NIEUW- El ST. J90SLANC, 1QIIEI-SHSPW IA(1KZONDEN STUKKEK MARKTBERICHTEN. Advertentien, Openbare Verknoping EENEN VOLLEDIGEN positie was ook de zotste, waariu immer een impressario kan geraken'. Zijne muzikanten waren er, zeide hij, maar de muziek was, door wiens schuld dan ook, blijven liggen. Hij trachtte zich zoo goed mogeb'jk te verontschuldigen, stelde voor in stede vae een concert een bal te organiseeren, en beloofne in een later te geven concert, het zelfde programma te zullen opvoeren. Gemompel en applaus, teleurstelling en vreugde was het gevolg van zijne aankondiging. Men valle echter den verdienstelijken StumplF niet. te hard over cene vergissing, die waarschijnlijk de eerste in de muzikale wereld wezen zal en voor hem wel het allerpijnlijkst was. Onlangs kwam ons in handen een briefje der predikbeurten in de Nederl, hervormde kerken alhier gehouden op den 20 Februari 1-171, den dag van het Tweede eeuwgetijde van Middelburg's verlossing. Eene meerdere bekendmaking er van is dezer dagen niet ongepast. Het luidt aldus: Ter gelegenheid van het vieren der Tweede Eeuwgetijde wegens de Verlossing van de stad Middelburg, van onder de dwinglandij van het Spaansche Juken overgaaf aan den eersten Grondlegger onzer Vrijheid, de Doorluchtige Prins Willem de Iop Zondag nademiddag den 20 Februari 1774; hebben bij die plechtige gelegen heid, Gepredikt in de Oude Kerk. Air. Boitet, over Jezaia 474. Nieuwe Kerk. Air. 's Graven- zand e, over Psalm 105: 1. Choor Kerk. Air. A an der Sloot., over Psalm 124. Oost Kerk. Air. Bruistens, over Lucas 168 en 09. Vismarkt Kerk. Air. Reitsina, over Deutr. 76 tot 10. Vervolg dor voorlezing van den heer de Beuekere over de wisselbouw. Als ge de potascli leunt aanvullen is het geen onvoordeelige vrucht; dan, zij is peper, duur, houdt hem dus in uwen grond in waarde. Doch het is waar, wij spreken over de Palatten, die wij zoo verwaarloozen, bezie maar eens hoe hij beteelt wordt. Hij wordt op rijen alhier verbouwd; voor plan ters neemt men kleine poters, waarvan men in vroeger tijd een klein stukje af nam, omdat men zeide, dat hij dan beter rotte, want weet, vrienden! een goede aardappelstruik moet bij het uit doen een rotten, hollen aardappel vertooaeu. Thans is het zoo ver gekomen, dat men voor de nieuwe plant maar kleine neuzen meer over heeftalzoo gunt men de nieuwe plant geen voedsel, want de aar dappel is voor de nieuwe plant, even als de dojer en later het wit voor het kuikenhij wordt met het meel des aardappels in de eerste levensperiode gevoed, de pas geplante aardappel (bezie zulks maar eens) verliest al spoedig zijn zetmeel en wordt glazig, dus het meelgehalte in denzelveu verdwijnt.. IIoc grooter het kieken in het ei wordt, hoe meer de dojer door hetzelve opgeno men wordt; eindelijk wordt ook het wit in dojer veranderd en als een zak voedsel in den buik van het kieken opgenomen, waardoor het de eerste dagen zonder voedsel van buiten kan leven, want het zit in zijn buik. En nu, uwe aardappelplant ontkiemt en groeit op zonder in den eersten levenstijd het noodig voedsel te erlangen; hij roept de natuur uit al zijne macht te hulp; groeit, bloeit, zet bollen, rijpt zaad, dus wat gebeurt ten laatste?als