1
ZIJ BLIJVEN!
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEBEN.
N°. 73.
Veertiende Jaargang
A" 1873.
Vrijdag 26 Sept.
[ZIJ BLIJVEN!
ZIJ BLIJVEN!
Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag.
PrÜ9PËR drie maanden voor het voormalig 4de district van
Zeeland 1,15voor de overige plaatsen des Rijks, franco
per post ƒ1,30.
Prijs der Advertenliën, van J-o regels 0,73 elke resel
daarboven ƒ0,12,/2.Groote letters naar bet getal gewone
regels die zij beslaan.
Afzonderlijke Nummers 0,03.
Ingezonden Stukkeu en Brieven, de Redactie betreffende, henevens Advertenliën en gewone Berichten ot Mededeelingeu van Correspondenten,
te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO.
Heden morgen komt mijn vriend Jozef
bij mij met de woorden „wel, versta je der
nil an, ze blijven"!
Ik keek hem aan en 'k wist niet wat
denken bij 't zien van zijn ernstig gezicht.
Ik dacht zoo in mijn eenvoudigheid. Jozef heeft
gasten gekregen, die hij liever niet ziet en
hij heeft onvoorzichtig genoeg gevraagd of
ze niet wilden blijven den nacht doorbren
gen, denkende, dat ze niet lang ran huis
konden zijn en dus de hoop voedende, dat
ze bedanken zouden. Ik vroeg hem daarom
naar de reden zijner meerdere of mindere
opgewektheid en wie er bleven.
Wie er blijven? Wel de Ministers!
Nu moet je weten, mijn goede vriend Jozef
is een gemoedelijk Katholiek en altoos bang,
dat de liberalen te ver zullen gaan, maar
anders werkelijk de liberale beginselen toe
gedaan, daarin gestijfd als hij was door onzen
ouden Pastoor, die van de jaren 181620
was en bij dominé kwam schaakspelen
en een glas wijn drinken, doch die overi
gens van politiek geen 't minste idee had,
maar er opgesteld was, dat zijne parochia
nen tot degenen zouden behoorendie men
met recht we! onderwezen Katholieken
noemen kan en wier christelijke humaniteit
hun streng afscheidend gevoel in toom houdt.
Wel, mqn goede Jozef, hervatte ik
'k wist niet, dat gij uw hoofd daar ook al
niet mede breken zoudt, maar ik kan het
begrijpen? dit Ministerie is de zondenbok,
de wrijfpaal van allen, juist omdat het
libéraal is in de eerste plaats en omdat
het zoo liberaal is, als het is. Zijne libera
liteit maakt het tot een steen des aanstoots
voor alle overdreven kerkelijke partijen, die
men in onzen tijd onoordeelkundig genoeg,
met den naam van klerikaal bestempeld
heeft. Klerikaal, wel ik kom er rond en
open voor uit dat ik klerikaal ben, en ik
ben het willens en wetens uit liefde tot de
kerk. Aart Admiraal zegt wel in de tijd
spiegel, terwijl hij zijne moderne geestver
wanten eens zoo tusschen door danig de les
leest, dat de kerk afgedaan heeft en wij
met de kerk volstrekt niets te maken heb
ben, maar op dat punt, hoe helder Aarts
kop moge wezen, moet hij eeumaal strui
kelen voor het feit, dat de kerk bestaat en
zich vrij luid laat hooren en rechten bezit
en die rechten doet gelden.
Maar, zult ge zeggen, wat is de kerk?
