Nu. 5.
Vijftiende Jaargang'.
A". 1874.
HEWS- El ADVERTENT3EBLAD VAM WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAAIDEBEI.
REIRAMEMEM'
VERWAARLOOZIXG ZÏJAËR BELANGEN.
Politiek Overzicht.
SMiMlSlBilJ
Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag. Prijs Advertentiënvan 1 5 regels f 0,75 elke regel
Prijs per drie maanden voor liet voormalig 4de district V,.[ jfl o o* 1 Tqnil 'I daarboven 0,1273.— Groote letters naar liet getal gewone
Zeeland/1,15; voorde overige plaatsen des liijksfranco J O regels die zij beslaan,
per post 1,30. Afzonderlijke Nummers f 0,05.
Ingezonden Stukken en Brieven, de lied actie betreffende, benevens Advertentiën en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten,
te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles PB AN CO.
EN DE
Is er wel ooit eene stem uit Zeeuwsch-Ylaaii-
deren opgegaan tegen het gebruik van en het
doel waartoe in de laatste jaren reusachtige
sommen aan midden Zeeland zijn besteed?
Ilebben we er ooit over geklaagd dat Ylis-
singen, Middelburg, Goes, Bergen op Zoom,
BredaDordrecht en Botterdam door een Spoor
weg met elkander verbonden zijn
Hebben we ons niet verheugd toen het Minis
terie een einde maakte aan den toestand, betref
fende de indijking" der op en aanwassen
in de Ooster-Sehelde en krachtig de hand sloeg
aan de afdamming van dezen stroomarm niet alleen,
maar ook aan het graven van het schoone kanaal
door Zuid-Beveland
Hebben wij de laatste werken niet met al onze
macht voorgestaan en gewezen op den triomf door
den Nederlandscheu waterstaat behaald?
Juichten we de'overbrugging onzer rivieren, met
name hij Kuilenburg en Moerdijk, ofschoon er
millioenen mee gemoeid waren, niet van harte toe
Steeg dien jubel, ook ten onzent, niet nog
hooger bij de afdamming van het Sloe en het
voltooien van het kanaal door Walcheren?
Zijn al die reuzenwerken niet voltooid ook
met dc offers door Zeeuwsch-Vlaand eren zonder
tegenstand gebracht, ofschoon zijne belangen daar
bij slechts zeer oppervlakkig betrokken waren
Hebben wij zelf, waar men eindelijk aan onze
langdurige smeekingen en vorderingen gehoor gaf
en inwilliging schonk, voor ons uitwateringska-
naal, ons aanzienlijke offers moeten getroosten,
met behulp zelfs van de meest kleingeestige be
cijferingen, onschotbare gronden belastende, ver
kregen
Is ooit een toon van afgunst of naijver onder
ons aangeslagen, waar we waarborgen en hulp
zien geven voor Anisterdamsche en Botterdamsche
waterwegen, waarvan de einduitkomsten in 't
duister liggen
Eindelijk, hebben de ingelanden der Watering
van Kadzand, die aan het begonnen kanaal
eigenlijk geene groote behoefte hadden en nog
jaren lang gebruik hadden kunnen maken van
hunnen ouden waterweg, geen voorbeeld gegeven,
dat ze 't algemeen belang boven het bizondere
wisten te stellen
Tal van vragen, niet waar?
Welnu dan hebben wij ook vrijheid om,
waar we ten onzent getuige moeten zijn van eene
uiterst bekrompen handelwijze ten onze opzichte,
ook eene vraag in ons belang te stellen, en
wel deze:
Waarom is Betrauchement bij de graving van
het uitwateringskanaal kleingeestig, wegens gebrek
aan eenige duizende guldens (en daarom noemen
we 't schandelijk, van wie ook 't feit veroorzaakte)
van zijne haven beroofd en waarom heeft men niet
een hand vol gelds voor die beroofde gemeente
over, om haar minstens eene veilige aanlegplaats
voor het lossen en laden van vaartuigen te ver
schaffen. Heeft Betrauchement er wel recht op
A ast en zeker. ;t Is waar, de natuur heeft er
haar van beroofd, doch daarvoor schonk de natuur
haar vruchtbare korengronden. Haar Neen ande
ren. Betrauchement heeft van al die bedijkte
schorren geen ander voordeel dan eenige ellendige
opcenten op de grondbelasting in 't verschiet.
Zie, zulk eene verregaande bekrompenheid doet ons
pijnlijk aan
Gaan we even de geschiedenis na(het ontstaan
van Betrauchement, eigenlijk Gadsaudria in dc
nabijheid van ter Hofstede, hebben we reeds ver
meld.) Het thans bedijkte Zwin, van de Paarden
markt tot in de nabijheid van Sluis, was ontstaan
door het doorbreken eener met duinen bezette
landengte, die de bloeiende landstreek de Paarden
markt (misschien wel naar hare hoofdvoortbreng
selen der veeteelt dus genoemd) aan het voorheen
twee a drie uren breedere Vlaamsclie strand hechtte.