uwe kleine poters gevormd worden, begint het zaad voedsel uit de plant te trekken en uw poter wordt nooit meelrijker. Wilt gij dus uwen poter, ja al uwe aardappelen meelrijker hebben, plukt dan de bloemen uit; ik verzeker het D, gij zult wat meer en betere aardappelen uit doen, het zal uwe moeite goed beloonen; al was het, dat het jonge lui deden, het is geen zwaar werk, zij krijgen daardoor handigheid, werkzaamheid, en leeren nadenken over nuttige zaken. Nu, gij plautet reeds een ziekclijken, verminkten poter, want gij behieldt nog het grootste gedeelte voor uwen schrapigen pot: daarenboven had gij hem reeds laten broeien, waardoor hij teil koste van zijn zetmeel, loten of schoten voortbracht, die moesten afgetrokken worden. Gij plantet daar enboven nog maar een stuk van eenc andere gelijke plant, (want het was uit geen zaad, de natuurlijke stamhouder der plant, waarmede gij voorttceldet,) dus ergo, langzamerhand hadt gij eene zwakke, ziekelijke oude aardappelplant gekregen, die een maal als al het levende, moet wederkeeren tot de aarde. Waar zijn uwe oude smouters, uwe bloeme- kens zaailingen gebleven'? die soorten zijn verdwe nen. Dus volgehouden, aardappels uit zaad geteeld, aardappels en zand overgebracht uit hun oorspron kelijk vaderland, alwaar alles medewerkt cm daarvan eene krachtige plant te vormen; telkeis de soorten vernieuwd ook door verwisseling van bouwland, dat op de opbrengst van de aardappelen een allerguns tigs ten invloed uitoefent. Stappen wij van dit nuttige gewas af, na ïnededeeling te hebben gedaan, dat het uit Peru in Europa en wel in Spanje in 1588 is ingevoerd en in het begin cler achtiende eeuw reeds alge meen iu Nederland bekend was; dat het een kloeken, niet al te veel bemesten grond wil om een smakelijk gewas op te leveren; dat men voor eene goede teelt flinke, gezonde aardappelen moet kiezen; dat de grond goed omgebouwd en rijk aan potasch moet zijn; dat de rijen niette dicht mogen gezet worden, immers de lucht moet vrij rond het loof kunnen suisen, opdat cle plant sterk zij, tegen dat zij zooveel moet wegleggen in de knollen. Door zoo te handelen, door zoo de natuur te volgen is het mogelijk langzamerhand de bestaande aardappelziekte uit te roeien. Ook bij andere planten nemen wij dit ver ouderen waar. De Abrikoos b. v. begint ook al te verkankeren en tc verdorren; hij is ook al afgeleefd. Eenmaal in zijn nataurlijk vaderland Armenië onder al die omstandigheden uit zaad of pitten opgegroeid, welke hem tot zijne volkomene vorming daar plaatste, is hij over jaren naar Europa overgebracht; inen is hem gaan cultiveeren, enten, oculeeren, ja zelfs op pruimenstammen om hem toch maar weel derig te doen opgroeien. Dan, de zaak verbetert er niets mede, wij zien het, de abrikoos verkwijnt, en zoo lang wij niet weder terugkeeren naar het Vaderland der Abrikozen om nieuw bloed, zoo lang zal deze vrucht, of boom kwijnen en vóór tijd sterven. De groote Schepper toch koes eenmaal voor elke plant, voor ieder dier clie plaats der aarde, waaronder het zand de krachtigste type van het onderwerpelijke wezen kon ontwikkelen. Die voort- teeling door zaad is de eenige wijze weg, die de natuur voor ons oog heeft weggelegd. De kunst