VARIA!
BEURSBERICHTEN.
misschien kon do Minister van Financien deze
niet geven, daar de algemeene strafwetgeving
behoort tot den werkkring van den Minister van
Justitie.
Wij zullen dus hebben af te wachten, wat de
Minister van Justitie op dit punt zal gelieveu te
verklaren wauneer (gelijk wij durven verwachten)
bij de openbare beraadslaging de gelegenheid niet
xal verzuimd worden om naar het gevoelen van
dien regeeringspersoon in deze opzettelijk te ver
nemen.
Maar de Minister van Financien heeft zich met
te weinig woorden van de zaak afgemaakt.
Hoe? Het eenige middel van beteugeling dat
door belastingwetten zou kunnen wordeo aange
wendzou zijn de belasting op het gedistilleerd?
Is de patentwet dan geeno belastingwet? Werd
Zijne Excellentie niet bij adres van 24 Aug. 1872
door de Vereen, t. A. v. S.-d. (zie baar Jaarver
slag 1872, bladz. 4 en volg») uitgenoodigd om het
daarhenen te leiden, dat het tapperspatent, het
welk hier te lande gemiddeld ongeveer f 8.— zal
bedragen, aanmerkelijk mocbt worden verhoogd,
door de tapperijen in klassen te verdoelen en de
minste dier klassen te belasten met een palent
van minstens f 25.bij vooruitbetaling. Men
berekende dat de schatkistin weerwil eeoer ver
mindering van het aantal drankwinkels met drie
zevenden, dan nagenoeg f 200,000 meer van deze
soort van patentendie thans f 300,000 heetcn op
te brengen, zou ootvangeu
En wat daarenboven de groote vrucht hiervan
zou wezen voorde zaak der drankbeteugeling
men zou het overgroot aantal kleine drankwinkels
zien insmeltenvooral wanneer dezelfde belas
tingwet de bepaling mocht inhouden dat het
verboden is sterke dranken le verkoopen langs
den weg of ook, in winkels, tegelijk met andere
kleine neringen, groente- en fruitwinkels, water
en vuurverkoop kruidenierswaren- en borstel-
winkels, barbierwinkels en soortgelijke, alle welke
tapperijen bij ervaring bekend staan een zeer
verleidend aandeel le hebben aan de vermeerde
ring van het drankgebruik.
Zou het bovendien buiten het bereik der be
lastingwetten liggente bepalen welken graad
van alkohol de in tapperijen verkocht wordende
sterke, dranken niet mogen overschrijdenal
thans in de lagere klassen van tapperijen?
Zou dezelfde belastingwet niet kunnen vaststel
len een maatstaf ter bepaling van het aantal
drankpateotennaar verhouding van het cijfer
der gemeente-bevolking?
De Minister van Finantien houde het ons ten
goede zoo wij ons eindelijk niet kunnen ver-
eeuigeu mei het denkbeeld om door verhooging
van de belasting op het gedistilleerd het middel
te vinden om andere belastingen buiten schade
voor de schatkist, tot opheffing te kunuen voor
dragen.
Ons volk begint le rekenen hebben wij onlangs
geschreven, op grond der wenken, ons van eene
achtenswaardige zijde verstrekt, en in ons voor
gaand nummer is Ier toelichting van dat punt
eene enkele zinsnede (zie het hoofdartik „Aan de
Pers") iugeiascht, die inderdaad slof tot ernstig
nadenken ook uit het oogpuDt van belasting, ook
derhalve bij den Minister van Financiën, waardig
scbijut. Het is een aanlokkend middel om buiten
bezwaar, zooals men dit gelieft te noemen, van
de schatkist, deze of gene belasting te kunnen
afschaffen, als men cr geen weg op ziet om haar
door verbeteriug hare meest drukkende zijde te
ontnemen het is een aanlokkend middel alweder
meer en nog eens meer eene belasting als die
op H gedistilleerd te kunnen trekken, die den
fiscus niet iu aanraking brengt met den eigen
lijken verbruiker, doch klakkeloos een 35000 tal
onbezoldigde ontvangers (tappers) in dienst houdt,
die zooder borgtocht, veel meer aan den laude
opbrengen dan al de overige accijnsen te zamen,
die bovendien nooit op eenige fout in hunne
perceptie kunnen worden betrapt, maar de belas
ting die hunne kalanten zullen hebben te beta
len, den lande vooruit voldoen. Van daar
wellicht dat, ondanks de bestaande wetsbepalingen
op de vervalscbing van dranken en eetwaren,
geen enkele lapper in ons geheele land op de vingers
wordt gezien omtrent de hoedanigheid der dran
ken, die bij verkoopt, eene zaak waarbij de
openbare zedelijkheid, het publiek vertrouwen en
vooral de volksgezondheid ouzes inziensia
groote mate zijn betrokken.
