NIEUWS- El ADVERTENTIEBLAD VAI WESTELIJK ZEEUWSGH-VLAANDEREN. N„. 69. Veertiende Jaargang A° 18Ï3. Iets over de ziekte der liberalen. Gesprek. BUITENLAND. «ffilLAD Dit Weekblad verschijot iedereu Dinsdag en VrijdVg. Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de distriet van Zeeland ƒ1,15; voor de overige plaatsen des Rijks, franco per post f 1,30. Prijs der Advertentiën, van 1-5 regels f 0,75 elke regel daarboven ƒ0,Groote letters naar het getal gewone regels die zij beslaan. Afzonderlijke Nummers 0,05. Ingezouden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Advertentiën en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten, te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO. In de Middelburgsche courant van heden lees ik, dat de Arnhemsche courant, de vraag oppert, spekende over de kwestie wat het meest wenschelijk voor het land is, of dit Ministerie heenga en door een antilibe raal worde vervangen, dan wel of het niet beter ware, dat dit Ministerie bleve bestaan, mits voorzien van een nieuwen Minister van Oorlog, een dito van Justitie en idem van Binnenlandsche zaken. Volgens de Arn hemsche moet er iets gebeuren, doch zij wenscht geen antiliberaal kabinet al acht zij ook dat zulk een kabinet in staat is, om van de liberale richtingweder eene gezonde, krach tige, verjongde en eensgezinde richting te maken. Nu buurman, jij, die nog altoos liberaal blijft, nou heb ik je! Waar zit je nu? Daar is een van je hoofd organen, ja twee, mag men wel zeggen; want de Middelburgsche courant, er het zwijgen toe doende, consenteert dus. Nu kom ik met mijn dom verstand tot de gevolgtrekking, dat de liberalen tegenwoordig aan vier lee- lijke gebreken lijden lo. Ze zijn ziek, want ze moeten weder gezond worden. 2o. Ze zijn verzwakt, want ze moeten weder krachtig worden ais of verzwakking juist geen gevolg van ziekte was ziek was waarlijk al mooi genoeg 3o. Ze zijn oud, want ze moeten verjon gen; tegen dat derde punt heb ik machtig veel, doch daarover straks. Eindelijk 4o. en niet het minst ellendige, ze zijn verdeeld, want ze moeten eensge zind worden Daar mankeert nog alzoo geen kleinigheid aan je liberalen. 'k Moet zeggen, buurmandat je weer machtig doordraaft, of heb je me wel ooit hooren zeggen, dat de liberalen volmaakt waren? jk Geloof niet van wel, anders, ik erken u bij dezen volmondig, dat ze al heel onvolmaakt zijn. Maar 'k wil eens met je redeneeren en val mij daarom niet gedurig iu de redenwe moeten ook een beetje compassie hebben met onzen letterzetier, die onze buurpraatjes drukt, hij moet niet te veel in verwarring gebracht worden met de leekens en die zoo als je weet, samenspraak teekens zijn Doch dat zij zoo Je luast dan, dat de liberale richting (en niet de liberalen iioor ziek; is, welnu, dat is zoo. Wie wordt nooit ziek volmaakt gezond is geen mensch, dat ligt in zijne gesteldheid, dat is hem aangeboren, 't Is zelfs te verwonderen, ais men den oorspron- kelijken mensch volgens 't Evangelie van dominé Hugenholtz bekijkt, dat het nog niet veel erger is. Verbeeldt je een wezen klein van gestalte, afschuwelijk van voorko men, met een smal voorhoofd en breeden achterschedel, met sterk ontwikkelde voor hoofdsholten en uitstekende wenkbraauw- bogen, die in 't midden geheel en al in elkander loopen, kortom met een schedel van de grootste ruwheid getuigende. Zijn kostuum, voor zoover hij niet naakt loopt, is machtig elegant: een dierenhuid of een bekleedsel van boomschors en dan ronddo lend in het bosch, of aan den oever van een stroom, of zich nederzettende in holen of spelonken. Met ruwe wortelen, kruiden en vruchten voedt hij zich, doch daar dit toch maar een beroerd en flauw koslje is, verkiest hij iets hartigers en hij slaat het eene of andere kwaad wijf de hersens in en, is hij een groote lekkerbek, dan keelt hij een kind en doet zich te goed aan 't merg van hunne beenderen en voedt zich met hun vleesch! Als dat waar is, verwon dert het je dan, dat de liberalen, even als hunne antiliberale