BOEFJEÖOflöEELlG.
INGEZONDEN STUKKEN
Gedenk plaat der 35jarige Begeeriug van zijne
Majesteit onzen geëerbiedigden Koning. Ontwor
pen door den heer H. J. van Lummel.
Het doel bij de conceptie vastgesteldom een
Gedenkplaat, iets monumentaals, te ontwerpen
is naar veler oordeel hiermede gelukkig bereikt.
De uitvoering er van getuigt van de gewone zorg
der zoo gunstig bekende inrichting van de Hof-
Lithografen Tresling Comp. te Amsterdam.
Het was den uitgever eene voldoeningdat Z.
M. de Koning de opdraeht dezer Plaat welwillend
heeft aangenomen.
De geringe prijs van 60 Cents zal zeker
zeer bevorderlijk zijnom deze Plaat algemeen
ingang te doen vinden.
Aangeboden te Buitenzorg 6 Maart ten 7.50
vooriniddags, te den Haag ontvangen 7 Maart
0.57. De politieke toestand was onveranderd ge
bleven. De omtrek van de legerplaats in den
Kraton was rustig.
De van de West naar Atsjin opgekomen hulp
troepenwaren naar hunne woonplaatsen teruggekeerd,
alleen was nog een klein getal van Pedir en
Mërdoe (Oostelijk van Atsjin) gebleven; wat zij
uitvoerden was nog onbekend.
Op den Passar, nabij het kamp, vermeerderde
de aanvoer van koopwaren. Aan de vestiging in
den Kraton werd krachtig gewerkt.
Den achttienden Februari waren drie oorlogs
schepen naar de Staatjes op de West-, Noord
en Noord-Oostkust gezonden, met proclamatiën
en stukken ter voorbereiding van de Begeering
hunner toekomstige verhouding tot Nederland.
Een telegram van luitenant-generaal van Svvie-
ten dd. 5 Maart, meldt weinig nieuws.
Imans Lepong en Loong, aan de westkust, had- j
den de souvereiniteit van Nederland erkend.
Het werk aan den Kraton vorderde goed.
Het zal eene soliede, gezonde vesting worden.
Wij ontvingen gisteren het volgende telegram
van Beuter
Penang. Berichten uit Atchinéssche bron ver
zekeren, dat de Atchinezen verscheidene forten in
het binnenland hebben versterkt met de kanonnen
cn hét materieel dat zij uit den Kraton hebben
medegevoerd,
Men zegt, dat de Atchinezen voornemens zijn
den strijd voort te zetten, totdat de cholera en
ziekten onze krachten hebben uitgeput. Zij zou
den volstrekt niet denken aan de overgave.
Zij blijven volhouden dat het tractaat van 1857
een verzinsel is; zij willen een onderzoek uitlokken.
De Luxemburgsche Kamerin geheim comité
vergaderdheeft het rapport der commissie ge
hoord over de viering van den 25sten verjaar
dag van de troonsbestijging van Z. M. Willem III.
In overeenstemming met de Begeering wil de
Kamer daarvoor 25.000 frs. beschikbaar stellen.
Men verzekert, dat de stad Luxemburg voor dat
feest een grooten historischen optocht organiseert,
waarin alle personendie zich in de geschiedenis
van Luxemburg onderscheiden hebbenzullen
voorkomen.
Ter aanvulling van het berichtomtrent de
gedane keuze van kinderen naar aanleiding der
oproeping in de II. N. geplaatstkan de Dordr.
Ct. met zekerheid medcdeelendat de kinderen
wier geslachtsnaam zijn Koning en Nassauen
die aan het hoofd zullen staan van de deputatie,
die Z. M. den Koning op 12 Mei a. s. het kir.-
dergeschenk zal aanbiedenbeiden te Dordrecht
wonen. Het zijn de zoontjes van de heeren J.
Koning en N. van Nassau. De zoon van eerstge-
noemden draagt de vóórnamen van Z.. M. den
Koning, die. van den laatstgenoemden de voor
namen van Z. K. H. den prins van Oranje.