De Minister van Financien schijnt in deze niet
geraadpleegd te hebben zijnen ambtgenoot van
Justitie; wij zouden dan wel een meer bepaald
antwoord vernomen hebben op het stuk der
strafwetgeving.
Maar heeft Zijne Excellentie willicht met zijnen
ambtgenoot van Oorlog gesproken? Wij betwij
felen het haast, ons herinnerende dat er, in open
bare tegenspraak met de bestaande algemeene
voorschriften, in de cantines van zekere kazer
nen. b. v. deu Haag, sterke drank getapt wordt.
Zou niet bij de patentwet behooren te worden
bepaald, dat geen palent bevoegdheid geeft van
verkoop van s.-d. in de kazernen
Hetzelfde beginsel zou in die belastingwet ver
dienen te worden aangenomen ten aanzien van
de stations der spoorwegen, de buffetten van
stoomvaarluigen, barges enz. en de tolgaarders-
woningeu langs opeubare wegen en vaarten.
Met ziet, de Minister vau Financiën heeft de
vraag wat de wetgeving, zelfs wat de belasting
wetten ter beteugeling van het misbruik van
sterken drank, bij eeDige goeden wil, en aan
dezen mogen wij bij ZExc. niet twijfelen, zou-
deu vermogen, slechts zeer vluchtig aangeroerd.
Had Zijne Excellentie tijd en gelegenheid kun
nen vinden om onze Volksvriend eens na te slaan,
wellicht ware dan zijn oog gevallen op de Uilvin-
ding-Haeck, en op de belangstellende aandacht
daaraan geschonken door deu Geneeskundigen
kring, afdeeling der Nederlandsche maatschappij
van geneeskunde, te Amsterdam; (zie Volksvriend
van 13 Maart en 15 Mei jl.) en ter zake waarvan
het hoofdbestuur zich tot den heer Minister van
Binuenlandsche Zaken heeft gewend (zie Volks
vriend van 23 Oct.) Indien toch, hetzij schei-
hetzij werktuigkundig onderzoek het middel heeft
leeren vinden om den sterken drauk to zuiveren
vau die vluchtige bestanddeelen, welke's naenschen
lichaam eu geestvermogens verwoesten, zijn
oulescbbaren trek naar meer teweeg brengen, en
hem het karakter van vergif bijzetten, waarom
zou dan niet bij do wet, bij de belastingwet op
het gedistilleerd, op straffe kunneö worden be
paald, dat geen andere alkohol als de volgeus dit
stelsel gezuiverde, tot drankverkoop of als drank
in den handel mag worden gebracht
Vgl. het Bijvoegsel der N. Rolt. Courant
van 4 dezer, bladz. 1, kol. 2.
In No. 89 (Bijvoegsel) der Zierikzeesche Courant,
lezen we Denvierde de Heer zijn
gouden bruiloft omringd door zijne vier dochters,
van welke drie hoofden vau huisgezinnen zijn,
hare echtgenoolen en 23 kleinkinderen.
Zoo dus: die echtgenoten zijn niet het hoofd
des huisgezins, maar wel hunne vrouwen eu die
echtgeoooten zijn reeds de grootvaders van 23
kleinkinderen
Waarlijk Zierikzeesche, die een glazen dak
heeft behoeft met geen steënen naar zijn buur-
maos dak te werpen.
En nog al een vraag: loeu die heer zyn gouden
bruiloft vierde zal zijne echtgenoote die zeker wei
mee gevierd hebben
Overal elders lees ik: denvierden de
echtgenooten en hun gouden bruilofls
feest; zou dit in Amerika anders zijn?
Er worden tegenwoordig 'wonderbare voor
beelden verhaald van de bizondere eigenschap
pen, welke het zoogenaamd Eau d'Anvers bezit
en van de frappante uitwerkselen, die het zoowel
op menschen als diereu uitoefent.
Zoo vertelde mij^zeker jager A. J. C., die voor
de waarheid instaat, het volgende voorval. Hij
had bet ongeluk, echter van achteren ingezien
het geluk, gehad vóór hij op de jacht ging
eene flesch Eau d'Anvers te storten op zijne
kleederen en weitasch. Toen hij nu alzoo gepar
fumeerd iu het veld kwam was het prettig om te
zien, hoe de hazen, door de honden opgejaagd,
niet trachtten het zoogenaamde hazenpad le kie
zen, maar door den aangeuamen geur gestreeld deu
jager gedurig naderden, wien het aldus niet
moeielijk viel deze dieren te treffen. Ziju jacht
was dan ook buitengewoonhij bracht op eeoen
voormiddag 26 hazen te huis zonder de menigte
patrijzen, sneppen, kwakkels enz. enz. welke
mede ep deu reuk wareu afgekomen. Jagers
voorziet u dus in 't vervolg vau het onmisbare
Eau d'Anvers.