Waar is de kerk? Wat de kerk niet is wil
ik je eerst zeggen. In ons dun bevolkt
landeke, om nu maar eens bij ons hoekje
te blijven, heeft men vele gebouwen, die
zich van de overige door hunne hoogte,
door de gedaante hunner ramen en bijna
zonder uitzondering door een toren onder-";
scheiden. Te Sluis heeft men er twee even
als te IJzendijke, Hoofdplaat, Biervliet en
Oostburg, te Groede en te Aardenburg heeft
men er drie en op ieder der overige
plaatsen, behalve te Heille, één. Maar ziet
alle dienen niet tot hetzelfde einde; om
van kleine geschillen niet te gewagen, dat
alle dienen voor de uitoefening van den
openbaren eeredienst, niet godsdienstgods
dienst is heel iets anders, die edele hemel
telg stoort zich noch aan antieke of
oude, noch aan moderne of nieuwe steenen
gebouwen, haar tempel is het groot heelal;
zij knielt zoowel voor een altaar van zoden
als op eene gebeeldhouwde bidbank. De
kerk is de verzameling van alle christenen
van welke richting ook en tot die kerk be
hoort gij, mijn goede Jozef, en behoor ik
én ik heb die kerk, die gemeenschap innig
lief, maar die kerk bestaat uit menschen,
let wel op het woorduit menschen, allen
met hoofden, allen, bijna zonder uitzonde
ring met zinnen bedeeld. Er zijn dus veel
hoofden en veel zinnen en tengevolge van
dien veel verschil van meening en dat is
heel goed, doch er is ook in en bij dat
alles ccne groote eenheid: behoefte aan
godsdienst en van oudsher is het de ge
woonte dat men aan die behoefte zoekt te
voldoen; die behoefte zoekt te bevredigen
door middelen, en onder die middelen is er
weder een, dat in al die gebouwen zonder
ouderscheid wordt aangewend en dat mid
del is de openbare eeredienst. Is het nu
waar, dat hoofden veel zinnen hebben, veel
dan kan het ook wel niet anders of ook de
vormen van dien eeredienst moeten van elkan
der verschillen en verschillen werkelijk, 't geen
ons duidelijk wordt, als we eene Protestant
sche en eene Uoomsch katholieke kerk bin-
nentreden. Dit verschil in vormen nu heeft
aanleiding gegeven tol een groot kwaad. Men
heeft namelijk den vorm met het wezen der
zaak verward; het middel met het doel:
de eeredienst is het middel, hel doel is
godsdienst, letterlijk het hoogste wezen
dienen en dat nu weder is werken aan de
taakaan het werk, door de Voorzienigheid
ieder mensch opgelegddaarom mag de
staat zich volstrekt niet bemoeien met den
godsdienst, maar moet zich bemoeien met
de middelende vormen. Niemand mag
vormen kiezen die, 't zij door 't geven van
openbare ergernis, 'tzij door haren aard
zelve, anderen krenken of benadeelen. Van
daar de regel van de Napoleontische wet
geving hors de l'églisepoint de salul, 't welk
vrij dubbelzinnig iswant letterlijk beteekent
hetbuiten de kerk geen heilgeen zalig
heid doch 'tkan ook vertaald worden:
buiten de kerk geen eerbewijs, met andere
woorden: de eeredienst moet zich tot de
kerkgebouwen en besloten plaatsen bepalen
I en waar deze regel streng in acht; genoro
- wordt, kunnen alle soort van christenen
rust en vrede samen wonen en zoo kom
tot mijne oude stelling: de godsdienst nè -*»
melijk die; welke met hare vormen vereen- 1
zelvigd wordt, heeft met de staatkunde
niets te maken en daarom ben ik op gods
dienstig gebied bepaald klerikaal en op het
staatkundige bepaald liberaal, mits men
steeds het woord waardeere en daarom
schrijf ik met genoegen
Ik ben ook daarom politiek liberaal, omdat
de liberalen alle godsdienstvormen, voor
zoo ver ze den boven gestelden regel in
acht nemen, eerbiedigen, terwijl de strenge
klerikalen, die dat woord tot een partijwoord
maken, dat niet doen. Als men in gemoedc
den Paus van Rome de vergunning vroeg
om als Protestantsche gemeente te blijven
bestaan, zou hij die vergunning weigeren.
Als hij de macht had om den Katholiek, die
zijne kerk verliet, te straffen, zou hij het
doen. 'k Wil welin onzen tijd geloof ik
zou Pius IX geen zoogenaamd ketterbranden
meer duldenmaar de kerkerstraf zou toch
nog voor de deur staan en ziet, dat is nu
't gevolg van het liberalisme, dat dat niet
meer kan en zulk een liberalisme is de
waardige dochter van het christendom.
Maar nu de Protestantsche klerikalen O
zij zouden eveneens dwingen, al zouden ze
andere middelen gebruiken.
Die Katholieken en die Protestanten haten
malkander met een doodelijken haat en
nemen alle gelegenheden te baat, om het
onderscheid tusschen beiden zoo scherp
mogelijk uit te doen komen en o, diepe
verdorvenheid van den menschelijken geest!
een van Lijnden leende zich om tusschen
beiden een monster verbond te sluiten De
twee vijanden moesten vereenigd worden
om een te bestrijden Dal is gelukkig
mislukt en daarom schrijven wij met vreugde
Moeten we dan lauw eri onverschillig
zijn?
- Volstrekt nietwe moeten strijden
vechten, maar met de wapens des geestes.
Willem lil strijdt aan de spits, als Protes-
tantsch Nederlander viert hij feest te Hei-
ligerlee en te Brielie en te Alkmaar! Als
Nederlandsch liberaal viert hij feest te Vlis-
singen. Als konstitutioneel koning handhaaft
hij het bestaande MinisterieWij moeten
ook waken; geen terug gang naar wat oud
en versleten is en als een waardig over
schot slechts herdacht mag worden, maar
ook geen loomeloos voorthollen; geen
blusschen van den geest der jeugd door
veelvuldige en vaak valsche wetenschap dul
den strijden voor recht en waarheid, dat
zij onze leus en daarom liet oog gehouden