NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
N". 93.
Veertiende Jaargang
A" 1873.
VARIA
VOOR DE LANDBOUWERS M VEEHOUDERS.
SMlSCiiWMBM»
Dit Weekblad verschijnt iedereu Dinsdag eu Vrijdag. Prijs der Adverleutiën van 1-5 regels 0,75 elke regel
Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de district van VriirljAO* TVn-ir daarboven ƒ0,1"2'/2. - Groote letters naar het getal gewone
Zeeland 1,15; voor de overige plaatsen des Rijks, franco J O blUV# regels die zij beslaan,
per post ƒ1,30. Afzonderlijke Nummers 0,05.
Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreflende, beuevens Adverleutiën en gewone Berichten ot Mededeelingen van Correspondenten,
te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO,
Wezen we in ons vorig opstel op oor
zaken en verschijnselen waaraan menigeen
zoo oppervlakkig niet zou gedacht hebben
we zouden dat onderwerp nog tot in het
oneindige kunnen uilbreidende slof is
bijna onuitputtelijk en, men weet heteen
onderwerp mag niet uitgeput worden.
Uit het voorbeeld der beschrijving van
de uitgeputte, lot een woestijn geworden
kuustgordel der Zuidelijke staten varr Noord
Amerika (in ons vorig nummer) hebben we
gezien, hoe de mensch zelf maar al te vaak
zich zeiven in 't licht slaat en benadeelt,
eene waarheiddie beide op natuurlijk en
zedelijk gebied in 'toog valt: de mensch
is zelf de schuld van ziju eigen ongeluk en
schade'
Wilden we 'I nog nader aanbinden we
zouden in onze eigene omgeving voorbeelden,
hoezeer de gierigheid steeds de wijsheid
bedriegtin menigte kunnen vinden. We
vragen bivoorbeeld. en onderwerpen ons
daarbij aan het oordeel van onze meest
gewone landbouwers, ziju de Sophia,
AusterlitzDiomedeenz. nog dezelfde
vruchtbare velden als, om niet te veel te
eischenover 25 a 30 jaren Immers
neen? Zij zijn op hunne wijze min of
meer uitgeput, lioe komt dal? t Antwoord
is weder eenvoudighunne krachten zijn
niet ondersteund. Zon Ier bemeting heeft
men jaren lang gezaaid en herzaai 1 en
ingeoogst. De rijke oogsten werden in
't openbaar verkocht eri het stroo, dat
voorname bestanddeel voor de slalvoeding
en de mestvaalt, ging verloren voor ons.
Thans moet men krachtig mesten terwijl
waren de polders van t begin af ondersteund
gewordende bemesting thans minder zou
kosten dan nu 't geval is.
Maar die polders waren in concessie bij
vreemden? Juist, we wijten de behandeling
Ook volstrekt niet aan onze landlieden, inaar
wij gebruiken het feit als voorbeeld en
waarschuwing voor de toekomst. De Eli
zabeth, Thomaes, Zwin cn Willem Leopold
zijn pas bedijkt eu niet in concessie, en
aldaar kan het kwaad dus voorgekomen
worden en kan men uit het verledene leeren.
Hoe meer wij over ons gewest en zijne
bevolking nadenkenhoe meer wij l be
jammeren, dat door onkunde van allen,
door achteloosheid op het wetgevend gebied,
door gebrek aan onderzoek eu proefneming
bij velenonze werkkrachten door land
verhuizing verloren gaan en onze velden
niet zestig vond ten minste opleveren.
Wij moeten echter nog een oogenblik
stilstaan hij de beruchte beetwortelen,
eigenaardig suikerpeeën genoemd en wensch-
ten wel, dat de wek, in het weekblad
Vooruil voor school en huis gegeven, beter
betracht werd en de nuttige kennis van
het plantenrijk meer beoefend werd. Waarlijk,
goedgunstige lezer! er is voor den landman,
voor den arbeidervoor den jongeling en
zelfs voor het meisje geen aangenamer
studie, dan dio van het groeiend rijk en er
is geene wetenschap meer geschikt om
populair gemaakt te worden dan juist deze.
Wij kennen er uit eigen ondervinding
geene, die meer de geringe moeite ea
inspanning, aan hare beoefening verbonden,
loont dan deze.
Men beginne maar-men beginne met
bloemen, die liefelijke kinderen der natuur,
die echte zedekundigen in de natuur. De
grijze oudheid vermeld reeds mot hoogen
lof van een barer beoefenaars, bij uitne
mendheid de wijze Koning genoemd, dat
hij schreef van den hysop die aan den
wand wast tot aan den ceder van den
Libanon. Men weet, hoe hij zich in de
bergstreken van Palestina landelijke ver
blijfplaatsen stichtte en met hoeveel voor
liefde hij gewaagt van Karmels en I.ibanoas
hoogten en valleijen I
Dan, wij mogen niet dweepen, dus tot
de werkelijkheid. Onder de vele famiiien
van planten speelt in 't menschelijk leven
de familie der Melden of Ganzenvoeten eene
groote rol. Toen we dit onlangs een
geacht landbouwerszoon vertelden, was de
eerste vraag eene belijdenis van onkunde.