PRIJS-COURAÜNT DER Eü'EECTEN.
AMSTERDAM 8 November.
Belgie.
Frankrijk.
Rusland.
Nederland. Certific. W. Schuld. 2'/2 pet.
0 dito dito 3
dito dito 4
«Aaud. H. Maalsch. 4%
«dito exploitatie Ned.
Staatsspoorweg
Certifi. bijRothschild. 2
Inschrijvingen .3
dito *5
Obligatiën 1798/1816. 5
Certific. ndm. Harab. 5
Oblig.Hope&C0.1855 5
6e serie.
dito f 1000 1864 .5
dito f 1000 1866 .5
Loten 1866 5
«Oblig. Hope C°.
Leening 18504%
«Certifi. dito .4
Inscript. Stieglitz
C°. 2e a 4e L. 4
«Obligatiën 1867-69.4
Certificateu6
Aand. spoorweg Gr.
Maatschappij5
Oblig. dito 4
68%
92
130%
103
99%
87%
98%
98%
246 y2
90%
47%
229
179%
was maar eene spraak over ons gewest namelijk,
dat het eeu gewest was zonder baakroetiers. En
gebeurde het al eens dat deze of gene zijuo be
talingen staken moest, dan was het alles behalve
een frauduleus bankroet.Gebeurde hel echter dat
er eeu enkele bankroet ging, dat was dit altoos
een der geüen, die op hotrp van winst van elders
Jol ons gekomen wareu. Maar die koortsen, die
sterfte onder de soldaten? Och, 'k zal 't U in
korte trekken melden. De Hollandscho soldaten
fk versta er onder de niet Zeeuwsche) stierven
oiet aau eene landziekte, maar aan 't overdadig
gebruik van onrijp ooft, waartoe ze onze boom
gaarden plunderden; aan 't gerbuik van rauwe
kille karneineHt als ze bezweet van de exercitie
kwamen; aan venuskwaleu, aan jeneverwoede, en
eindelijk aan onkunde der militaire geneeskun
digen, waaronder b. v. zekere Grameibaucr, zijn
naam maakt hem openbaar, die zich den welver
dienden naam van eierdoctor verwierf, omdat
hij in plaats van kinine als koorts werend middel
het gebruik van een paar doziin steen hard ge
kookte eieren aanbeval
Als we echter tcgeuwoordig ons gewest onpar
tijdig beschouwen, vragen we elkander af: hoe is
't mogelijk, dat eeuig vooroordeel zoo lang stand
heeft kunnen houden?
Als eene kenmerkende goede eigenschap onzer
ingezetenen moeten we vermelden, dat zij vau
hunne zijde altoos het mogelijke verricht hebben
om aan dergelijk vooroordeel nimmer voedsel te
geven, maar integendeel al het mogelijke dedeu om
hem door woord en daad tegen te gaan. De moe
rassige grachten en poelen werden gevuld en in
vruchtbare akkers herschapen; onze stadjes eu
dorpeu munten uit door zindelijkheid en netheid,
behoudens enkele uitzonderingen ten kwade, die
op het platte land vau Nederland en Gederland
regel zijn en in de groote Hollandsche sleden tot
het stadswezen schijnen te behooren.
In een woord wij durveu zeggen datze het land
van Kadzand en geheel Zeeuwsch Vlaanderen
der XIXo eeuw lot eere verstrekken, door gere-
gelden, gematigden en bezadigdeu vooruitgang op
stoffelijk en zedelijk gebied.
't Is waar nieuwmodische vrljheidskraaiers
nieuwigheid zoekers, hoog verlichte, zich zeiven
te wijze geesten zoekt men hier te vergeefs doch
degelijke vooruitgang; vooruitgang daar, waar
men de overtuiging bezit; dal ze noodig en wettig
is. Zien we elders den strijd van partijeu en
meeningen, hier heeft men ook zijne meening,
maar die meening is bezadigd en bezadigdheid is,
uitzonderingen, die meu oVeral en alomme aan
treft daargelaten,— eeu kenmerk vooral van den
echten Kadzantenaar.
Hoeveel partijen hebben niet reeds beproefd om
eens een paar voorbeelden te noemen de Heeren
Hammachcr uit de Provinciale den Heer van
Eek uit de Generale-Stateu te verwijderen ocphun
consequent liberalisme? Waarom gelukte het
niet? Waarom kunuen ze ons na 25 jaren nog
dienen? Omdat we consequent liberaal zijn,
zonder geavanceerdheid; omdat we niet stilstaan,
maar ook niet hollen Dan genoeg ter inlei
ding, wij hopen in een volgend Jnumraer onze
schels zelf te beginnen.