NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN. N°. 77. Veertiende Jaargang A" 1873. Vrijdag 3 Oct. IETS MERKWAARDIGS VOOR EN VOOR DE BEOEFENAARS DER OUDHEIDKUNDE. POORTEN, TORENS, STEIGERS, MARKTEN. STRATEN ENZ. S1IIIS C HBWfflBLID Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag. Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de district van Zeeland ƒ1,15.; voor de overige plaatsen des Rijks, franco per. post ƒ1,30. Prijs der Advertentiën, van 1^5 regels 0,73 elke regel daarboven ƒ0,12l/2.Groote letters naar het getal gewone regels die zij beslaan. Afzonderlijke Nummers ƒ0,05. Ingezonden Stukkeu en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Advertentiën en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten, te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO. Men heeft onzen gewestgenoten meer malen beschuldigd van achterlijkheid op het gebied der letterkunde, geschiedenis, enz. en sommigen volharden nog in die beschul diging daarom doet het ons genoegen met fierheid te kunnen wijzen op de vruchten, die vooral in de laatste 2b of 30 jaren op dat gebied zijn ingezameld. Onder degenen die vol ijverig werkzaam waren om de eer van ons klein gewest ook in dit opzicht te handhavenmuntte ook onze overleden vriend, ja meer dan vriend, de heer J. H. van Dale uit. Zijn blik op de wording der stad Sluis is voor hem, naast zijn woor denboek, een eerzuil, duurzamer en waar achtiger dan liet steenen gedenkteeken voor hem op den Sluischen godsakker, zoo welmeenend gesticht Spreekt reeds die stomme steen tot eere van zijne nagedachtenisal is 't ook in woorden die meer welgemeend dan waar zijn, zijne stem klinkt nog na zijn verscheiden ter eere van zijnen geboortegrond en zijne geliefde vaderstad Sluis. Als de laterewe hopen het spoedig te zienals de latere geschiedschrijver een derden druk van Van Dale's Zeeland zal uitgeven of een herdruk van zijn tijdtafel der Zeeuwsche geschiedenis, dan zal ook zijn naam op de bladzijden dier om hun veelzijdig nut belangrijke werkjes, ook zijnen naam velmelden en dan zal nog menig oog zich met tranen vullen, zijner nagedachtenis Toch, als die traan als tolk ook onzer menscheljkheid ook ons oog ontwelt, zullen we dien wegwisschen, even als we 't wel gemeende opschrift op zijn grafkuil weg denken. Neen, medeburgers daar rust van Dale niet. Hij behoorde tot de on- sterfelijken bij uitnemendheid en wat daar onder de groene zoden, omgeven door de herinneringen aan een grootsch verleden, is weggeborgen, dat is slechts het zwakke, kranke omhulsel, het vroeg versleten werk tuig van een schoonen geest, de leemen hutte, die niet oud, maar vroegtijdig ver zwakt instortte. Van Dale leeft in zijne werken. De tijd snelt voortmet het afleggen van het rouwgewaad wordt de herinnering stiller en zachter, we vergeten hem niet, maar hij blijft, door zijne nagedachtenis in eere te houden, in onze harten leven. Eenmaal wellicht schrijven wij: onze herinneringen aan J. H. van Daleals onze ziel geheel en al kalm onzen wonderen levensweg zal kunnen bepijnzen en wc gelovendat die herinneringen welkom zullen zijn aan iederen Sluizenaar, aan iederen Kadzantenaar, aan iederen Zeeuwja aan ieder die hem gekend heeft. Een staaltje. Ik vond hem op zekeren Zaterdag namiddag onder een stapel papieren zitten en dacht: och, nu zullen we wel weinig aan elkander hebben, hij zit weèr in de drukte! Doch hij vergat zijne papieren en weldra zaten we verdiept in de grijze oudheid. Ik toonde hem een door ons nog ontworpen plau van oud'Aardenburgnaar enkele fragmenten (van Deventers kaart was toen nog niet teruggevondenen papieren ontworpen. Door onzen omgang kende hij de locali- teit van Aardenburg even goed als ik die van Sluis, en dadelijk vatte hij vuur en vroeg mij naar de bewijzen Voor mijne schets. Ik toonde hem een paar omschrijvingen van huizen en erven uit het begin der XVIe eeuw en wees hem er op. hoe we in dezen de lessen der vergelijkende