DE STEM DES VOLKS. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN. N". 29. Veertiende Jaargang. A0 1873. Vrijdag 11 April. S L1 ft C IBWMBLiD Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag. Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de district van Zeeland ƒ1, 15; voor de overige plaatsen des Rijks, franco per post ƒ1,30. Prijs der Advertentiënvan 1-5 regels f 0,75 elke regel daarboven ƒ0,12y2. Airoote letters naar het getal gewone regels die zij beslaan. Afzonderlijke Nummers ƒ0,05. Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, henevens Advertenliën en gewone Berichten ot Mededeelingen van Correspondenten, te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO. SS" Met het invallend Paasehfeest zal het aanstaande Dinsd.agsnu.mmer niet ver schijnen. Eene der vele uitingen van het maat schappelijk en staatkundig leven is gewis de publieke opinie of de zoogenaamde stem des volks. De ouden achten deze publieke opinie zóó hoog, dat ze ze tot een stelregel, zelfs in rechten, verhievendie nog als spreekwoordelijk gezegde ook onder ons leeft.' de stem des volks is de stem Gods? Is echter ooit eenige stelling eenerzijds met drieste stoutmoedigheid gehandhaafd toegepast en verdedigd, anderzijds verworpen en weersproken, dan is het deze. Geen wonderin zichzelven toch is ze volstrekt onwaar. Het bewijs ligt voor de hand. Het denkbeeld God sluit onbegrensde volmaaktheid in zich, terwijl het denkbeeld volk, uit de natuur en de ervaring beiden tot iets onvolmaakts moeten doen besluiten. Het goddelijk wezen moei - de mensch het volk kan niet volmaakt zijn. Tot de volmaaktheid behoort onveranderlijkheid veranderlijkheid is een gevolg van een onvolmaakten toestand. En toch, de waarheid ligt ook hier in het midden. De onsterfelijke Young zegt in zijne ongevenaarde nachtgedachten volgens de meesterlijke vertaling van onzen Schenck: „Ook menschelijke lof Lorenzo heeft zijn waarde", en indien dit nu waar is, dan ziet men reeds de mogelijkheid, dat de volkstem, de openbare meening, de publieke opinie, som tijds de waarheid voor zich hebben kan en dikwijls gehad heeft, doch de ervaring leert ons, blijkens de geschiedenis, dat die zelfde volksstem (we schrijven daags voor Palm zondag weet je) meer dan eens zichzelven weèrsproken heeft: heden klinkt het BozannaI gezegend 1 weinige dagen laterWeg mei heml Kruisl hem I Ieder, die eenige onder vinding van de wereld heeft, zal het of uit zijn eigen leven in hoe beperkten kring ook geleidof met de geschiedenis voor zich moeten toestemmen. 't Is daarom niet noodig, dat we gewagen van Napoleons van Garibaldi'svan Mazzini's en meer an deren; 't is niet noodig, dat we uit vroeger tijd wijzen op Savonarolaa's of Mas-a-niël- loos, of uit onze eigene geschiedenis, op de Buijter, de Wit, Willem V, enz. Niettemin is het ondanks al deze voor beelden zeker, dat de openbare meening ook rechtvaardig zijn kan, treffende voor beelden daarvan geeft onze eigene geschie denis, b. v. in de vaak herhaalde volksmeening, dat Nederland en Oranje onafscheidbaar zijn en de geschiedenis van drie eeuwen heeft de volksstem in het gelijk gesteld. Toen de grondlegger onzer godsdienstige en burger lijke vrijheid onzen onsterfelijken eersten Willem, onder de hand eens 'dogen sluip moordenaars, omgekocht door een nog lager tiran, die zulk middel schaamteloos bezigde, gevallen was, zag het volk met reikhalzende blikken uit naar den held Maurits en de uitkomst leerde dat zij zich niet bedrogen had. Wel meende de bedachtzame staatkunde, en wellicht de republikeinsche fractie om baars zelfswil, dat de vorst te jong was men zegepraalde en koos Leicester en het dusgenoemde Leijcestersche tijdvak en de door de geschiedenis gebrandmerkte Leij cestersche factie, brachten hare eigenaardige vruchten voort. Toen later Willem II ge storven was, was het de oude geschiedenis en juist het weerstreven met eene hard nekkigheid, eene betere zaak waardig, van het zoowel gegronde oordeel der menigte, deed de geschiedenis met bloedige letteren schrijvenwaar ze de gebeurtenissen van het rampzalige jaar 1872 boekstaafde. In dat jaar was de volkstem die van een dwalend volk: Neerlands grootste «taatsman werd voor een landverrader uitgekreten en toch was