Melden! Melden wal zijn dat? En toen
ik hern vroeg kent ge dan onze bekende
Mille nietdie om haar zacht voeding
ondersteunings vermogen door velen boven
de meer zware spinazie verkozen wordt en
die men gewoonlijk in de tuinpaden of
langs de randen der bedden plaatst? Nu
ja, die ken ik wel, maar we spraken over
suikerpeeën? En hij zette een paar groole
oogen op toen ik hem verleide, dat die
suikerpeeën en onze gewone zachte geel
achtig groene Mille tot eene en dezelfde
familie, die der chenupodia, eeën of Ganzen
voelen behoorden eu hij vroeg mij om een
overzicht dier familie. Ik zei hem, dat ik
er hem eenige soorten van wilde opnoemen,
juist om de verscheidenheid die ze aanbiedt
en zoowel schadelijk onkruid als hoogst
nuttige planten bevatte, die allen dit ge
meenschappelijk kenmerk hebben,, door dat
zij veelal hoogst onaanzienlijke, groenkleu
rige bloemen dragen.
Hij had moeite om mij geloof te schenken
toen ik hem zeide, dat daartoe ook de
zeekoraal of zoutcrik behoorde. Doch genoeg,
voor ons oogmerk herinneren wij, als tot
deze familie behoorende, de meest bekenden:
De zeekoraal, de Tuin melde,bloedroode
en gele,de Luismel, een zeer lastig onkruid
dat eene ongeloofelijkc hoeveel zaad oplevert,
de winter en zomer Spinazie, de Snijbiet. die 't
bekende zwitsorsch moes levert, de donker en
lichtroods biet, kroot of karate, dc gewone
en de suikermnngelwortel, de laatste sedert
den Franschen tijd in 't vergeet boek geraakt,
doch thans weder zoo bekend, dat ze onder
ons,en daaruit kon men oordeelen hoever
hare teelt reeds verspreid is vele namen
draagt, als die van Mangelworlel, Suikerpee,
Betteraven, Beetwortel, Beeten, Roobeelen
(verbastering van Boode Beeten) enz. Na
de hervoering onzer onafhankelijkheid en
de teruggave onzer koloniën, waarin zoo als
men weet, de teelt van het suikerriet op
groote schaal wordt uitgeoefend, raakte de
beetwortelteelt, onder Bonaparte ingevoerd,
hier in 't vergeet boek; doch in Duitschland
en Frankrijk bleef ze bestaan en zijn in die
beide landen honderd duizenden hectares
met dat gewas bezet, deels om de bestaande
voordeelige suikerfabrieken in stand te houden,
deels om de groote hoeveelheid beesten
voeder der uitgeperste wortels, dat zeer goed
koop verkregen wordt. Dan ziet, dit maakt
juist de teelt van dit gewas zoo diep ramp
zalig voor Zeeuwsch Vlaanderen wij hebben
geene suikerfabriekende hier geteelde
wortelen worden uitgevoerd en het goed-
koope, voedzame, raestlevereude beestenvoed-
sel gaat mede uit het land!
Door voordeel voor enkelen uitgelokt,
neemt men hier de teelt ter hand en de
kinderen zullen eenmaal boelen voor de
zonden der vaderen in deze bedreven. De
beetwortel put vooral den ondergrond uit,
dien grond, die zoo hoog noodig is voor
de teelt van tarwe en andere meer edele
gewassen. Kweekte nu dé landbouwer zijne
beetwortelen slechts onder voorwaarde dat,
al maakte hij er dan eenigszins minderen
prijs voor, dat alle afval naar zijne hofstede
wederkeerde, trachtte hij de uitputting door
zware kunslbemesting maar te voorkomen,
bewerkte hij zijne gronden maar met de
noodige en geschikte werktuigen, dan ware
het kwaad niet zoo erg, maar hij geeft alles
weg voor veel geld en besteelt bij voorraad
zijne nakomelingschap on de geheeie maat
schappij. Om met goed succes beetwortelen
voor den verkoop te leeten en het land zoo
min mogelijk uit te putten, komt het erop
de bemesting eu bewerking hoofdzakelijk
op aan. De grond moet alle minerale
bestanddeelen terug ontvangen; de grond,
vooral de ondergond, moet in genoegzaam
vruchtbaren staal verkeeren; de bemesting
moet voor den winter plaatshebben en men
moet bij voorkeur stalmest met beendermaal
of superphoxpliaat gebruiken. De omwer
king van den grond door den ploeg moet
35 tot dO centimeters (Nederlandsche dui
men) diep gaan. Iu Frankrijk b.v. is men daarvan
zoo overtuigd dat men er een opzettelijke»
ploeg voor vervaardigd heeft, Revolution of
omwenteling genaamd.