ontleedkunde moesten waardeeren en wij, gelijk deze uit eeuige ruggewervels en tanden een voor wereldlijk dier te voorschijn roept, ook onze oude steden moesten voor den dag brengen; hoe nog dit ten opzichte van Aardenburg op een kleiu punt nu gelukt was hoe ik het met Oostburg een heel eind gestuurd had en hij vatte in eens het denkbeeld op: dan ga ik een plan van 't oude Sluis maken! riep hij uit en zijne fraaie kaart, achter zijn bovengenoemd werk. was er de vrucht vau. Hij vond in den heer Noest een flink tee- keoaar en in de heeren Daveluy en Zoon even flinke graveurs. Het doet ons genoegen menig Sluische huiskamer met dat prachtig plan versierd te zien. Toch bleef eene leemte achter doch een blik op het dezer dagen door zijnen vriend, Ds. Janssen, geschrevene en hier onder volgende, zal dit duidelijk maken even als het doel van dit ons opstel, waarhij wij vragen: landgenoten! waardeert Gij Van Dale en zijne werkenloon het door uwe daden. Naamlijst VAN DE DER STAD SLUIS in het midden der 15e eeuw samengesteld en verrijkt met eenige aanteekemngen door J. H. VAN DALE, Archivaris van Sluis. Met eet ie afbeelding van het zegel van 't ambacht der smeden en dat van de geestelijken der Onsc-Yrouwekcric te Sluis. Toen mijn onvergetelijke vriend van Dalf, op zijn sterfbed lag, gaf hij zijn uitdrukkelijk verlangen te kennendat van zijne nage laten geschriften niets zou uitgegeven worden dan wat hij over de namen der straten enz. van de stad Sluis had opgesteld. Die naamlijst was oorspronkelijk bestemd om als zesde bijlage gevoegd te worden bij het laatste door hein uitgegeven werkje: Een blik op de vorming der stad Sluis enz., doch moest hij de uitgaaf daarvan achterwege blijvenvermits dat geschrift reeds eene te groote uitgebreidheid verkregen had. Aan hendie het bovengenoemde werkje bezittenzal dus bizonder deze naamlijst welkom zijn. Doch zij zal ook vertrouw ikeene zeer gewaardeerde gave zijn voor allen die belangstellen in de merkwaardige historie der aloude stad Sluis. En daar zij de vrucht behelst eener veel jarige studie en tallooze wenken beva.t, voor den oudheid- en taalkundige van het hoogste gewicht, durf ik de hoop koesleren, dat zij ook in uitgebreider kring dan in Sluis en Zeelanddat zij alom in Noord en Zuid-Nederland, vele belangstellende lezers vinden zal. Men brenge dan door eene algemeene inteekening eene laatste hulde aan de nagedachtenis van een' uitstekend man die door zijn afsterven in de kracht des levens voor onze wenschen te vroeg aan de wetenschap ontvallen is. Het handschrift der Namnli/st was door den overledene geheel voor de pers gereed gemaakt en reeds aan de heeren AUorjfer ter uilgaaf verzonden. Gaarne heb ik de taak op mij genomen om die uitgaaf te bewerkstelligen 't zal een der laatste daden zijnwaarmee ik mijn' gestorven vriend zat kunnen vereeren. Mocht de verwachting niet ijdel zijndie hij met deze woorden in het „Voorbericht" heeft uitgedrukt: „Be drieg ik mij niet geheeldan zal niet de Sluizenaar alleenmaar elk bezitter van mijn' „Blik op de vorming der slad Sluis" deze „Naamlijst" met belangstelling ontvan gen. In de talrijke aanteckeningen toch waarmee ik de lijst heb verrijkt, vindt men eene menigte bizonderheden welke ik ge durende een jarenlang onderzoek van het Sluische archief heb verzameld en die men elders te vergeefs zoeken zal. Daardoor hebben ongetwijfeld ook voor den beoefenaar der geschiedenis de volgende bladzijden éenige waarde. Moge zij velen welkom zijn!" H. Q. JANSSEN. Het werkje zal nagenoeg drie vel druks of 18 blz. gr. 80. beslaan, cnmet inbegrip der plaat, den inteekenaren tegen f0,80 worden berekend. Het zal van een netten omslag zijn voorzien en in gelijken vorm als: „Een blik op de vorming der stad Sluis" worden uitgegeven. Een naamlijst van inteekenaren zal er worden bijgevoegd. Buiten inteekening wordt de prijs verhoogd.

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1873 | | pagina 1