HEUSS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEElliSCH-VLAANDEREN.
N°. 83.
Veertiende Jaargang
A" 1873.
S1IIIS C BBWIMM
Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag. Prijs der Adverteutiën van 1-5 regels ƒ0,75 elke regel
Prijs per drie maanden voor het voormalig-4de .district van "WJirloo* 52/fL Or»f daarboven 0,12^.Groote letters naar het getal gewone
Zeeland 1,15; voor de overige plaatseneedRÜJfc^. franco J O ^Gu regels die zij beslaan,
per post ƒ1,30. Afzonderlijke Nummers 0,05.
Ingezonden Stukkeu en Drieveu, de Redactie be treffend ebenevens Adverteutiën en gewone Berichten ol Mededeeliugen van Correspondenten,
te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO.
NOGMAALS
DE
Wij vinden in de Gazette van Eecloo,
de volgende mededeeling en wel uit
Breskens15 October.
De kwestie om ook liet vierde district
aan het spoorwegnet te verbinden gaat
wei niet vooruitdoch blijft levendig. Dit
blijkt uit de volgende officieele nota
In de tweede kamer der stoten-generaal
is dezer dagen nedergelegd eene lijst van
de vergundede vervallen en de aange
vraagde concessien voor spoorwegen. Onder
de aangevraagde concessien komen daarop
voor
Die van den heer F. Lancelet, te Brussel
tot het leggen eener spoot baan van Sluiskil
naar Breskens met indijking van den
Braakman. Deze vraag is vau de hand
gewezen.
De vraag van den heer J. J. van Kerkwijk
q. q.te's Gravenhagevooreen spoorweg:
ten eerste, van Breskens naar Schoondijke,
IJzendijke en de Belgische grens in de
richting van Watervlietton tweede, van
Schoondijke, naar Oostburg, Sluis en Brugge;
en ten derdevan de Draaibrug tusschen
Oostburg en Sluis langs Aardenburg en
Eede naar Maldeghem. Van deze vraag
zijn de plans voorloopig onderzocht.
De vraag van de heereu J. Verkuyl Quak-
kelaarte Vlissingen, en J. Lansen Groin
te Sluis, tot het maken eener spoorbaan van
Breskens langs Sluisnaar de Belgische
grens in de richting van Brugge. Alsnog
aangehouden wegens de concurrentie- aan
vraag van den^heer van Kerkwijk.
Tot spijt van velen, om niet te zeggen
van T algemeenwordt met dit alles oog
geen licht in de zaak gezienongelukkig
het mangelt den Zeeuwsch-Vlaming al te
veel aan kracht, aan geest van initiatief
en aan eene voldoende opvatting en vvaar-
deering des beginsels van „Help u zelven 1
dat in Belgie in 't naburige Vlaanderen,
pas over de grens, zoo zeer in 't karakter
van 't volk ligt en zoo machtig medewerkt
tot de uitbreiding van ol de bronnen des
werkelijken levens en derholven ook van
den openbaren voorspoed. Zoolang dat hier
niet ontwaaktis het te vreezendat deze
streek onder 't opzicht van landbouw eene
der belangrijkste van Nederlandin de
afzondering haar plantenleven zal moeien
voortzetten.
In dien toestand ware het zeker wensche-
lik, dit de leden van de provinciale staten
voor liet vierde district, met aanslibbing
van die voor het eiland Walcherenhet
voorstel in de stalen uitbrachten om ten
voordeele van de eene of andere vraag lot
concessie eener spoorbaan bestemd om bet
vierde district te verbinden eenerzijds met
Belgie, anderzijds per stoomboot-verband
met Nederland een eerbiedig adres aan den
heer minister van binncnlandsclie zaken en
aan de Stalen-generaal zouden richten.
Deze stoot toch ware op zich-zeif voldoende
om den kogel door de kerk te jagen of
anders gezegd om eindelijk voldoening te
doen geven aan onzen algemeenen wensch:
den aanleg eener spoorbaan van Breskens
naar Bruggenaar Maldeghemof naar
Caprijcke.
ünzes inziens geven deze drie spoorweg
berichten ons voldoende blijken, dat men
eigenlijk begint te zien en te waardeeren
des niettegenstaande vindt de berichtgever
er knorren en beenen in en geeft zijne
knorrige luim lucht door het schrijven op
de Zeeuwsch Vlamingen en liet wijzen
met lofspraak op onze vrienden van over
de grenzenDat jammert ons bij eene
goede tijding en wij kunnen er niet buiten
om deze zaak eeuigszins nader te beschouwen,
daar ze van het hoogste lokale belang is.
