NIEUWS- El ADVERTENTIEBLAD VA! WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREfl.
N°, 86,
Veertiende Jaargang
A0 1873.
Dinsdag 4 Nov.
Politiek Overzicht.
S LIIIS C BifWMBlAD
Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag.
Prijs per drie maanden voor hel voormalig 4de district van
Zeeland ƒ1,15; voor de overige plaatsen des Rijks, franco
per posl f 1,30.
Prijs der Adverlentiënvan 1-5 regels 0,75 elke regel
daarboven/,0,121/2-Groote letters naar het getal gewoue
regels die zij beslaan.
Afzonderlijke Nummers ƒ0,05.
Ingezonden Stukkeu &$:J!frieviGïK de Redactie betreffende, benevens Adverlenliën en gewoue Berichten ot Mededeelingeu van Correspondenten
te bezorgen bij den Uilgever dezer, alles FRANCO.
Twee tijdingen, geiieel met elkander in
tegenspraak, en die, de eene zoowel als de
andere, een grooten invloed op den loop
der zaken zullen kunnen uitoefenen, doen
de rondte in de Parijsche dagbladen.
Volgens het eene bericht verkeert het
rechter-centrum in staat van ontbinding, en
de meest gematigden van deze groep moe
ten reeds onderhandelingen geopend hebben
met Casimir Périer, uit het linkerrentrum,
ten einde met hen te rade te gaan over de
instelling eener conservatieve republiek, die
aan den socialen toestand de meeste waar
borgen geeft voor orde en vrijheid, welke
zij in 't eerste zoozeer van de restauratie
der monarchie verwachtten.
Het andere nieuws bevat daarentegen dit, dat
zich binnen kort eene wezenlijke kunstgreep
zal voordoen, ten gunste van Henri V. Er
moet namelijk van zijn hand een brief zijn
verschenen, waarin al de verklaringen van
den heer de Chesnelong, nopens het tus-
schen hen beiden plaats gehad hebbend
gesprek, bevestigd worden, ten einde al
degenen, die zich niet blindelings aan zijn
kant scharen, toch nog over te halen. Wan
neer zulk een brief werkelijk bestaat, dan
wordt het hoog tijd dat hij verschijnt.
In afwachting van dezen brief, heeft de
heer de Chesnelong er nog een het licht
doen zien; deze is gericht aan het dagblad
La Liberie. Daarin zegt hij, dat hij drie
conferentiën met den graaf gehad heeft en
dat geen enkele getuige daarbij is tegen
woordig geweest. Bij gevolg heeft niemand
iets van hetgeen daar gesproken is, kunnen
hooren. Hij handhaaft voorts nogmaals ten
zeerste de waarheid, en alles wat door hem
in de conservatieve bijeenkomsten is verteld.
Men zegt dat Thiers de monarchie in de
Nationale Vergadering zal bestrijden, op
grond van argumenten, die hij uit de bui-
tenlandsche politiek en uit tien algemeeuen
polilieken toestand geput heeft. Hij spreekt
gaarne over zijne te houden redevoering en
men stelt er zich groote uitwerking van
voor. Ook schrijft men hem het voorne
men toe, dat hij voor zich den post van
Fransch gezant bij het Russische hof wil
reserveeren, daar hij wel weet, dat de ver
deeldheid der stemmen in de Nationale
Vergadering te groot is, dan dat hij weder
den presidentszetel zal bekleeden.
In een ullramontaansch verkiezings-mani-
fest. voorkomende in den Dusseldorfer Anz.
leest men o. a. de volgende zinsneden;
„Staat niet de Paus hooger dan de Keizer?
Is niet de Paus de rechtstreeksche stede
houder Gods op aarde, terwijl Keizer Wil
helm slechts de 'vertegenvv'oordi'ger der
wereldlijke macht is? Wien van beiden wij
moeten volgen is duidelijk. Alleen die voor
de regeering stemmen zijn tegen ons, laat
ons dus stemmen met hen, die tegen haar
zijn."
Geheel anders klinkt de taal van den heer
Houben, notaris en justilieraad te Mors, in
een toespraak, door hem aan zijne Katho
lieke geloofsgenooten in het dagblad dier
stad gericht. Hij zegt daarin het volgende:
„Gij weet, dat de ultramontaansche partij
in onze kerk bestaat, en dat deze het rijk
vijandig gezinde partij, welke haar vaderland
niet in Duitschlaud, maar te Rome heeft, het
daarom vooral op heeft gemunt. Zijt der
halve op uwe hoede en gedraagt u manne
lijk; wederstaat de verzoekingen om in rijks
vijandigen zin te kiezen en werkt niet mede,
om uw vaderland moeilijkheden te bereiden
en den vrede te versloren. De kerkelijk
politieke wetten randen onzen heiligen gods
dienst niet aan; gelooft gerust deze verkla
ring van een reeds bejaarden Katholiek, die
zijn godsdienst steeds geacht en geëerd heeft
en voornoemde wetten ook kent. Gedraagt
u alzoo bij de aanstaande verkiezingen als
trouwe en oprechte Katholieken treedt met
vaderlaudlievenden zin tot de stembus, en
geeft daar den Keizer wat des Keizers is;
kiest geen ultramontaansche, d. i, het rijk
vijandig gezinde kiezers, en wanneer gij daarna
het ruime kerkgebouw zijt binnengetreden,
geeft dan uit een vroom gemoed aan God,
wat Godes is en aan Hem alleen de eer.
