j ii I u
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
N°. 46.
Veertiende Jaargang.
A0 1873.
Dinsdag 17 Juni.
Politiek Overzicht.
BUITENLAND.
iï
Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag.
Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de district van
Zeeland f 1,15; voor de overige plaatsen des Rijks, franco
per post f l,30i
Prijs der Advertentiënvan 1-5 regels f 0,75 elke regel
daarboven 0,12%.Croote letters naar het getal gewone
regels die zij beslaan.
Afzonderlijke Nummers f 0,05.
Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Advertentiëu en gewone Berichten of MededeeliLgen van Correspondenten,
te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO.
Bij den Bondsraad te Berlijn is thans
een ontwerp ingekomen hetwelk strekt tot
wijziging der wet op de industrie. Daarin
wordt o. a. voorgesteld, om art. 108 in
dien zin te formuleeren, dat geschillen
tusschen patroons en werklieden over de
vaststelling, voortzetting of opheffing van
een- werk-overeenkomst door de daartoe
aangewezen bizondere comité's moeten
beslist wordenen ingeval deze ter plaatse
waar het geschil zich vordoetniet moch
ten bestaanzal de beslissing aan de ge
meentelijke autoriteit, of aan een op last
der regeering benoemde commissie of wel
aan een industrieel scheidsrechterlijk college
worden opgedragen. Voorts worden in
bewust ontwerp strafbepalingen op deelne
ming aan, of opruiing tot werkstakingen
voorgesteldzoowel als op het uitoefenen
van dwangom anderen daaraan te doen
deelnemen.
Eene petitie van Leipziger dames, onlangs
aan den Rijksdag toegezondenverzoekt
100 millioen thaler van de 5 milliarden
voor verbetering der sociale -ellende op het
gebied der onzedelijkheid, en op dat van
het onderwijs beschikbaar te stellendaar
hiervoor totnogtoe bijna niets gedaan werd.
Da meeste philanthropische vereenigingen
hebben zich hierbij aangesloten, niet vree—
zende voor de hilariteit, die dergelijke
petitiën in den Rijksdag gewoonlijk opwekken.
Zij wijzen voornamelijk op de behoeften
van het onderwijsdoch vergeten dat zulke
idealen in het rijk der luchtkasteelen te
huis behooren. Bestaat er dan geen ves
tingwet, geen marine, geen verhooging der
kosten voor de armee Zulke wetten zijn
tastbaar.
De taken van Atchin. (Fragment van
een briet uit Java.) „Groot is de versla
genheid waarin wij met alle Nederlanders
hier te lande, verkeerenover de zaken
van Atchin. Treurig, meer dan treurig!
Verbeeld u, de geschiedenis van al onze
expedities hier weet niet van zulk eene
goede organisatieals nu ter tuchtiging
van Atchin. In de eerste dagen kwamen
er ook mooie berichten. Landing goed
geslaagd, twee forten genomen, de kraton
van den Sultan (paleis en vesting tevens)
stormenderhand veroverd. En ziet, daarop
volgden de vreeselijkste Jobstijdingen en
dementis. De opperbevelhebber generaal
Kohier, gesneuveld. Troepen teruggeslagen
tot strand. Groot aantal zieken, massa
gesneuvelden en gewonden. Toestand on
houdbaar. De troepen keeren terug. Hulp
gevraagd uit Nederland. De vijand, zeer
sterk vecht met doodsverachting.
Dus formeel verslagenHet is treurig.
Het tractaat omtrent Guinea met Engeland
kent aan ods de heerschappij over geheel
Sumatra toe en legt daarmee ons tevens de
verplichting op om te toonendat Sumatra
buigt voor onze vlag. En wat zal nu de
wereld zeggen Nederland kan den Archipel
niet beheerenhet is te kleinhet is te
machteloos. En voor een land als Sumatra,
rijk in allesletterlijk voor toekomstige
ontwikkeling een land van beloftezijn
liefhebbers genoeg. Verbeeld u, dat nu de
Sultan eens zegt tot Amerika: De helft
van mijn land voor u, mits gij mij helpt
tegen Nederland.
Bedenk eenshoe honderden hier bij
deze expeditie een broer, een vader, een
zwager, enz., hebben, en hoe ieder, die
een beetje denktbij instict gevoeltdat
waar men overheerscher is in een onme
telijk rijk als N.-Indië en waar men zulks
is met betrekkelijk geringe middelenmen
niet door een inlandschen vijand formeel
mag geslagen worden - en gij zult wel
beseffen wat droefheid dit alles hier te
lande veroorzaakt. Men spreekt bijna over
niets anders dan over den oorlog van Atchin.
Enfinmoed verloren alles verloren.
