Buitenland. inlijving van den Elzus-Lotharingen bij Duitscli- land berusten. Er wordt thans veel werk ge maakt., om bisschop Raesz tot het -nederleggen van zijn mandaat te bewegen. BELGIE. Woensdag, tusschen 4 en 5 uur des namiddags, is een koopwaren trein die uit Namen naar Dinant reed, gederailleerd bij het verlaten van den tun nel van Iiun voorbij Godinne. De weg is daardoor zeer belemmerd geworden. De reizigerstreinen hebben er eenige vertraging door ondergaan. Er zijn geene ongelukken te betreuren. 'FRANKRIJK. Uit Sint-Marcel, departement Aude, wordt aan de Rcpublique du Midi, het volgende geschreven: Onze gemeente was verleden Maandag het tooneel eener allerbedroevendste ramp. Twee jongelingen gingen na tien uur des avonds, naar eene herberg in het dorp, welke op dat uur nog niet gesloten was. Een hunner, zekere A. Guerrier, oud 24 jaar en kleermakersgast, kreeg in de herberg twist met andere personen, zoodat de politie-agent ver plicht was den twistende naar de gemeente-gevan genis -over te brengen, om hem daar te doen over nachten. Eensklaps hoorden de inwoners eenigen tijd later Guerrier hartverscheurende noodkreten slaken en op de erbarmelijkste wijze om hulp roepenmaar niemand durfde zich bewegen om hem hulp te brengen. Toen men des anderen daags 's morgens bet gebouw naderde, zag liet volk door de reten een dikken rook opstijgen. De deur werd geopend en toen bood de plaats een vreeselijk schouwspel voor de ontstelde menigte aan. Het stroo, waarop Guerrier den nacht moest doorbrengen, was in brand geraakt en de onge lukkige gevangene door den rook verstikt. Dit feit was weldra door het geheele dorp bekend en bracht eene algemecne verslagenheid en droefheid te weeg- Men vermeldt een zonderling feit dat onlangs gebeurd is in de gemeente Cambrin (Pas-de-Calais.) Een bejaard jongman, wiens spaarzaamheid goed bekend was, de heer Dewailly, was overleden. Hij had bij testament al de leden zijner familie tot in den vijfden of zesden graad, als erfgenamen voor gelijke deelen aangewezen. Zij waren wel met zestig, en men oordeele over de ingetogenheid en de zorg welke zij besteedden aan de zoo ge wichtige daad van het lichten der zegels. Hunne teleurstelling was ongetwijfeld groot, want men werd gewaar, dat de erfenis niet het cijfer bereikte waarop de erfgenamen hunne berekening' gegrond hadden. Men trachtte dus door alle middelen eene uitlegging voor dit verschil te vinden, toen een der erfgenamen zich eensklaps eenige aanbe velingen herinnerde, eertijds door den overledene 't geheugen zijn blijven hangen, al durven we nu niet beweeren ze geheel juist weer te geven. Deze regels kwamen ons voor den geest met de smartelijke herinnering, hoe dat boekje ook al van meest alle scholen verbannen is en 't bevatte toch zoo veel en velerlei en 't was toch geene liografie van mannen van wapenen. Een paar vorsten, een paar zeehelden en overigens staatslie den en geleerden en de eenvoudige stichter, wiens stichting van hem thans wel tot de onbekende dingen belmoren zal, de stichter der Maatschappij, kwamen er in voor en 't was een boekje, geheel en al in den geest der tegenwoordige schoolwet die den onderwijzers beveelt onze jeugd op te leiden tot alle maatschapkelijke en christelijke deugden Deze regelen kwamen ons voor den geest, terwijl we erkenden dat hetde bedoelde Maatschappij was die in haren toenmaligen toestand en wijze van werken, door dc verspreiding harer geschriften en het bestaan harer departementen zulk een gezegenden gedaan. Men had opgemerkt, dat deze altijd met eene ongeruste bezorgheid het schuren der vloeren gade sloeg: „Giet geen water onder