Jan de Wit, toch was Cornelis de Wit geen landverrader. De edele broeders meenden in alle oprechtheid dat de oppermacht bij de Staten berustte zooals trouwens door Willem I zelf meer malen eikend waszij meenden, dat de stadhouder de dienaar van den Staat was maar daar het volk in dezen dienaar het hoofd van den Staat zag en hem dus ver warde met den man aan het hoofd van den Staat geplaatst, vreesden de broeders, dat dergelijke beschouwing allicht een dienaar aan de spitstot een hoofd zou verheffen, 't zij door een volksgril, 't zij door de eerzucht van den dienaar zelve. Wat heeft de ondervinding geleerd Zij heeft geleerd dat Ordenbarneveld en de de Witten gelijk hadden. Zij heeft geleerd dat juist deze stadhouderlijke waardigheid tot de eenhoofdige regeering leidde; Willem IV werd Erfstadhouderhet recht van keuze eens stadhouders bij zijnen dood kwam dus niet meer te pas, want er was reeds tijdens zijn leven een Erfstadhouder, dus eigenlijk gezegd een kroonprins. De waardigheden en titels aan het stad houderschap waren uitgebreid en vermeerderd even als de macht des waardigheidsbeklee- ders; de stadhouder was een constitutioneel Graaf of Hertog geworden en het uitzicht op de Souvereiniteit was geopend. In 1813 verkreeg dan ook Nederland een souvereine vorst, met onbeperkte macht en zelfs Torbecke heeft verklaard, dat aan de besluiten van den souvereinen vorst kracht van wet toekomtterwijl een Koninklijk besluit van den conslilutionieelen vorst geen wet, maar enkel een maatregel van bestuur is, dat ophoudt eenige kracht te bezitten, zoodra het in strijd bevonden wordt met de wet zelve. Maar werd die erfelijke stadhouder, werd die souvereine vorst dan niet door de volksstem alzoo verkozen Gewis en wij keuren die volksstem niet af, integendeel. Eene vraag is, of we ze verstandig vinden? Dan antwoorden wij volstrekt niet en we beroepen ons op het gezag aan onzen eenigsteri souverein zelf. Willem I deed den eersten stap om de souvereiniteit tot een constitu tioneel koningschap terug te brengen en Willem II, hoorde zoodanig, en voegen we er bij zoo voorzichtig naar de openbare meening, dat ook hij, buiten zijne Ministers om, het besluit nam, om de grondwet met de hedendaagsche nieuwere beginselen in overeenstemming te brengen. 't Is eene oude waarheid en zij zij alléén wettigt onzen opstandja we erkennen het opstandtegen Spanje, dat de koning om den wil des volks is en het volk niet gnmaakt is, om den wil der koningeh. We weten het wel er zijn er die deze waarheid met schijnbaren grond zouden kunnen tegenspreken ze zouden kunnen bewijzen dat de volken om den wil der vorsten zijndoch ze zouden zich aan een werkelijke leugen schuldig maken, 't Moge waar zijn, dal in de kindscheid der volken deze als volk. als natie hun ontstaan te danken hadden aan eenen, die een volk om zich wist te verzamelen, die het door per soonlijk evenwicht van ziels- en lichaams- hoedanigheden als 't ware aan zich boeide en het tot eer en luister verhief, maar juist in dit feit ligt dan ook de bevestiging der waarheid: de vorst is om het volk. Om het volk gelukkig te maken was een opperhoofd noodig. Zijn ontzagzijne krachtzijne vermogens moest hij dienstbaar maken aan het volksgeluk en zie, omdat ook vorsten menschen zijnomdat de ervaring geleerd heeft, dat ze soms de volken in het verderf gestort hebbendaarom is het denkbeeld aan een staatsverdrag tusschen Vorst en Volk ontstaan. Het volk spreekt: gij zijt de vorst onzer keuze; dit zijn uwe dat ons» rechten en een vorst en volkdoor zulk een verbond vereenigd, zijn er het best aan toe. De grondwet waarborgt den vorst de rechten der kroonzooals ze tevens de rechten en privilegiën des volks beschermt. Stel b. v. deze of gene grondwet bepaalt, om juist het teerste punt te noemen, vrij heidvan geweten. De vorst heeft de grondwet waarin de vrijheid geschreven staat bezworen, de vrijheid is dus gewaarborgddoch de vorst zegt neenmijne onderdanen zullen geloven wat ik geloof, dan verbeurt zulk een vorst troon en kroon en 't volk is van, den eed, den vorst gedaan, ontslagen omdat deze 't eerst zijn eed brak. Hier hoorde men een artikel van een oud liturgisch schrift op

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1873 | | pagina 1