„Tot spijt van velenom niet te zeggen
van 't algemeeuwordt met dit alles nog
geen licht in de zaak gezien 1" zegt de
berichtgever, blijkbaar een der geestver
wanten van Mr. Hafmuns die gedurig om
meerder licht roepen of een der genen, die
niet onderzoeken of ze misschien zelf ook
stikziende zijn 1
Wij vragen welk licht begeert Gij
Verlangt Gij dat de heeren van Kerkwijk,
c. s. U hunne plannen zullen voorleggen
ten einde het publiek licht te verschaffen?
Neen man, die heeren zijn zoo dom niet,
('t geen straks nogal nader blijken zal!)
zij hebben zich gewend daar en waar het
behoort met de bepaalde vraag om concessie,
de regeering moet beoordeelen of de
voorwaarden, waarop concessie gevraagd
wordt, aannemelijk en in 't algemeen belang
zijnmogen de aanvragers zich in eene
gunstige beschikking verheugen, eerst dan
is de zaak geschikt om aan t oordeel des
publieks onderworpen te worden.
Nu volgt de schimpschootde Zeeuwscb-
viamiiig voorgesteld als met gebrek aan
krachtaan initiatief en vvaaröeering van
liet kelp u zelven I dat pas over de grenzen
zoo zeer in 't volkskarakter ligt.
We vragen al weer: Is dat waar?
Vanwaar dan in ieder Vlaamsch blad die
gedurige reclainen om subsidie voor alles:
voor een endje straatweg, voor eene school,
voor 't onderwijsvoor teekenen, zelfs voor
eene muziek sociëteit en eene rederijkers
kamer? Van waar, dat men in ons district
bijna niets van dat alles vindt buiten een
renteloos voorschot voor wegenterwijl
iedere gemeente voor baar onderwijs zorgt
en goed zorgt ook en eerst dan hulp van
elders erlangt als het voldoende gebleken
is, dat de uitgaven voor een en ander de
krachten der gemeente te boven gaan.
Beschouw onze gemeentescholen en voorat
de daarin aanwezige leermiddelen ons
getal onderwijzend personeel en zijne da
gelijks vermeerderende bezoldiging. Bereken,
dat in onze XVIII gemeenten zeven rede
rijkers kamers bestaanwaarvan sommige
in T bezit eener aardige bibliotheek en
toneel toestel; en onderscheidene muziekgezel
schappen, en weet, dat hier en daar teeken
en rekenscholen verrijzen en zangmaat-
schappijen ontstaan en geen dezer instellingen,
zoo nuttig voor de maatschappij, een enkele
cent aan gemeente gewest of staat vraagt.
Of is de kracht van zelfhulp zichtbaar in
overhaasting? Getuige dan den Willem
Leopold polder, die veel te vroeg bedijkt is
en bijlang na die waarde niet bezit, die
hij na nog eenige jaren geduldig wachten
zou verkregen hebben
De schrijver vergeet vervolgens geheel en
al het verschil van toestand. Zoodra het
district Eecloo zijn spoorweg Gent Eecloo
Brugge bezat, was het zeker weuschelijk,
dat dit gewest had kunnen aangesloten
worden aan dien weg en het initiatief is
ook genomen. Steller dezes is bekend met
de onderhandelingen deswegens met den
heer Nelemans gevoerdonderhandelingen
alleen door een noodlottig toeval onderbroken.
Hedennu de groote lijn Vlissingen
Venloo voltooid isis het tijd om gezet
een spoorweg in overweging te nemen,
maar ziet, dat hebben de heeren van Kerkwijk
c. s. te 's Hage dan maar eens uitmuntend
gedaan zij hebben getoond bunnen tijd
niet alleenmaar hun exploitatieveld te
kennen.
Dat blijkt uit de drieledige samenstelling
van hun plan Breskens, Schoondijke,
IJzendijke, Watervliet als de meest gelegene,
ook voor de aansluiting met den spoorweg
Neuzen, Selzaete op Nederlands grondgebied
kort na bij Philippine en met vermijding
van te vroege en dus schorren bedervende
bedijking in den Braakman. Vervolgens
wenden z.e 't oog op Brugge door vau
Schoondijke naar Oostburg te dalen en do
draaibrug te naderenpraktiich voorzekir
Brugge en het zeestrand verbonden met
het centraalpunt Oostburg, de voornaamste
graanmarkt van ons gewest.
Maar waarvan dan nog over Aardenburg
en Eede naar Maldeghem? Wel, dit is
zoo cconomiescli zoo verstandig als 't maar
kan dat lijntje sluit in het plan 't hoort
er in zoodanigen drietaksweg 'imoel dien
ondernemers voordeelen opleveren, die ieder
in 't oog springen.
Het plan Lancelet met Braakinans indijking
is zelfs hulp, op zijn Waalsch begrepen en
getuigt van verregaande onkunde, in zake