de koffers/' herhaalde hij altijd, en hij hield er de hand aan dat dit niet gebeurde. Hier moest stellig eene reden voor zijn. Wat mocht hij aldus beschermen? Er werd besloten opdelvingen te doen en de veldwachter werd er mede belast. „Hier is de schat"riep de man uit na eenige piekslagen, en inderdaad, hij had een hard voorwerp geraakt, dat hij voorzichtig opgraafde. Het was een zeer oude aarden pot, welke 4,300 fr. aan vijffrancstukken bevatte. Men gaf zich eerst over aan al de vreugde van dergelijken vond, maar hield er zich niet bij. Op voorstel van een der zestig werd het gansche huis opgebroken. Een tweede pot bevatte 4300 fr. in goud en zilvud^PSWe blikken doos werd gevonden met eene gelijke som, en de geheele uitslag' der opzoekingen bracht nagenoeg elf duizend francs op. Men zal niet zonder verwondering' vernemen dat de man, die aldus zijn geld verborg, en welke eene gezamen lijke fortuin achterliet van SO,000 francs zich be roofde van alle levensgenoegens en zelfs niet ge noeg durfde eten. Hij had overigens aan niemand het geheim van dit verborgen geld toevertrouwd, en zonder een wezenlijk toeval kon het langen tijd bedolven gebleven zijn. ENGELAND. In de eerste algemeene jaarlijksche vergadering der leden van de Nederlandsche Yereeniging te Londen, den 24 Januari jl. gebouden, werd eene commissie benoemd, belast met de organisatie eener nationale feestviering der Nederlanders te Lon den, zoo mogelijk in geheel Engeland, op 12 Mei a. s. ter gelegenheid der 25-jarige regeering van Z. M. den Koning. Deze commissie, bestaande uit de heeren J. Bolle, C. W. Groos, F. Ivoch, Th. Roelvink en P. van der Willigen, heeft zich thans met eene circulaire gewend tot de Nederlanders te Londen en in andere steden van het .Yereenigd Koningrijk. Ecu bepaald plan van feestviering kon de com missie nog niet aanbiedenzij wil zich voorloopig vergewissen in hoever zij op de materieele onder steuning der Nederlanders in Groot-Brittannie rekenen kan. Binnen kort zal zij eene lijst ter teekening aanbieden. Naar men uit Londen verneemt, zal eene depu tatie van Eugelsche protestanten zich naar Ber lijn begeven, om keizer Wilhelm dank te betui gen voor zijne belangstelling in de meetings in St.. James-Hall en Exeterhall en bem tevens bare sympathie te doen blijken ten opzichte der ver gadering, onlangs ten raadliuize te Berlijn ge houden. ITALIË. Het te Florence gevestigde hoofd comité der Waldenzen heeft op een zeer goed gelegen punt aan het corso te Rome een paleis aangekocht invloed heeft uitgeoefend op de ontwikkeling met name ook der Zeeuwsch-Ylamingen en onder de zen voornamelijk op een harer waardigste zonen, een eenvoudig landbouwer. Wij bedoelen Jacobus Faro Zijn naam heeft ten onzent nog een goeden klank. ITij was een beschaafd landman; geen boeren heer zooals men 't noemt, die grootendeels uit liefhebberij of anders uit speculatie- of ondernemingszucht zijn bedrijf beoefent hij was een kunstenaar een beschaafd mensch bijna uitsluitend, dank zijn uitmuntenden aanleg, door de natuur gevormd. Hij bevat het kenmerk der waarheid in zijne nederigheid en eenvoudigheid, die hem zelden noopten om in ruimen kring zijne talenten ten toon te spreiden. Hij beoefende de dichtkunst meest voor zich zeiven en den geliefden kring der zijnen, of voor die maatschappijen, waarvan hij door zucht tot kennis en tot nut van 't algemeen gedreven geen onwaardig lid was. Faro schetst ons in zijue persoonlijkheid zeer waarin eene school, eene bedezaal, benevens woningen voor den predikant en de onderwijzers vereenigd zullen worden. Dit is de tweede nati onaal—protestantsche gemeentewelke