De duinen, door stormen geteisterd, verstoven (dit
is een geschiedkundig feit door ons nog niet lang
geleden ontdekt) en de Oceaan scheurde het
district van Kadzand (wellicht de oude pagus
Tïessandriavan den Ylaamschen wal en het
jongere Zwin was gevormd en tot een kostelijken
handels,-en scheepvaartsweg gebracht, waaraan Sluis
en Betranehement (om van andere plaatsen der
Zwinstreek niet te gewagen) een groot gedeelte
hunner welvaart dankten. Ter beveiliging van
dezen waterweg werd het sterke Betrauchement
aangelegd. Betrauchement had onder 't fort Oranje
eene veilige scheepsreede en onder 't fort Nassau
eene zeer geschikte kil of havenkom; beide bezat
het nog in het derde tiental jaren onzer eeuw.
De verlanding ging van de Sophiapolder voort.
De Diomede werd bedijkt; nieuwe aanwassen
hoopten zich daarop, vooral waar de Aardeubur-
ger haven afgesloten was en deze als watergang
op de Oostsluis uitwaterde.
De kil voor Betrauchement verlandde, doch men
gebruikte de nieuwe kil aan de houten zeesluis
tot nog weinige jaren geleden. Na de bedijking
des Zwinpolders kwam weldra het overige aan de
beurt; we zagen den AVillem Leopold polder uit
de golven verrijzen. De staat kreeg aanzienlijke
bezittingen maar ten koste ook van Ketranclie-
ments havenplaats en nubij gebrek aan een
handvol guldens, waar ladingen guldens verworven
werden, blijft de berooving een feit!
Wij vestigen er de aandacht op van wie 't
aangaat
Wij roepen den Minister van Muaïitien toe: dat
is verkeerde zuinigheid
Nu op, ingezetenen! en Uwe rechten aangetoond,
want met Betranehement zijne haven te onthouden
benadeelt men tevens den geheelen Zuidwesthoek
van het Zwiugewest van Kadzand tot Eede!
12 Januari.
Het verledene bracht ons de volgende tijdingen:
Tengevolge van een onver wachten aanval dei-
oppositie, stelde het Eransch Ministerie zijne por
tefeuilles ter beschikking van zijn kind Mac Mahon,
die ze voorshands niet aangenomen heeft.
Zie hier hoe de mededeelers verder redeneerden:
De Nationale Vergadering heeft hare werkzaam
heden weder begonnen. Na de aanneming van
verschillende wetsontwerpen van ondergeschikten
aard, zooals b. v. dat omtrent het opera-gebouw,
zijn de beraadslagingen betreffende de maire-wet
geopend.
Een levendige strijd ontstond onmiddellijk
hieruit. Een afgevaardigde van de uiterste rech
terzijde, de Eranclieu geheeten, toonde de reeds
van den aanvang af bestaan hebbende geschillen,
tusschen de zuivere legitimisten en de tot trans
actie gezinde royalisten aan, en verzocht daarom
deze exceptioneele wet uit te stellen, totdat dc
kamer ge-roepen zou worden, eene volkomen wet
betrekkelijk de gemeente organisatie te behandelen.
Dit voorstel wekte natuurlijk den wrevel op
van den Miuister de Broglic. Hij bestreed het
dan ook heftig, doch niettegenstaande hij al zijne
welsprekendheid in 3t werk stelde, moest hij de-
treurige ervaring opdoen, dat de meerderheid, na
twee achtereenvolgende pogingen met zitten en
opstaan, zoo twijfelachtig was, dat de voorzitter
ze zonder resultaat moest verklaren. Een stemming
alsnu noodzakelijk geworden zijnde, verzochten
de voorstanders van het voorstel dat deze geheim
zoude zijn en hoofdelijk zou worden afgenomen,
opdat zoodoende geen enkel stembiljet zou kunnen
worden ingeleverd uit naam van een of ander niet
tegenwoordig zijnd lid. Daar deze eisch niet
tegen het reglement streed, moest men er zich
wel aan onderwerpen. Doch toen de heer Haent-
jes, om de uitwerking van dezen maatregel te
verminderen, voorstelde, om de stemming tot de
zitting van morgen te laten voortduren, kwam de
heer Crévy, met al de autoriteit die hem zijne
hoedanigheid van oud-president der Nationale
Vergadering gaf, hiertegen op en zeide, dat dit
tegen alle mogelijke voorschriften in zou zijn. Na
een lang en verward debat hebben de ministe-
rieelen eindelijk moeten toegeven en zich aan het
reglement onderwerpen. De stemming had dus
plaats en de uitslag was eene besliste nederlaag
voor het Ministerie. Met 26 S tegen 226
stemmen besloot de Kamer de beraadslagingen
omtrent de wet op de maires te verdagen.
Blijkens een in het Journal Officiel voorkomend
bericht, hebben al de Ministers, naar aanleiding
van den uitslag der stemming in de kamerzitting-
van 8 dezer, hun ten antwoord gegeven, dat hij
er niet toe kon overgaan om dat ontslag dadelijk
aan te nemen, maar zich voorbehield het in over
weging te nemen. De Ministers behouden dien
tengevolge het bestuur hunner departementen,
tot dat Mac-Mahon een besluit genomen heeft.