voor de geestesbeschaving-
der landbouwers bevat.
Van 't zelfde jaar is zijn bedrogen uitkomst
waarin hij zingt
z/Och! wil toch deez' les aanschouwen
Dat ge als de ekster bij de paanwen
Nimmer komt in 't eergewelf."
IJdele aanbidding van den driehoofdigen afgod
stukjes door de vereeniging- Aurora." De drie,
stukjes werden op voldoende wijze uitgevoerd, en
de Ilr. Zeegers onthaalde het auditorium weder
op zijn voortreffelijk pianospel.
De klacht door het publiek bij de vorige op
voering gedaan over de koude in de zaalhad
veroorzaakt, dat door het bestuur voldoende
maatregelen waren genomen om die niet te doen
herhalen.
Sluis. De uitvoering van Dinsdag 11.
door de leerlingen der openbare .school alhier
gehouden heeft een batig saldo opgeleverd van
f 59,91 die reeds aan de armbesturen zijn ter
hand gesteld.
Uit Naarden meldt men aan het N. v. (1. D.:
De werktuigkunde trachtte op het .einde der vo
rige week te herstellenwat de stoomkracht
vernield had. De ongelukkigge Jacob Doorn nl.
ontving van den werktuigkundige Kern (Nieuwen-
dijk te Amsterdam) een kunsthand voor dat ge
deelte des rechterarmshetwelk nog behouden is
gebleven. De kunst heeft hier de natuur op zijde
gestreefd. Hij eet en drinkt er mede met gemak,
kan er mede schrijveneen stuivertje opnemen
en er in het algemeen zooveel mede verrichten,
dat men aan de hand des kunstenaarsden ver-
nuftigenvindingrijken heer Kernallen lof
toebrengen moet.
Twee personen te Rouveen in Drenthe, waarvan
de een met een geweer was gewapenddat hij
niet geweten moet hebben geladen te zijnston
den op een afstand van p.m. 50 pas al raillee-
rende met elkander te pratenwaarop de onge
wapende al gekscherend zeiSchiet maar toe."
De andere legt aan en weldra heeft de uitdager
het leven verloren: hij bleef op de plaats dood.
De sensatiedie dit vooral op genoemd dorp
te weeg braebt is niet te beschrijven. Beide
personen stonden ter goeder naam en faam be
kend. De familien zijn radeloos.
In de Kerkel. Ct. deelt de Secretaris der Al
gemeene Synode o. a. het volgende mede omtrent
de werkzaamheden der Synode.
De Synode is niet getreden in het voorstel der
commissie van advies om een afzonderlijk groot
lichaamuitsluitend met de hoogste wetgevende
macht bekleedonder den naam van Algemeene
Synodein het leven te roepennoch ook in de
afzonderlijke voorstellen der eerste en derde sec
tien der commissieop de kerkorganisatie be
trekking hebbende. De voorstellen der commissie
tot verandering van het reglement op de benoe
ming van ouderlingen en diakenen en de beroeping
der predikanten zijn echter door de Synode met
enkele wijzigingen aangenomenin verband met
de bewerking der hoofdgedachte .in het voorstel
van de tweede sectie der commissiewaartoe
met eene meerderheid van 9 tegen 7 stemmen
dezer wereld zijnen broeder Johannes toegezongen;
't getuigt van welmeenendheid en toont, dat hij
zich trachtte te bekwamen door de lectuur, ook
door vertalingen der klassieken.
Wij springen over tot 1808 en vinden al weer
een dichterlijken brief en bespeuren daarin, dat
de lezing onzer vaderlandsche dichters hem goed
gedaan heeftmen oordeele uit de fragmenten
//Steeds mag ik ambteloos den tand des nijds
ontschuilen
En zou de zaligheid van dien vergeten stand
Met schepterdiadeemnog kroonengoud
verruilen
De godheid is mijn vorst't. heelal mijn
vaderland
Zoo schrijft hij aan zijn vriend A. van Deinse,
leeraar te Zaandijkdie hem enkele malen bezocht
of ten zijnent ontving. Men is bij hem op het
land als men hem hoort vervolgen
z/Mijn tuin met lekker moes, de boomgaard
zwaar geladen,