zich op eigen grond te Rome vestigt. Gelijk men weet, was het tijdens de Plaatselijke regeering aan de protes tanten in het algemeen, ook aan de buitenland - sclieverbodenbinnen de muren van Rome hunne godsdienstoefeningen te houdenen alleen het Pruisische gezantschap had in der tijd de vergun ning' verkregen, om in het paleis Cafrarelli eene kleine koppel in te richten. Thans echter bestaan te Rome reeds tien Italiaansche protestantsche volksscholen die door meer dan 700 kinderen bezocht worden en voor de Engelsch-Amerikaansch protestanten, die vroeger gedwongen waren hunne godsdienstoefeniugen buiten de poorten te houden, zijn thans in twee centrale wijken der stad zeer nette kerken in aanbouw. De nog niet opgeheven kloosterorden, zegt Popoio Romano, hebben bevel ontvangen om de helft harer leden uit Rome te verwijderen, even als men in oorlogstijd, om levensmiddelen te spareu, vrouwen, kinderen en grijsaards uit bele gerde steden drijft. Het lot beslist en de aan gewezenen leggen de ordedracht af en kleeden zich als gewone wereldlijke priesters. De mcesten hun ner gaan naar het buitenland, anderen blijven in Italië en worden door de bisschoppen als pastoors, onderwijzers, enz. aangesteld. TURKIJE. Uit Pera wordt het volgende geschreven Sedert eenige dagen bevinden wij ons in een toestand, die eene regelmatige belegering zeer nabij komt. Reeds in den aanvang dezer maand maakten aanhoudende sneeuwjachten het verkeer in de stad zeer moeilijkthans echter is in den nacht van 11 op 12 Februari een storm opge stoken, die zooveel sneeuw deed vallen, dat zij bier en daar 5 tot G voet hoog ligt. Nu is alle omgang afgesnedenhuurpaarden, rijtuigen, omni bussen, tramway en spoorweg' staakten hunne dienstensedert den 9 is de telegrafische gemeen schap verbroken en de beurs is gesloten, omdat geen telegram uit Europa de grondslagen mede deelt, waarop de speculatien kunnen ondernomen wordende meeste winkeliers, kooplieden en ban ken doen geene zaken, en wanneer de afsluiting nog eenige dagen duurt, staat ons een honger snood te wachten. De vroegere meel-magazijnen aan den Bosporus bestaan reeds lang niet meer, omdat het onzinnige recht op het binnenlandsch vervoer den graan- en meelhandel van de pro vinciën met de hoofdstad onmogelijk maakt, zoo dat deze uitsluitend haar voorraad uit de havens aan den Donan en Odessa verkrijgt. Deze havens zijn nu echter dicht gevrozeu. Uit Smyrna Be kir, Erzerum en andere plaatsen in de provinciën komen evens berichten, waarin van een buitengewoon strengen winter gesproken wordt. wel het beeld van ons zich ontwikkelend volk. In zijn tijd zag het er hier nog betrekkelijk donker uit; men bewoonde ruime, doch donkere en koude woonhuizen, zeer schaarsch van huisraad voorzien; men sliep in afgetimmerde met gordij nen (deze behoorden tot de hooge weelde voorziene bedsteden men stookte op een openen haard en het werd spreekwoordelijk waar dat men onder de hooge schouwe van voren verbrandde en van achter bevroos. Als we soms nog even den blik slaan in de inventarissen van roerende goederen van liet eind der vorige en het begin der tegen woordige eeuw en dan weten, dat de eigenaar van dat boedeltje soms eene hofstede met land en zand bezat, of aanzienlijke kapitalen rentegevend en vrij zeker had uitstaan, dan verbazen we ons over zooveel eenvoud bij zooveel rijkdom. De biblio theken onzer vaderen waren spoedig geteld en dezer inhoud kon men op de vingers weergeven een bijbel, vaak een net gebonden foliant; een Cats hier even eens in folio; ginds een lusthof des

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1874 | | pagina 2