Zoo zult gij de voorschriften van uwen
heiligen godsdienst naar waarheid opvolgen."
De toestand der belegerde opstandelingen
in Carthageria wordt niet den dag hache
lijker. Zij hebben Zondag eene vruchlelooze
poging gedaan om de linie der belegeraars
te verbreken. Zij zijn onder elkaar ver
deeld, de schepen zijn in een allerellendig-
sten toestand, het geld is op, kortom, de
toestand is gelijk aan dien van Parijs onder
de commune. Men denkt dan ook wel, dat
de tegenstand der intransigenten op zijn
einde loopt. De Regeering heeft nu besloten
eene laatste (linke poging te wagen en is
van plan eerstdaags een grooten aanval ge
lijktijdig te land en ter zee te ondernemen,
wanneer het blokkade-eskader van admiraal
Lobo, dat ieder oogenblik verwacht wordt,
verschenen zul zijn,
In het Noorden van Spanje en in Cata-
lonie zijn de krijgsverrichtingen geschorst.
Behalve een vrij beleekenend gevecht in de
provincie Lerida, dat door Tristany gewon
nen werdwagen de Corlisten zich niet
meer dan aan kleine schermutselingen en
van den anderen kant wacht Moriones
versterkingen af, om tegeft Estalla, waar
don Carlos zijn hoofdkwartier gevestigd
heeftte ageereri.
Amerikaansclie bladen van den 29 Sept.
bevatten den volgenden karakteristieken brief
van den Duitschen Rijkskanselier von Bis
marck, waarin deze de leugen, dat hij in
een onderhoud met een correspondent van
de New-York Daily World zich zou uitge
laten hebben als wilde hij het geloof aan
God door het geloof aan de almacht van
den Staat verdringen, aan de kaak stelt:
„Varzin, 12 Augustus 1873. Den weled. geb.
heer dr. D. Bendaute Dresden. Uwe
mededeeling heb ik met verplichten dank
ontvangen. Er wordt zooveel op mijne
rekening gelogendat ik mij ook over deze
schaamtelooze uitvinding niet verwonder.
Ik weet niet of er lieden gevonden worden,
die dom genoeg zijn aan zoo iets geloof
te slaan; maar zeker is het, dat ik nooit
een onderhoud, over een onderwerp als
the Weekly Suo aangeeft, met iemand,
wien ookgehad heb. Er kan alzoo niet
een misverstand tot verontschuldiging voor
die leugen aangevoerd worden. Mij dunkt
echter, dat de zinsnede „te crush Rome,
in order to crush Christianity" (Bome te
vernietigen, om het christendom te vernie
tigen) bron en doel genoegzaam aanwijst.
Dat mijne overtuiging en mijn gelouf het
tegendeel zijn van die, welke deze fabel
mij in den mond legt, wordt in Duitschlaud
niet betwijfelden ook in Amerika zal
men wel zeggen, dat iemand, die goddeloos
genoeg is om zoo te denken, toch wel
niet zoo dom zal zijn om aldus te spreken.
V. Bismarck."
Het bezoek door Keizer Wilhelm, op
zijne terugreis uit Weenen naar Berlijnop
het landgoed van Z. K. H. Prins Frederik
der Nederlanden te Moskauin Silezie,
afgelegd, zou, naar men verzekert, met
de aanstaande regeling der Noord Slees-
vvijksche kwestie in verband staan. Zooals
men weet, bevindt zich de Kroonprins van
Denemarken voor het oogenblik op dat
landgoed, ten bezoeke bij zijn vorstelijke»
grootvader van de zijde zijner gemalin, wier
moeder, Louise van Oranje, met Karei XV.
van Zweden en Noorwegen gehuwd was.
In verband met het bericht van den
Parijschen correspondent van het D. v. Zuidh.,
betreffende de memorie van Atchinaan
het Fransche gouvernement aangeboden en
door maarschalk Mac-Mahon aan onze
Regeering gezondenschrijft Ie Mémoria
diplomatique „Mag men de dagbladen in
Konstantinopel geloovenbetrekkelijk de
vraag der Atchineezen, die de souvereioiteit
van de Verheven Porte erkennen, dan zou
het Ottomanisch Gouvernement gemeend
hebben tusschen beide te moeten komen bij
de Nedeiiandsche Regeering, aan welke het
vriendschappelijke verloogen heeft gedaan
ten gunste van den Sultan van Atchin. Het
antwoord van Nederland aan de Verheven
Porte zou voldoende wezenen de moge
lijkheid schijnt te bestaan tot het koesteren
van de verwachting, dat het beslaand con-