Over een maand of twee moet het er na
tuurlijk weer op los. Atchin moet er onder;
onze eeronze toekomst in Indië zijn er
mee gemoeid. Nederland heeft ten nadeele
van Indië wat op zijn geweten Door zijne
zuinigheid door zijn gebrek aan geweten
bouwt het niet van Indisch geld spoor
wegen en Moerdijk-bruggen verkeert
hier de marine iu den erbarmelijksten
toestand en is het Indische leger in allerlei
opzicht, niet het minst wat bewapening
betreftten achter bij de eischen van dezen
tijd. En wat is de marine in deze eilanden
wereld wat is het leger in dit veroverd
rijk anders dan het anker van behoud en
veiligheid Doch laat Nederland nu ontwaken
en zijn plicht doen. Zende het troepen
geschut, schepen, enz., op de onbekrom-
penste wijzeopdat het schitterend het
geleden échec wrekedat het lette op de
eer onzer vlag, op onze toekomst, als
koloniale mogendheid, en als bijzaak klein-
achts de miilioenen die de zaak ons kost.
Volgens het Bataviaasch Handelsblad zou
onze regeering tot het neinen van spoedige
maatregelen tegen Atchin aangespoord zijn
door het Engelsch gouvernementdaar men
wist dat, waarschijnlijk ten gevolge van eene
beleedigingeen Amerikaansch schip aan
gedaan de Araerikaansche regeering het
vooornemen had eeoe sterke expeditie naar
Atchin te dirigeeren. Het was daardoor
noodzakelijk geen zes maanden (namelijk
tot de droge moessen op de Noordkust van
Sumatra weder invalt) te laten verloopen.
Het Eng, gouvernement zou zich gebonden
door de tractaten met onze regeering, niet
tegen de Amerikaansche expeditie hebben
kunnen verzettendat daarenboven een
oorlog tusschen die twee rijken ten gevolge
zou hebben. Het was dus zaak zeer spoe
dig te handelen en zoo mogelijk voorloopig
eene versterking aan den Atchineeschen wal
te bezitten waar de Nederl. vlag wapperde,
welk doel ongelukkig is mislukt. De blok
kade, die door onze oorlogschepen wordt
voortgezet totdat eene tweede expeditie den
oorlog kan hervattenheeft dan ook
volgens het bladongetwijfeld alleen ten
doel om den staat van oorlog feitelijk te
doen voortduren en dien toestand dus ook
tegenover Amerika te bestendigen.
DUITSCHLAND.
Uit Keulen meldt men de volgende bizonderheid
aan de Bank-und Hand.-Zeitung. Toen de Schah.
van Per-zie zich alhier bevond, heeft hjj den Dom
niet bezocht. Naar men verzekert, moet dit wor
den toegeschreven aan de vrees voor overtreding
van de geboden des Korans. Indien hij de kerk
bezocht, behoorde hij, volgens westersch gebruik»
het hoofd te outblooien en de Koran schrijft voor,
dat hij in het bedehuis het hoofd moet bedekken.
Een groot aantal leden van zijn gevolg heeft zich
daardoor niet laten terughoudenvelen hunner
hebben niet alleen de godsdienstoefening in den
Dom bijgewoond, maar bijna allen zijn zij gedu
rende den dienst korter of langer tegenwoordig
geweest in de H. ürsulakerk. Zij hadden bet
verhaal betreffende de 11000 maagden zoodanig
opgevat, dat de bezoeker der godsdienstoefening
ze alleu onder het oog zou krijgen.
Een onverklaarbaar voorval had dezer dagen
in Berlijn plaatszoo onverklaarbaar, dat men
zelfs geene gissing kan wagen, in de Schönhau-
sen Allee ontmoette een heer een grenadier van
het Alexanderregiinent en verzocht dezen tegen
eene belooning een brief iu de Friedrichtstrasse
te bezorgen. Tegelijkertijd gaf hij hem een ledig
couvert't welk de soldaat in de eerste brievenbus
de beste moest werpen als de geadresseerde niet
thuis wasin welk geeal hij den eersten brief
moest verscheuren. De grenadier was blijde een
thaler te verdienen en gaf gevolg aan de opdracht.
De geadresseerde was niet thuis, zoodat hij het
ledige couvert in eene brievenbus wierp; de zoon
van Mars was evenwel le nieuwsgierig van aard
om den brief zoo maar dadelijk le verscheuren
en besloot hem vooraf te openen. Tot zijn over-
grooie verbazing vond hij er eene waarde van
1900 thaler in. De eerlijke man heeft er zijn
kapitein en deze de politie kenuis van gegeven
maar 'l mysterieus geval is uog niet opgehelderd
FRANKRIJK.
Een windhoos, die 4 tot 5 meters breed scheen,
vormde zich eeuige dagen geleden ten zuid-wes
ten van het dorp Castexop de grensscheiding
der gemeente Dauroazau. Zij bewoog zich in
rechte lijn op het dorp Castex aan, maar keerde
eensklaps naar het noorden, terwijl zij in hare
vaart boomen, heestergewas, mijlen, kortom, alles
wat haar in den weg stond meevoerde. Bij de
hoeve genaamd PorléLiny nam de windhoos eene
vrouw op en droeg baar ongeveer 20 meters ver
mede, zonder dat zij eenige ernstige wonden be
kwam. Haar echtgenoot had in hetzelfde lot ge
deeld zoo hij zich niet tijdig aan den wortel van
een doornboom geklampt had. Het dak hunner
woning werd door de windhoos geheel weggesla
gen. Een weinig verder drong de windhoos door
de deur iu een stal, rukte aan al de dieren de hal
sters af, zonder daaraan verder eenige schade toe