vermag veel, maar ziet het blijven kunstgewrochten, eeuwig van die der natuur te onderkennen; zij kwijnen en verdwijnen. Bij de Canada Populier nemen wij iets derge lijks waar. Na zijn invoer voor omstreeks honderd vijftig jaren is hij altijd door stekken, poten voortgeplant. Iedere tak, iedere poot heeft eenmaal toebehoord aan die eerste stek; het is nog dezelfde boom, schijnbaar door jonge loten verjongd, maar wat zien wij? Hier en daar sterven geheele massa's populieren uit; elders worden zij al$ broos; de kleinste bries, die in den zomer opsteekt, ontrooft hem van al zijne zware takken en kruinen, en hij staat daar met zijn kale kruiu zonder tooi, tot dat de bijl ten laatste zijn doodelijken slag toebrengt. Waar is in liet land van Kadzand de oude boerenpcer gebleven en boe is het met de oude Elizabethen? Bezie ze daar treurende staan, die pronkvrouwen der boerenerven, de hoop der jeugd tegen den oogsttijd! Ja wel! zij zijn oud en afgeleefd. AI. GRAANMARKT TE AARDESBURGr. VERKOOPPRIJS PER HECTOLITER DINSDAG, DINSDAG, 10 Feb. 1874. 17 Febr. 1874. Tarwe ƒ12.50 a 13.20 ƒ11.75 hf 13.30 Rogge 9.50 a 9.75 9.40 a 9.60 Wintergerst 8.50 a 8.75 8.60 a 8.85 Zomergerst 7.60 a 7.75 7.45 a 7.7 5 4.70 a 5.00 4.70 a 5.10 Paardeboonen 7.50 a 8.00 aa i, Erwten a a Koolzaad na a Schokkers „10.—an.— ira a Aardap. p. 100k. 3.75 a,/ 4. a 3.75 a 4. OOSTBURG, IS FEBRUARI 1874. De aanvoer van granen in het algemeen was heden zeer voldoendedoch van Haver en Erwten weder kleinterwijl bovendien het aangevoerde van" deze artikelen meest van geringe qualiteit was. De vraag was tamelijk levendig zoowel voor GerstHaver en Paardenboonen(een en ander in goede qualiteit) en de prijzen bleven daardoor volkomen dezelfde als vorige week. In Tarwe ging de verkoop zeer traagworden de, voor de afwijkende soortwaaruit het gros van de aanvi er bestondveel te hoog gevraagd. De besteedde prijzen waren voor Tarwe f 13,50, f 13,f 12,a f 10,25. Rogge f 10,a f 9,25. Wintergerst f S,90, f 8,80, f 8,70 a f 8,50. Zomergerst f 8,a f 7,60. Haver f 5,25, f 5,f 4,70 a f 4,50. Paardenboonen. f 8,75, f 8,50, f 8,— a f 7,75. Erwten f 10,50, f 10,— a f 9,25. 3 R 0 0 D P B EJ Z E SLUIS. Tarwebrood fijn het Nederl. pond. 0.24 Idem grof 0,15ys Roggebrood 0,123_/2 Aroor de vele bewijzen van belangstellingbij het overlijden van onzen beminden broeder GERRIT ondervondenbetuigen wij enzen hartelijken dauk. Sluis, Eebr. '74. Uit (dier naam- DU BURCKPOST. IX I)E GEMEENTE op de hofstede genaamd //Broederslnst"in pacht bij den heer A. BLIEK, oud Burgemeester dei- voornoemde gemeente X>iii&«d.a g- S4 IPe'braiaiAi T des morgens ten 9 uren teu overstaan van den Notaris L. L. WOUTERSEN van bestaande in14 PAARDEN van 1 tot 16 jaren, 11 MELKKOEIEN, 8 kalfdragëhde VAAR ZEN 5 jonge VAARZEN5 KALVEREN4 VARKENS voorts 4 WAGENS met toebehooren, 2 KARREN, 6 VOETPLOEGEN3 Waalsehe PLOEGEN12 IJzeren en 8 bonten EGGEN in soort4 SLEDEN1 MOLBORD, 2 HOL BLOKKEN, 1 SNIJ-MOLEN, 1 PEENMOLEN, 2 GEES8ELSTEENEN, 1 TARW-PAARD, eene DORSCH-AIACHINE met tredmolen voor twee Paarden2 WIND AIOLENS en verdere LAND BOUWERS-, MELKERS- en ZpLDERGE- REEDSCHAPPEN enz.

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1874 | | pagina 3