Yoor een kindergeschenk aan den Koning heeft
prof. T. Stracké een ontwerp in klei geboetseerd,
namelijk een uurwerk, dat door vier zwevende
geniën gedragen wordt. De kast er van is bol
vormig, het wordt gekroond met de muse der
geschiedenis, die het feit der 25-jarige regeering
zal opteekencn. Het beeld van den Tijd zweeft
boven een oranjeboom, aan welks voet kinderen
in verschillende standen geplaatst zijn; aan de
voorzijde een optocht, waarvan het middelpunt
gevormd wordt door een groep van vier jongens
die een draagbaar torsehen, waarop een meisje
gezeten is,, dat een model van het geschenk in
de hand houdt. Een der vier drageiiden is als
Javaan voorgesteld. De voor- cn de achterhoede
vormen eenige jongens, die pa lmtakken het
symbool der - vreedzame regeering en andere,
die de teekenen der koninklijke waardigheid dra
gen. In de takken van den boom zijn eenige
kinderen geplaatst, die de voorbij trekkend en be
schouwen. Aan den voet van den boom aan
de achterzijde, heeft de ontwerper een Europee-
,schen jongen geplaatst, die een portret van den
Koning toont aan een negerjongen, wien de
boeien van de handen gevallen zijn eene her
innering aan de vrijmaking der negerslaven in
Suriname. De zittende figuren aan de voorste
i hoeken van het voetstuk stellen stroomgoden voor
en brengen het menschlievend idee des Konings
j in herinnering bij gelegenheid der overstrooming
i in den Bommelerwaard. Dit laatste feit wordt
in het bizonder op het voorvlak van het voet
stuk aangewezen. De ontwerper wil den Koning
voorstellen staande aan den oever en reddings
booten uitzendende naar hen, die in gevaar ver-
keeren. Op de drie overige zijden van het voet
stuk moeten allegorische of historische reliefs aan
gebracht worden, terwijl aan de achterhoeken herauten
staan, Het voetstuk zelf wordt aan de uiteinden
i gedragen van voren door dolfijnen en van achter
door klimmende leeuwen* een wapenschild hou
dende. N. M. Ct
Men heeft ons reeds van vele zijden verzocht
om eenig verslag te geven van de liederen met
het oog op 's Konings vijf en twintig jarig jubel
feest uitgegeven, doch wij moeten eerlijk bekennen,
dat wij er geen kans toe zien we worden over
stroomd, het regent verzen en rijmengedichten
zochten we nogtans vergeefs Er verschijnen wel-
meenende liedjes, welnu, we schrijven er boven:
Niet om kunst
Dan om gunst.
Wij hebben hoogdravende liedjes welnu, we
zeggen er van
Elk zijn meug.
Wij hebben liedjes op allerlij wijzen, welnu, men
verschoone ons slechts van die wacht am Rhein
Men geve ons Nederlandsche liedjes op de wij
zen van Wien Neerlands bloedch, 't Prinsje, Wil
helmus, de Zilvervloot, die wijzen kent het volk maar
Zie
Men verschoone ons van rijmen op Willem Drie
Och! dat het alles werde
rijmen op Willem de Derde,
dat is fatsoenlijk Hollandsch; men moet het volk
geen taalfouten leereii maken 't maakt er reeds
genoeg.
Onder de menigte liedjes, die ons bizonder
bevielen, komen er een viertal voor van Ds. Ada-
ma van Scheltemadie we om drie redenen aan
bevelen.
1° Om de wijzenWien Neerlandsch bloedEr
ruischt langs de wolken; Wilhelmus, en Waarheen
Pelgrims, 't laatste is een optochtslied.
2° Om het doel der uitgave: ze zijn verschenen
netjes op oranje papier gedrukt bij den Heer P.
J. Milborn te Nijmegen en dat is de drukker van
de weezeninrichting te Neerbosch; die armen
prof.teeren dus ook iets van de heugelijke gele
genheid. en
3° Om den reinen godsdienstigen toondie
door ieder zal moeten beaamd worden.