broederen van zulke vaderen afstammende, ziek zijn? Mij niet, het verwondert mij maar dat ze nog bestaan, dat ze nog een oogenblik levenskracht of levensvatbaarheid bezitten en in plaats van verzwakt, niet geheel en ai uitgeput zijn; in plaats van verouderd, niet geheel en al versleten zijn in plaats van verdeeld, niet- in vollen oorlog en opstand zijn! Maar, maar nu overdrijf je toch ook I Wat zou er dan van de wereld komen? Ha! zie je, daar zijn we erl Ik geloof, dat de wereld niet kan geregeerd worden door theorien, door stelsels, maar door praktiek, en dat al die ziekte verschijnselen van zelf zouden verdwijnen, indien men het oorspronkelijke, goede idéé, het denk beeld bij uitnemendheid, maar recht van spreken gave en men zijn zusje maar niet doodsloeg voor zijn ontbijt en zijne vrouw voor zijn middagmaal Maar wordt je nu heelemaal gek Dat zou in onzen stoom- en vliegtijd geen mirakel zijn en misschien heb jewel niet eens recht om zulk eene vraag te doen, want het zou de eerste maal niet zijn, dat sommige dwaasheid hnoge wijsheid en sommige wijsheid de grootste dwaasheid ware. De strijd van onzen tijd is op een nieuw veld overgeplaatst. Men is het eens daarin, dat uit het mindere het meerdere ontwikkeld wordt, doch men dwaalt door overdrijving; men schildert het oorspronkelijke, mindere als een wanschepsel af dat, onzes, inziens eene schepping is, onwaardig den grooten werkmeester der natuur, onwaardig de bestemming van den mensch. Deze stelling is zoowel op natuurlijke als en vooral op zedelijke gronden te verdedigen. Uit den Hugenholtschen mensch kon nooit de kiem verwijderd worden die daar in gelegd is. Uit den redelijken, zedelijken mensch wel. De eerste is geheel en al gebouwd uit stof, dat de zielshoedanigheden bij iedere gelegenheid, die zich voordoet, moei over- heerschen; zulk een schepsel moet weder kanibaal worden; zelfzucht, heerschzucht, dierlijk genot moeten hem en zijne maat schappij altoos overheerschen en de ziels hoedanigheden in 't eind verstikken. De redelijke, zedelijke mensch, ook een maal in den natuurstaat met boomloof en dierenvel bekleedontwikkelt zich uit dat alles door van buiten komende kracht, die niet zijn uitsluitend eigendom is, doch die hij zich door zijnen wil benutten kan en welke kracht hij voor die ontwik keling aanwendt tot een doel, waarbij hij zon der leedgevoel zelf zijn stoffelijk kleed opoffert en zelf der vernietiging zou wil len prijs geven. 1 September. Wordt Vervolgd.) BELGIE. Woensdag morgen speelden twee kinderen van 10 a li jaar, zuster en broeder, op eene mossel- schuil die in de Koolvlict lag. Eensklaps sliet het jouge meisje haren speelmaat over boord. Op het geschreeuw van den jongen drenkeling, kwam een knaap van 12 jaar toegesneld, liep van de trappen der vliet, sprong in het water en had het geluk zijn buurkind, zij woonden beiden in de Spuistraat, behouden tot bij de brug te brengen. Zaterdag laatst is een vreeselijk ongeluk aan de schyfschietiug der burgerwacht te Ralrnthout gebeurd. Een markeerder is door den kogel van een schutter getroffen en op den slag gedood ge worden. De ongelukkige laat eene weduwe en vier kleine kinderen athter. Men meldt uit RonseDe heer Augustin de Malander, zoon van mev. de wed. de Malander, uitgever van het nieuwsblad T Echo de Renaix keerde maaudag, om 10 ure fs avonds, naar zijn huis langs den watermolen vau deo heer Van den Cheyust, toen hij aan de brug gekomen, door de duisternis misleid, in het water liep en tegen een der raderen van den molen viel. De ongeluk kige werd uit het water gehaald, doch ten 2 ura 's morgens reeds had hij opgehouden te leven. DUITSCÜLAND. De Kölq. Zeitung meldt het overlijden van eeu geneesheer te Berlijn, doctor Obermeyer. die bekend is door- zijne werken over den typhus. Hij wilde den aard van do cholera bestudeeren en op zijn eigen persoon proefnemingen d oen Hij liet zich bloed van een choleralijder intap-

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1873 | | pagina 1