Ziedaar eene korte aanbeveling. Het viertal is zoo
gedrukt dat liet een boekje van 4 biadzijdjes
vormt, terwijl ieder liedje toch afzonderlijk kan
uitgereikt worden.
En de prijsvan I tot 4 et. kan men geriefd
worden; bij getallen 40 ets. het 100, dat is 25
boekjes; f 1,50, voor 500 en f 2,50 per duizend.
Dat ze gunstig ontvangen worden bewijst liet
feit, dat we het derde honderd duizend tal voor
ons hebben.
Een zoon van !t. dierbaar oud geslacht
Ons trouw in 't bangst gevaar
Droeg kroon en schepter door Gods macht
Nu vijf en twintig jaar
Uw goedheid hield ons Staatsgebouw
Die jaren door in stand
Maak in geloof ookHeerons trouw
Aan vorst en vaderland.
Ziedaar een couplet, tot proeve van geest en kunst.
G. P. BOOS.
Het volgende kan dienen om aan te toonen
op welke bizondere wijze men in de provincie
Zeeland de kunst verstaat om de belangen van
het reizend personeel te behartigen.
Heden morgen vertrok ik van IJzendijke naar
Breskens om van daar per stoomboot naar Ylis-
singen te varen en verder met den trein van
9- ure naar Delft te reizen, alwaar ik noodzake
lijk te 3 ure zijn moest.
Te Breskens ontmoette ik nog eenige reizen-
den, van welke 6 naar Middelburg en 2 naar
Neuzen zouden gaan.
Nu is 't gewoonte dat de boot, die 's morgens
naar Breskens vaart, daarop de reis naar Vlissin-
gen en van daar naar Neuzen doet zoodat de
reizigers zoowel met den trein van 9 ure van
Ylissingen als met dien van 10.20 van Neuzen
de reis kunnen voortzetten.
't Noodlot schijnt echter heden gewild te heb
ben, dat mijne berekeningen zouden falen.
Een bizonder erge sneeuwjacht was oorzaak
dat de boot niet naar Breskens kwam en nu zou
men tocli mogen gelooven, dat dit evenzeer een
beletsel zou zijn om naar Neuzen te varen, doch
neen, wij zagen heel kalm eene der Provinciale
stoombooten over de schelde naar Neuzen varen,
zoodat de te Breskens aanwezige passagiers allen
hunne reis niet konden voorzetten, zooals zij die had
den voorgenomen te doen.
Om S3/'.f kwam 't brievenschuitje aan en dit
bracht het bericht, dat de commissaris te Bres
kens maar moest telegrafeeren hoeveel passagiers
er aldaar waren, en dan zou de boot wel komen.
Yooral 't slot vind ik zoo fraai.
Of de boot nu nog gekomen is weet ik niet,
want om 9 ure ben ik naar Schoondijke terug
gereden.
Ge zult mij toegeven, dat het genot om D/g
uur te Breskens te zitten, geen stoomboot te zien
opdagen en zijne reis een halven dag of misschien
langer te moeten uitstellen, bizonder maigre is.
Het is zeer goed mogelijk dat het geval, dat
zich heden aan mij en anderen heeft voorgedaan,
in de toekomst meerdere malen plaats vindt.
Ik verzoek u daarom zeer beleefd aan mijn
schrijven in uw blad eene plaats ts verleenen,
opdat het publiek opmerkzaam worde gemaakt op
de hoogst zonderlinge wijze van handelen van de
Maatschappij van den stoorubootdienst op de
Wester-Schelde.
M. J. BOEIJE
OFFICIES DEE AETILLEEII5.
Schoondijke, 10 Maart 1874.
„X. geeft aan den Brigadier der Marechaussee
te Aardeuburg en aan zijne onderhebbende man
schappen in ernstige overwegingom ijverig te
waken dat, vooral des Zondags in den lateu
avond, de stille burgers niet verontrust en geer-
gerd wordendoor luidruchtig en walgelijk clron-
kenmans-lawaai in en buiten de herbergendaar